Herhalen H1, 2, 3, 4.

Herhalen H 1 t/m 4. 
P4 Mens en Zorg 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalen H 1 t/m 4. 
P4 Mens en Zorg 

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
- Thuiszorg, waaronder kraamzorg
- Verpleeg- en verzorgingshuis
- Zorginstelling voor mensen met een beperking
- Zorginstelling voor mensen met een psychiatrische stoornis. 

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke verzorging vs. Verpleging
Persoonlijke verzorging: hulp bij o.a. het douchen, aan- en uitkleden, steunkousen aan- en uittrekken, naar de wc gaan, scheren, tanden poetsen.

Verpleging: het geven van een injectie,
 het verzorgen van een wond of
 het geven van zuurstof.

Slide 3 - Tekstslide

Verzorgingshuis
Verzorgingshuis:
huren ouderen een appartement - in of direct naast het zorgcentrum. 
indicatie Volledig Pakket Thuis (VPT) > zelfstandig blijven wonen met gebruik van de zorg die aangeboden wordt door het zorgcentrum. (bijv. dagactiviteiten, restaurant of verpleegzorg.

Een indicatie = een schatting van de hoeveelheid en de soort zorg die iemand nodig heeft.

Slide 4 - Tekstslide

Verpleegtehuis
Wonen zorgvragers, die intensieve zorg en veel nabijheid van zorgprofessionals nodig hebben.
24 uur zorg, behandeling en toezicht en zijn er allerlei activiteiten in een veilige omgeving.
Indicatie Wet Langdurige Zorg (WLZ)

Slide 5 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van persoonlijke verzorging.

Slide 6 - Open vraag

Mevrouw Hendriksen woont nog thuis maar heeft hulp nodig met de persoonlijke verzorging. Welke zorg heeft zij nodig?
A
Verpleeghuiszoerg
B
Thuiszorg
C
Kraamzorg
D
Geestelijke gezondheidszorg

Slide 7 - Quizvraag

Het toedienen van een injectie is een voorbeeld van:
A
Persoonlijke verzorging
B
Verpleging

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een verzorgingstehuis en een verpleegtehuis?

Slide 9 - Open vraag

Hoofdstuk 2. 
Het zorgdossier

Slide 10 - Tekstslide

Het zorgdossier
 Hierin worden alle gegevens van de zorgvragen verzameld. 

- Een belangrijk onderdeel van het zorgdossier is het zorgleefplan (ook wel ondersteuningsplan/begeleidings- of behandelingsplan genoemd)

Slide 11 - Tekstslide

Het zorgdossier bestaat uit:
Algemene gegevens
Medische gegevens
Algemene beschrijving
Het zorgleefplan

Slide 12 - Tekstslide

Het zorgleefplan
Het zorgleefplan bevat afspraken over hoe de zorgvrager:
- verzorgd wil worden
- zijn woonruimte wil inrichten
- welk eten en drinken hij lekker vindt
- zijn dag wil invullen
- welke hobby’s hij heeft
- met welke mensen hij contact wil houden.

Slide 13 - Tekstslide

Plannen bij verschillende soorten zorg

Slide 14 - Tekstslide

Uit welke 4 onderdelen bestaat het zorgdossier?

Slide 15 - Open vraag

In het zorgleefplan staan de afspraken beschreven tussen de zorgvrager en de instelling
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent vraaggericht werken?

Slide 17 - Open vraag

H3. Communiceren met de zorgvrager

Slide 18 - Tekstslide

Respectvolle houding
Respectvolle houding = Respectvolle bejegening

 - de manier waarop je met iemand omgaat
 - de wijze waarop je je gedraagt ten opzichte van een ander
 - een houding die respect uitstraalt

Slide 19 - Tekstslide

Empathie
= Je kunnen verplaatsen in de gevoelens en emoties van een ander. 

Waarom is empathie zo belangrijk in de zorg? Als je je kunt inleven in de zorgvrager, dan begrijp je zijn emoties. Hierdoor kun je goed met hem communiceren. 

