In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Emoties begrijpen en hanteren!
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
- Leren wat emoties zijn - Het belang van emoties begrijpen - Leren hoe je emoties kunt hanteren
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet jij al over emoties?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn emoties?
Emoties zijn gevoelens die je hebt in reactie op iets wat je meemaakt, zoals blijdschap, verdriet, boosheid en angst.
Slide 4 - Tekstslide
Vraag de leerlingen wat voor emoties ze kennen.
Waarom zijn emoties belangrijk?
Emoties helpen ons om te begrijpen wat er om ons heen gebeurt en hoe we daarop moeten reageren.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit waarom emoties belangrijk zijn en vraag de leerlingen om situaties te bedenken waarin emoties nuttig zijn.
Verschillende emoties
Er zijn veel verschillende emoties, zoals blijdschap, verdriet, boosheid, angst, jaloezie en schaamte.
Slide 6 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om situaties te bedenken waarin ze deze emoties hebben ervaren.
Hoe herken je emoties?
Emoties kun je herkennen aan lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en de manier waarop iemand praat.
Slide 7 - Tekstslide
Laat de leerlingen oefenen met het herkennen van emoties aan de hand van voorbeelden.
Hoe ga je om met emoties?
Het is belangrijk om emoties te erkennen en te accepteren. Praat erover met iemand die je vertrouwt en zoek manieren om de emotie te uiten of ermee om te gaan.
Slide 8 - Tekstslide
Bespreken waarom het belangrijk is om emoties te erkennen en te accepteren.
Positieve en negatieve emoties
Emoties kunnen positief of negatief zijn. Positieve emoties zijn bijvoorbeeld blijdschap en liefde, terwijl negatieve emoties bijvoorbeeld boosheid en verdriet zijn.
Slide 9 - Tekstslide
Bespreken waarom het belangrijk is om beide soorten emoties te ervaren.
Hoe kan je positieve emoties vergroten?
Je kunt positieve emoties vergroten door bijvoorbeeld leuke dingen te doen, te sporten of tijd door te brengen met vrienden en familie.
Slide 10 - Tekstslide
Laat de leerlingen bedenken welke activiteiten ze kunnen doen om hun positieve emoties te vergroten.
Hoe kan je negatieve emoties verminderen?
Je kunt negatieve emoties verminderen door bijvoorbeeld te ontspannen, te praten over je gevoelens of een oplossing te zoeken voor het probleem dat de emotie veroorzaakt.
Slide 11 - Tekstslide
Laat de leerlingen bedenken hoe ze hun negatieve emoties kunnen verminderen.
Hoe ga je om met boosheid?
Als je boos bent, is het belangrijk om even af te koelen voordat je reageert. Praat erover met iemand die je vertrouwt en zoek samen naar een oplossing.
Slide 12 - Tekstslide
Bespreken waarom het belangrijk is om af te koelen voordat je reageert als je boos bent.
Hoe ga je om met verdriet?
Als je verdrietig bent, is het belangrijk om je gevoelens te uiten en te praten over wat er aan de hand is. Zoek afleiding door leuke dingen te doen en steun bij vrienden en familie.
Slide 13 - Tekstslide
Bespreken waarom het belangrijk is om je gevoelens te uiten als je verdrietig bent.
Hoe ga je om met angst?
Als je angstig bent, is het belangrijk om te kijken waar je precies bang voor bent en of deze angst reëel is. Praat erover met iemand die je vertrouwt en zoek samen naar manieren om je angst te verminderen.
Slide 14 - Tekstslide
Bespreken waarom het belangrijk is om te onderzoeken waar je precies bang voor bent en of deze angst reëel is.
Hoe ga je om met jaloezie?
Als je jaloers bent, is het belangrijk om te kijken waarom je jaloers bent en of deze jaloezie terecht is. Praat erover met iemand die je vertrouwt en zoek manieren om je jaloezie te verminderen.
Slide 15 - Tekstslide
Bespreken waarom jaloezie vaak niet terecht is en hoe je dit kunt inzien.
Hoe ga je om met schaamte?
Als je je schaamt, is het belangrijk om te bedenken waarom je je schaamt en of dit terecht is. Praat erover met iemand die je vertrouwt en probeer de situatie recht te zetten.
Slide 16 - Tekstslide
Bespreken waarom het belangrijk is om te bedenken waarom je je schaamt en of dit terecht is.
Emoties en sociale media
Op sociale media worden vaak alleen positieve emoties gedeeld, terwijl het belangrijk is om ook over negatieve emoties te praten. Wees je bewust van het feit dat je niet alles hoeft te delen op sociale media.
Slide 17 - Tekstslide
Bespreken waarom het belangrijk is om ook over negatieve emoties te praten en dat je niet alles hoeft te delen op sociale media.
Quiz
Test je kennis over emoties met deze quiz!
Slide 18 - Tekstslide
Laat de leerlingen individueel of in groepjes de quiz maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal.
Emoties in de praktijk
Ga in groepjes van 2 of 3 aan de slag met een situatie waarin emoties een rol spelen. Bedenk hoe je hiermee om kunt gaan en presenteer jullie oplossing aan de klas.
Slide 19 - Tekstslide
Geef de leerlingen voldoende tijd om aan de opdracht te werken en laat ze hun oplossing presenteren aan de klas.
Wat heb je geleerd?
Wat heb je vandaag geleerd over emoties?
Slide 20 - Tekstslide
Laat de leerlingen individueel of in groepjes kort opschrijven wat ze hebben geleerd over emoties.
Evaluatie
Wat vond je van de les over emoties? Wat vond je leuk en wat vond je minder leuk?
Slide 21 - Tekstslide
Laat de leerlingen individueel of in groepjes kort evalueren wat ze van de les vonden.
Geef de leerlingen deze bronnen mee om verder te lezen over emoties.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 23 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 24 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 25 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.