In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoe schrijf je een goed werkstuk?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je een goed werkstuk schrijft.
Logische werkvolgorde
Voorbereiding voor het schrijven
Schrijven in spreektaal v.s. schrijftaal
Afronding van het werk
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet je al over het schrijven van werkstukken?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een werkstuk?
Een werkstuk is een geschreven verslag waarin je onderzoek doet naar een bepaald onderwerp.
Bedenk een hoofdvraag waar je een antwoord op zou willen hebben.
Splits de hoofdvraag in deelvragen die je moet beantwoorden om een antwoord te kunnen krijgen op de hoofdvraag.
Stel je hebt de volgende hoofdvraag bedacht:
Waardoor ontstonden in de late middeleeuwen de kruistochten?
Welke deelvragen zou je moeten beantwoorden om deze hoofdvraag te kunnen beantwoorden?
Wat waren de kruistochten?
Wie begon de eerste kruistocht?
Wat waren de redenen vanuit de politiek gezien?
Wat waren de redenen vanuit het geloof gezien?
etc.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat een werkstuk is en waarom het belangrijk is om er een te schrijven.
Bedenk deelvragen bij de volgende hoofdvraag:
Hoe verliep de Eerste Wereldoorlog?
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Kies een onderwerp
Kies een onderwerp dat je interesseert en waarover je genoeg betrouwbare informatie kunt vinden.
Doe een klein vooronderzoek voordat je het onderwerp en de hoofdvraag vast legt. Dan weet je of je überhaupt wel genoeg stof kan vinden om het af te kunnen maken.
Slide 6 - Tekstslide
Geef de studenten tips over het kiezen van een onderwerp.
Waarom is het belangrijk om een klein vooronderzoek te doen?
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is het belangrijk om een onderwerp te kiezen dat je interesse heeft?
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Maak een plan
Maak een plan van wat je in je werkstuk wilt behandelen en in welke volgorde.
Hoofd- en deelvragen.
Volgorde waarin je deze beantwoord (logisch).
Slide 9 - Tekstslide
Leg uit waarom het belangrijk is om een plan te maken voordat je begint met schrijven.
Bronnen
Verzamel informatie uit betrouwbare bronnen, zoals boeken, tijdschriften en websites.
Wanneer is een bron betrouwbaar? En wanneer niet?
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit hoe je de betrouwbaarheid van bronnen kunt beoordelen.
Bedenk dingen die je moet weten om te kunnen beoordelen of een bron betrouwbaar is.
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Inleiding
Schrijf een inleiding waarin je vertelt waar je werkstuk over gaat en waarom het belangrijk is.
Probeer hierbij zakelijk te zijn en niet al te beginnen met het beantwoorden van de vragen.
Slide 12 - Tekstslide
Geef de studenten tips over hoe ze een goede inleiding kunnen schrijven.
Hoofdtekst
Schrijf de hoofdtekst van je werkstuk. Verdeel de informatie in alinea's en gebruik tussenkopjes.
Slide 13 - Tekstslide
Geef de studenten tips over hoe ze de hoofdtekst van hun werkstuk kunnen structureren.
Conclusie
Schrijf een conclusie waarin je de belangrijkste punten van je werkstuk samenvat.
Hier mag géén nieuwe informatie inkomen.
Hier staat kort samengevat het antwoord op de hoofdvraag.
Slide 14 - Tekstslide
Geef de studenten tips over hoe ze een goede conclusie kunnen schrijven.
Bronvermelding
Vermeld alle bronnen die je hebt gebruikt in je werkstuk.
Slide 15 - Tekstslide
Leg uit waarom het belangrijk is om je bronnen te vermelden en hoe je dat kunt doen.
Controleer je werk
Controleer je werkstuk op spelling- en grammaticafouten en zorg dat het er verzorgd uitziet.
één uniforme opmaak
onderschriften bij afbeeldingen
voetnoten bij citaties
check of alle onderdelen aanwezig zijn
Slide 16 - Tekstslide
Geef de studenten tips over hoe ze hun werkstuk kunnen controleren en verbeteren.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 19 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.