Slide 20 - Tekstslide

Normen en waarden
Normen staat voor wat je normaal vindt.
je vindt het normaal dat je wacht totdat je aan de beurt bent

Waarden staat voor wat je waardevol oftewel belangrijk vindt.
je vindt privacy belangrijk als je aan het douchen bent


Slide 21 - Tekstslide

Communiceren
Het overbrengen van gedachten, wensen, gevoelens en ideeën.

De manier waarop je iets zegt is van invloed op de communicatie. Fluisteren komt anders over dan schreeuwen.

- Verbale communicatie
- Non-verbale communicatie

Slide 22 - Tekstslide

Verbale / non-verbale communicatie

Verbaal: met woorden
Non-verbaal: zonder woorden.

Slide 23 - Tekstslide

Actief luisteren
Is niet alleen horen wat de ander zegt, maar het ook proberen te begrijpen. 
Dit doe je door de zorgvrager aan te kijken terwijl hij praat. Je let ook op de non-verbale communicatie van de zorgvrager. 

Slide 24 - Tekstslide

Wat is empathie?

Slide 25 - Open vraag

Wat is een norm?

Slide 26 - Open vraag

Wat is een waarde

Slide 27 - Open vraag

Wat is communiceren?

Slide 28 - Open vraag

H4. Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Slide 29 - Tekstslide

Persoonlijke verzorging
 = alles wat iemand kan doen om ervoor te zorgen dat het lichaam goed wordt verzorgd. 

Voorbeelden van persoonlijke verzorging:
- Tandenpoetsen
- Douchen
- Haren wassen
- Nagels knippen
- Het aantrekken van schone kleding

Slide 30 - Tekstslide


Hygiëne

= alles wat je doet om besmetting en verspreiding van bacteriën en infecties te voorkomen.

--> de basis van een goede gezondheidszorg

Slide 31 - Tekstslide

Omgaan met privacy en intimiteit

Privacy = een plek waar je je kunt terugtrekken en die je niet hoeft te delen met een ander.
Intieme zone = minder dan 45 centimeter afstand tussen jou en de zorgvrager.

Slide 32 - Tekstslide

Autonomie en zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid = Als je voor jezelf kunt zorgen en jezelf kunt redden.
Autonomie = Als je onafhankelijk bent en zelf kunt bepalen hoe je je leven leidt.
Gevoel van eigenwaarde = Als je jezelf waardevol vindt, los van wat anderen ervan denken

Slide 33 - Tekstslide

Sociale steun
Sociale steun = In contact met anderen ontvang je liefde, vriendschap, genegenheid en het gevoel dat je erbij hoort.

Sociale steun krijg je van je sociale omgeving = sociaal netwerk.

Slide 34 - Tekstslide

Mantelzorg
Mantelzorg = alle hulp aan een hulpbehoevende door iemand uit de directe sociale omgeving
Mantelzorger:
is geen zorgverlener van beroep
heeft een persoonlijke band met de zorgvrager
is belangrijk in onze maatschappij
zorgt onbetaald voor een ziek familielid/vriend

Slide 35 - Tekstslide

Wat is Hygiëne?

Slide 36 - Open vraag

Een voorbeeld van persoonlijke verzorging is
A
Haren wassen
B
Je huis schoon houden
C
Een injectie zetten

Slide 37 - Quizvraag

Wat is autonomie?
A
Als je onafhankelijk bent en zelf kunt bepalen hoe je je leven leidt.
B
Als je voor jezelf kunt zorgen en jezelf kunt redden.

Slide 38 - Quizvraag

Wat is zelfredzaamheid
A
Als je onafhankelijk bent en zelf kunt bepalen hoe je je leven leidt.
B
Als je voor jezelf kunt zorgen en jezelf kunt redden.

Slide 39 - Quizvraag

Wat is een mantelzorger

Slide 40 - Open vraag