B&F, begrijpend lezen bovenbouw

Begrijpend lezen
Teksten + vragen 
1. De dolfijn
2. De haai
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Begrijpend lezen
Teksten + vragen 
1. De dolfijn
2. De haai

Slide 1 - Tekstslide

Tekst deel 1: 

Slide 2 - Tekstslide

Tekst deel 2:

Slide 3 - Tekstslide

Wat voor soort tekst is dit?
A
Brief
B
Gesprek
C
Informatief
D
Fictief

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel soorten dolfijnen zijn er?

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn de prooidieren waar dolfijnen veel op jagen?
A
Vogels en tonijn
B
Vis en inktvis
C
Vleermuizen en vogels
D
Haaien en mensen

Slide 6 - Quizvraag

Wat zie je op deze afbeelding?

Slide 7 - Open vraag

Noem 3 dieren die gebruik maken van een echosysteem. (alinea 2)

Slide 8 - Open vraag

Noem 6 soorten dieren, die net als dolfijnen zoogdieren zijn. (er staan er 3 in de tekst, kun je er zelf nog 3 bedenken?)

Slide 9 - Open vraag

Wat is er bijzonder aan de hersenen van een dolfijn?

Slide 10 - Open vraag

Waar zit de neus (blaasgat) van een dolfijn?
A
Bovenop zijn kop
B
Boven zijn bek
C
Tussen zijn staart en rugvin
D
Aan de onderkant van zijn bek

Slide 11 - Quizvraag

Hoe weten we dat dolfijnen intelligente dieren zijn?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Tekst deel 1

Slide 14 - Tekstslide

Tekst deel 2

Slide 15 - Tekstslide

Wat voor soort tekst is dit?
A
Stripverhaal
B
Gesprek
C
Informatief
D
Recept

Slide 16 - Quizvraag

Noem 2 dieren die tot de kraakbeenvissen behoren.

Slide 17 - Open vraag

Verbind de juiste kenmerken met de soorten vissen.
Beenvissen
Kraakbeenvissen
Een skelet van harde botten
Het skelet is buigzaam
Een huid met hele kleine huidtandjes. 
Een skelet van kraakbeenbotten
De huid is bedekt met schubben

Slide 18 - Sleepvraag

Wat moet er op regel 12 worden ingevuld?
A
Schuurpapier
B
IJs
C
Water
D
IJzer

Slide 19 - Quizvraag

Welke kenmerken hebben de tanden van een haai? (noem er 4)

Slide 20 - Open vraag

Sleep de naam van de vinnen en waarvoor ze dienen naar de goede plek.
Rugvin
Borstvinnen
Staartvin
Sturen
Voortbewegen
Evenwicht

Slide 21 - Sleepvraag

Wat betekent 'gestroomlijnd' op regel 17?
A
Het lichaam van de haai zit vol met mooie patronen en lijnen
B
Een haai hoeft zich nooit zorgen te maken over treinen en hun rails.
C
Een haai heeft een bek vol met tanden, soms wel 15 rijen.
D
Het lichaam van de haai is zo gevormd dat hij bij het bewegen weinig last van het water heeft waardoor hij snel kan zwemmen

Slide 22 - Quizvraag

Welke zin is NIET waar?
A
Haaien ruiken 1 druppel bloed al op een kilometer afstand.
B
Haaien kunnen trillingen in het water voelen met de gaatjes in hun huid.
C
Haaien kauwen hun voedsel eerst erg goed en slikken dan alles in één keer door.
D
Haaien hebben erge scherpe tanden in hun bek.

Slide 23 - Quizvraag

Hoe haalt een haai adem?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Hoe is deze les gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll