Lesson 4: U1D4
1 / 31
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Link
Welke verschillen zijn er tussen 'normaal' en in covid tijd?
Slide 4 - Open vraag
Wat is CPR?
Slide 5 - Poll
Bag
Pencil
during
busy
break
Sleep de Nederlandse vertaling naar de Engelse woordjes
druk
potlood
rugtas
pauze
tijdens
Slide 6 - Sleepvraag
Vocabulary A: sleep de Nederlandse woordjes
naar de juiste Engelse vertaling.
animal
beautiful
forest
protect
tree
afraid
snake
story
hunt
bat
deer
dangerous
gevaarlijk
slang
vleermuis
verhaal
boom
dier
bos
hert
beschermen
bang
mooi
jagen
Slide 7 - Sleepvraag
Vocabulary: sleep de Nederlandse woordjes
naar de juiste Engelse vertaling.
line up
pie
groceries
bill
distracted
pork
gravy
cash
fries
vegetable
icing
velvet
jus
boodschappen
glazuur
fluweel
contant geld
rekening
frietjes
varkensvlees
taart
groente
een rij vormen
afgeleid
Slide 8 - Sleepvraag
Vocabulary: sleep de Nederlandse woordjes
naar de juiste Engelse vertaling.
trick
horrible
area
clever
buy
teach
collar
cage
already
fur
wing
difference
halsband
gebied
vleugel
verschil
kooi
slim
al
leren
afschuwelijk
vacht
kunstje
kopen
Slide 9 - Sleepvraag
How do you end an informal email in English?
A
Greetings,
B
Bye,
C
Love,
D
Take care,
Slide 10 - Quizvraag
What does this ("take care") mean for you?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Heart attack =
A
Snoepjes
B
harde aanval
C
hartaanval
D
aorta die geknapt is
Slide 18 - Quizvraag
Cardiac arrest
A
Hartaanval
B
Hartstilstand
C
Blinde darm ontsteking
D
Bloeding in je hoofd
Slide 19 - Quizvraag
Medical assistance =
A
Medische assistentie
B
First aid/EHBO
C
Iemand die medisch is opgeleid erbij
D
Assistente om te bellen
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Welke P klopt?
A
pain in the head
B
perfection
C
pain in the chest
D
pale skin
Slide 22 - Quizvraag
Wat zei hij net?
A
Voor de zekerheid bij de zelfde symptomen het behandelen als hartaanval
B
Altijd wachten op een dokter
Slide 23 - Quizvraag
"It is so important to give the medical services enough time to respond." Waarom?
A
Dan kan de persoon bijkomen tijdens het bellen.
B
Hoe eerder medische hulp, hoe beter.
C
Ze hebben het druk, dus je moet lang wachten aan de lijn.
Slide 24 - Quizvraag
"Ideally this will be on the floor with their back and knees supported." Welke positie zet je de patiënt?
A
Staande
B
Zittende
C
Stabiele zijligging
Slide 25 - Quizvraag
"checking their levels of response, breathing and pulse." Wat is pulse?
A
seintje
B
impulsie
C
polsslag
Slide 26 - Quizvraag
"If they do go unconscious remember your primary survey protocol."
A
Als ze onder water gaan moet je denken aan de eerste man.
B
Als ze bewusteloos raken, denk aan de eerste stappen (EHBO).
C
Als ze onderwater raken, denk dan aan het eerste onderzoek.
Slide 27 - Quizvraag
The four P's (heart attack)
Slide 28 - Woordweb
perspiration =
A
Benauwd
B
Transpiratie
C
Zweten
D
Zweven
Slide 29 - Quizvraag
clot (werkwoord) =
A
klitten
B
sluiten
C
stollen
D
dicht slibben
