1. Wat moet je doen?
Ex. 14ab, 15ab op blz. 71 in boek2. Hoe moet je dat aanpakken? Zie pag. 71 in boek
3. Hulp, bij wie en waar? Bij de klasgenoot die naast je zit of je steekt je hand op dan komt de docent: geluidsniveau: fluisteren
4. Tijd, hoeveel krijg je? Tot 5 minuten voor het eind van de les
5. Uitkomst, wat doen we ermee? Vervolg in de weektaak
6. Klaar, wat ga je doen? Weektaak maken/leren