Ik oefen het bijvoeglijk naamwoord als aardrijkskundige naam
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Ik oefen het bijvoeglijk naamwoord als aardrijkskundige naam
Slide 1 - Tekstslide
Hoe ging het ook alweer?
Slide 2 - Tekstslide
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Je schrijft bijvoeglijke naamwoorden die een aardrijkskundige naam zijn met een hoofdletter.
Slide 3 - Tekstslide
Bijv. naamwoorden als aardrijkskundige naam
Slide 4 - Woordweb
In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord?
A
Juf Sophie woont graag in Haarlem.
B
Juf Sophie vindt het leuk op de Argonauten.
C
Juf Sophie vindt in quarantaine zitten niet leuk.
D
Sophie is de allerleukste juf van de wereld.
Slide 5 - Quizvraag
In welke zin staat een bijvoeglijk naamwoord als aardrijkskundige naam?
A
De lachende jongen is Nederlands.
B
De Nederlandse jongen lacht.
C
Nederland is een mooi land.
D
Hij woont in Nederland.
Slide 6 - Quizvraag
Type het woord
Slide 7 - Open vraag
de functie
Slide 8 - Tekstslide
Type het woord
Slide 9 - Open vraag
het beroep
Slide 10 - Tekstslide
Type het woord
Slide 11 - Open vraag
de astronaut
Slide 12 - Tekstslide
Type het woord
Slide 13 - Open vraag
de cheffin
Slide 14 - Tekstslide
Type het woord
Slide 15 - Open vraag
de huisarts
Slide 16 - Tekstslide
Type het woord
Slide 17 - Open vraag
de scheidsrechters
Slide 18 - Tekstslide
Type de zin
Slide 19 - Open vraag
Kees van Dam vindt het heerlijk in het Limburgse dal.