Werkplanning

Werkplanning
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Werkplanning

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student weet wat waarom en hoe je een werkplanning maakt
  • De student heeft overzicht over zijn/ haar werkzaamheden
  • De student kan een planning maken
  • De student weet wat werkdruk en werklast is, waar dit van afhankelijk is en hoe je dit kunt beïnvloeden. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen

- Theorie werkplanning (doel, waarom, vormen, hoe)
- Werkdruk/werklast
- Aan de slag met een werkplanning voor 4 casuïstiek 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Examen organiseren & samenwerken

Slide 5 - Tekstslide

Examen organiseren & samenwerken

Slide 6 - Tekstslide

Coördineren van zorg
Begint bij het coördineren van je eigen werk. 
Bij het stellen van prioriteiten is vooral het ZORGPLAN bepalend.

 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het doel van een werkplanning?

Slide 8 - Woordweb

Doel werkplanning

  • Op een systematische manier uitvoering te geven aan je werkzaamheden 
  • Zorgen voor coördinatie en continuïteit van zorg

Slide 9 - Tekstslide

5 stappen voor maken werkindeling:

  • Inventarisatie werkzaamheden
  • Beschikbare tijd
  • Benodigde tijd
  • Prioriteiten stellen
  • Keuzes maken                     


Slide 10 - Tekstslide

Basiszorg plannen
Belangrijk:
  1. Voor welke zorg aan welke zorgvragers ben je verantwoordelijk
  2. Prioriteiten stellen ( wie eerst)
  3. Inventariseer zorgvraag
  4. Check afspraken zorgvrager (agenda/overdracht)
  5. Rekening houden met je andere taken.

Slide 11 - Tekstslide

Vormen werkplanning

  • Korte termijn (b.v. dag planning dienst)
 
  • Lange termijn (b.v. verpleegplan)

Slide 12 - Tekstslide

Werken met een planning
  • Geeft houvast: er kunnen altijd onverwachte dingen gebeuren bv        opnamen, ziek collega waardoor bijstelling nodig is.
    Flexibiliteit is noodzakelijk
  • Je werkt methodisch: iedereen werkt aan dezelfde doelen,      beschreven in zorgdossier n.a.v. diagnose
  • Het werk wordt gestructureerd, de continuïteit gewaarborgd en zorgvragers worden minder makkelijk vergeten.



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hoe maak je een planning?
  • Wie heb ik nodig
  • Wat ga ik doen
  • Wat wil de client? 
  • Waar ga ik het doen
  • Wat heb ik nodig?
  • Wanneer ga ik wat doen/ wat is eerst nodig?
  • Waarom doe ik het/ doel
  • Hoe ga ik het doen/stappen

Slide 15 - Tekstslide

Werkplanning maken
Planning is afhankelijk van setting waarin je werkt (intramuraal, extramuraal, semimuraal, transmuraal)

Werkplanning maken = volgende vragen beantwoorden

• Wat moet er gebeuren?
Wat is de dagindeling, wat staat er in het zorgplan, zijn er nog specifieke aandachtspunten voor vandaag?

• Wat heeft prioriteit?
Speel in op onverwachte situaties

• Hoe complex zijn de dingen die ik moet doen?
Zijn er stoornissen of handicaps die elkaar beïnvloeden?

• Hoeveel tijd heb ik ter beschikking?
Kijk naar logische combinaties, alles per één zorgvrager, per verdieping of per taak?

• Welke materialen heb ik nodig die niet in de directe omgeving te vinden zijn?

Werkplanning maken
Welke factoren zouden jouw werkplanning kunnen verstoren?

Slide 16 - Tekstslide

Werkdruk
Wat is werkdruk? Wanneer ervaar je werkdruk. Wat is werklast?

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn de grootste bronnen van werkdruk voor jou?

Slide 18 - Woordweb

Hoe ga jij om met werkdruk? Wat doe je bijv. om het te verminderen?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Werkdruk en Werklast
  • We spreken van werkdruk wanneer de balans tussen de werkbelasting en de belastbaarheid van de werknemer is verstoord. De werkdruk is niet objectief vast te stellen

  • Werklast: is de hoeveelheid werk die iemand in een dag verzet. De werklast is objectief vast te stellen

Slide 21 - Tekstslide

Werkdruk is de beleefde werklast
De werklast wordt direct bepaald door een aantal externe factoren. Deze factoren heb je weliswaar niet zelf in de hand maar je kunt ze wel beïnvloeden.

  • de hoeveelheid werk
  • de inhoud van het werk
  • het regelvermogen
  • rust
  • emotionele belasting

Slide 22 - Tekstslide

Tijdsdruk??? Professionele houding
Tips voor een professionele houding ten opzichte van tijd:

  • rust bewaren;
  • het belangrijkste tijd geven;
  • eigen grenzen kennen;
  • terugschakelen bij stress;
  • inzicht hebben in de eigen tijdstijl;
  • zorgen voor balans tussen werk en privé.





Slide 23 - Tekstslide

Deelopdracht 2 - Werkplanning maken
Maak voor de 4 cliënten uit de casuïstiek een werkplanning. Daarin komt terug:
- Alle werkzaamheden die je op die dag moet doen
- Tijdsbepaling per werkzaamheid (hoe lang ben je hiermee bezig)
- Prioriteit per werkzaamheid - hoe belangrijk is het?
- Wie doet wat (voor zowel collega’s als de zorgvragers)
- Wanneer wordt de werkzaamheid uitgevoerd
- Welke factoren kunnen je werkplanning beïnvloeden? 





Slide 24 - Tekstslide

Nabespreken werkplanning
  • Was het moeilijk om een werkplanning te maken?
  • Veel verschillen onderling?
  • Hoe hebben jullie prioriteiten gesteld? 

Slide 25 - Tekstslide

Afronding
Vragen?
Volgende week: Indicatie/zorgtoewijzing

Slide 26 - Tekstslide