Dit leidde tot het verdrag van Allahabad:
- De keizer moest de Britten het recht geven om belasting te innen in Bengalen.
- De keizer moest 5 miljoen rupees oorlogsbetaling aan de Britten over te maken.
- De East India Company erkende hem als opperheer over India. Maar hij had niks te zeggen.
- Ook werd hem een maandelijks pensioen van 450.000 rupees toegezegd.