Module werken in een (Zorg) instelling

Branche certificaat
"Werken in een (zorg) instelling"
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DienstverlePraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Branche certificaat
"Werken in een (zorg) instelling"

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van vandaag


  • Aan het einde van de les weet ik welke branche certificaat ik moet behalen.
  • Ik weet wat een proeve van vaardigheid is.
  • Ik weet wat de belangrijke onderdelen waar ik mij aan moet houden bij de proeve van vaardigheid.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Module
  • Elke woensdag van 09:00 tot 12.00 uur
  • Eind mei, 25 examen SVA 
  • Eventueel verlenging
  • 80% aanwezig zijn
  •  Gemotiveerd

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een branche certificaat

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SVA certificaat
  • Wat is een proeve van vaardigheid?
  • Welke proeven kun jij allemaal opnoemen?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke proeven kun jij allemaal opnoemen?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Elke proeve bestaat uit een aantal onderdelen:
1    Je moet een paar dingen voorbereiden:
                 * werkkleding (jasje en je hebt veilige schoenen aan)
                 * haren in een staart vast
                 * sieraden af 
                 * werkmaterialen verzamelen en  controleren
2    Altijd respectvol omgaan en praten met de cliënten
      ( kloppen en wachten, vragen stellen en een praatje maken)
3    Je bekijkt wat je moet doen! 
4    Je voert  de opdracht uit. (bv bed opmaken)
5    Je controleert altijd zelf nog of je het goed hebt gedaan
6    Je ruimt alles netjes op
7   Je wast je handen (20 seconden)
8   Je neemt netjes afscheid van de cliënt

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is een proeve van vaardigheid?
A
Een soort rijbewijs
B
Een theorie-proefwerk
C
Een soort test waarmee je kunt laten zien dat je iets kunt
D
Een wedstrijd

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is communicatie met de cliënt belangrijk? Je kunt meerdere antwoorden kiezen.
A
Nee, niet echt
B
Ja, heel erg belangrijk. Ik vertel steeds wat ik ga doen, bijvoorbeeld een stoepje op.
C
Ja, heel erg belangrijk. Ik overleg vaak met de cliënt, bv wat hij/zij op zijn brood wil hebben of een spelletje wil doen.
D
Ja, heel erg belangrijk. Ik stel geïnteresseerde vragen, dat vindt de cliënt gezellig en zo stel ik hem op zijn gemak.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De lessen
  • Bed verschonen
  • Client begeleiden in een rolstoel
  • Client ondersteunen bij het lopen
  • Ramen wassen
  • broodmaaltijd verzorgen op kamer client
  • Keuken schoonmaken
  • Rolstoel reinigen
  • Was verzamelen & sorteren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je binnenkomt, wat kun je dan zeggen of vragen?

Slide 11 - Open vraag

Goedemorgen of goedemiddag
Hoe gaat het met u?
Ik kom uw ..........................., komt dat gelegen?
Had u ook nog speciale wensen?
Wat doe je altijd nadat je bij een cliënt hebt aangeklopt?
A
je bekijkt je berichtjes op je telefoon
B
je loopt gewoon meteen door
C
je wacht tot de cliënt antwoordt dat je binnen kunt komen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten de werkdoeken die wij gebruiken?
A
micro-vezel-doekjes
B
traditionele werkdoeken
C
wegwerpdoekjes

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De microvezeldoek gebruik je altijd in combinatie met een spuitflacon. De doek moet namelijk altijd.....
A
kletsnat zijn
B
klamvochtig zijn
C
aan alle kanten schoon zijn
D
helemaal droog zijn

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderdeel leren we NIET
A
Rolstoel reiningen
B
Bed verschonen
C
Ouderen wassen
D
Was sorteren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De uitgang van een kussensloop mag niet in het zicht liggen
A
Maakt niet uit hoe het ligt
B
Niet in het zicht
C
Wel in het zicht
D
Waar heb je het over?

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort er bij ramen lappen?
A
Trekker of wisser
B
Spons
C
Werkdoek
D
Emmer

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je de rem van de rolstoel

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een rolstoel moet ook schoongemaakt worden
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben ouderen een hoog/ laag bed
A
om makkelijk in en uit te stappen
B
daar kunnen ze mee spelen
C
zodat het makkelijk verschonen is
D
zodat ze de tv goed kunnen zien

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de driehoek boven het bed?
A
Duif
B
Kakatoe
C
Kanarie
D
Papagaai

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom ligt er een plastic matras in het bed?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werken in de zorginstelling

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe spreek je een oudere aan?
A
Fakka G
B
He ouwe!
C
Goedemorgen meneer/ mevrouw
D
Yo hoe is het?

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk bij een huiskamer schoonmaken?
A
Dat alles op dezelfde plek wordt terug gezet
B
Dat je alles op een andere plek terug zet
C
Dat het schoon is

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ging er goed?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies