6.3 De eenwording van de Europese Unie

De Europese Unie 
  • Cursus 6.3 
  • Tijdvak 10 
  • Tijd van Televisie en Computers 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Europese Unie 
  • Cursus 6.3 
  • Tijdvak 10 
  • Tijd van Televisie en Computers 

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je deze les? 
  • Waarom is de Europese Unie opgericht? 
  • Wat doet de Europese Unie? 
  • Hoe wordt de Europese Unie bestuurd? 

Slide 2 - Tekstslide

De Europese Unie 
  • De Europese Unie bestaat uit 28 Landen
  • Samenwerken aan vrede en welvaart 

Slide 3 - Tekstslide

de 28 lidstaten van de EU

Slide 4 - Tekstslide

Waarom bestaat de Europese Unie?
De Europese Unie gaat om samenwerking. Wanneer je met elkaar samenwerkt, heb je elkaar nodig.
En als je iemand nodig hebt, dan maak je er geen ruzie mee.

Slide 5 - Tekstslide

Onstaan in jaartallen
1944: Benelux = Belgie, Nederland Luxemburg

1951: EGKS = Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

1957: EEG = Europese Economische Gemeenschap 
(vrij verkeer mensen en goederen)

1992: EU = Europese Unie 
(economische en politieke samenwerking)

2002: Euro (Niet elk land van de EU of Europa heeft de euro)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Leg uit waarom de Europese Unie is opgericht.

Slide 8 - Open vraag

Waar staat EGKS voor?
A
Europese Gemeenschap voor kegels en stoommachines
B
Europa voor Kolen en Stevigheid
C
Europese Goederen van Kolen en Staal
D
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

Slide 9 - Quizvraag

Waarom zijn die K en die S belangrijk voor het ontstaan van de EU?

Slide 10 - Open vraag

Wat doe de Europese Unie? 
De Europese Unie is opgericht als internationale handelsmarkt. Er zijn open grenzen. 
Import en export van personen en goederen gaat makkelijk. 

Maar de Europese Unie doet meer

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welke drie wetten gelden in Nederland dankzij de EU?
A
aanstekers moeten veiligheidsballetjes hebben
B
geld overmaken naar een ander EU land kost niets
C
Als je een paard hebt mag je dit niet opeten
D
vrijheid van meningsuiting

Slide 13 - Quizvraag

Dit land ligt in Europa, zit in de EU en gebruikt de euro
A
Tsjechië
B
Polen
C
Verenigd Koninkrijk
D
Griekenland

Slide 14 - Quizvraag

Dit land ligt in Europa en zit in de EU maar gebruikt NIET de euro
A
Litouwen
B
Nederland
C
Verenigd Koninkrijk
D
Griekenland

Slide 15 - Quizvraag