We komen op tijd in de les.
We nemen geen jas mee in het lokaal.
We bergen de mobiel op (in de mobielzakjes)
We eten en drinken niet in de les.
We houden samen de school schoon.
We respecteren elkaar en elkaars
eigendommen.
Tijdens de instructie kijk je en luister je mee, als je een vraag hebt steek je een vinger op.