Romaans deel 2 beeldhouwkunst en schilderkunst
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
term Romaans komt van het Romeins; naar de overeenkomsten met de Romeinse architectuur.
Bid en werk: het leven stond in het teken van het geloof en was ondergeschikt aan het leven in het hiernamaals
Wie was de belangrijkste opdrachtgever voor de kunsten in de middeleeuwen?
A
de adel
B
God
C
de burgers
D
de kerk
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
kenmerken Romaanse bouwkunst
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is het interieur van Romaanse gebouwen zo somber en donker?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
7. Waarom voegde men straalkapellen toe aan de kerken?
A
voor het vereren van relikwieën (heiligenverering)
B
Om zoveel mogelijk licht binnen te laten
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Het laatste oordeel op een timpaan van de kathedraal in Conques. In het midden zit Christus, die volgens het Bijbelverhaal aan het einde der tijden zal oordelen over de mens.
Christus wordt getoond als rechter over de mens, hij verwijst met zijn rechterhand de goede zielen naar de hemel en met zijn linkerhand de slechte zielen naar de hel. Rechts worden de zielen gewogen, beneden is de hel te zien met duivels en martelwerktuigen. Een engel scheidt de verlosten van de verdoemden.
In dit detail van het laatste oordeel zie je:
A
links de hemel en rechts de hel
B
rechts de hemel en links de hel
C
een heidens tafereel
D
een waarschuwing voor de gelovigen
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
beeldhouwkunst uit de Griekse oudheid
beeldhouwkunst Romaans
vrijstaand
onderdeel van de architectuur
veel aandacht voor anatomie
verhoudingen/anatomie hoeft niet te kloppen, gaat om de boodschap
Slide 14 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat wordt bedoeld met een fresco?
A
Een schildering op een houten paneel
B
Een schildering in natte kalk
C
een schildering in een kerk
D
Een schilderij op doek
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom moest bij het maken van een fresco snel gewerkt worden?
A
de kalklaag droogde binnen een dag
B
het eiwit in de verf droogde snel op
C
de ondertekening vervaagde snel
D
de olie in de verf zou stollen
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
16. Waarom is de frescotechniek zo duurzaam?
A
de verf droogt op in het stukwerk en zit dus in de muur
B
de pigmenten in de verf zijn synthetisch en blijven heel lang mooi
C
de muur wordt in kerken zelden aangeraakt
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
gezicht en handen: gestileerd
kleding en troon zonder diepte of plasticiteit, decoratief
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Video
bekijk de laatste 1.5 minuut.
Willem de veroveraar (hertog van Normandië) zou de Engelse koning opvolgen na zijn dood, maar Engelse edelen besloten Harold aan te stellen als koning van Engeland. Willem liet een vloot bouwen en trok met zijn leger de Noordzee over. Harold werd tijdens deze slag gedood en Willem werd tot koning gekroond.
13. Ondanks de minimale middelen geeft de voorstelling de indruk de hevige strijd goed te beschrijven. Geef twee argumenten waardoor die indruk ontstaat.
Slide 26 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
