Lesson 4: verb "to be" + introduction unit C listening

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Engels

• plattegrond (volgt nog!)
• telefoons thuis of in de kluis
• boeken/laptop/schrift/etui op bank
• mutsen af + jassen uit 

Goals

Last lesson we do the verb "to be" in every single form and have a look at the vocabulary!

Today we are going to repeat the verb "to be" and do some listening (and maybe read a little bit in Epic)

Next lesson  we are going to do the verb "have got" and practice with the words

Check homework

Do: exercise 1 WB blz. 5 + opdracht A en B van bijlage in Somtoday (ook te vinden in planner Itslearning)

Leren: Argentina - desk blz. 122 WB (Woordenlijst met NL erbij staat in Itslearning planner!)

Opdracht A huiswerkblad

Look at the chart and complete with the correct form of the verb to be:

1. Susan is my neighbor.

2. Arnold and Lenny are friends.

3. Are you OK, Cindy?

4. The boys aren’t in front of the house, they are in the backyard.

5. This table is made of Italian wood.

6. Those shoes are very expensive.

7. My parents are at the theater

Opdracht B huiswerkblad

Joe and Sue are brother and sister. They are from England. Joe is 9 years old and Sue is 12. Sue is the best student in her class but Joe isn’t. His grades are really bad. Their parents are worried about Joe’s grades.

They are elementary students and they go to school by bus. The bus isn’t very large, it is small, only for 12 kids. They go to school at 8 and lunch time is at 12. They return home from school at 3 and do their homework before dinner. Dinner time isn’t after 9, it is around 8. They go to bed around 10 and it is the worst part of the day for the kids.

Opdracht 5 blz. 6 SB (kleur)

We gaan kijken naar de woorden die bij opdracht viif staan. Schrijf ze in je schrift en probeer erachter te komen welke woorden er missen. Die kun je vinden in opdracht 1 in het gesprekje.

Opdracht 6 luisteren

We gaan luisteren naar een fragment. 

Schrijf in je schrift opdracht 6 en nummer 1 t/m 7

Nu gaan we luisteren naar het fragment en moet je alle instrumenten in het Engels opschrijven!

Opdracht 7

Schrijf alle Engelse woorden op in je schrift en probeer erachter te schrijven wat het Nederlands is

Antwoorden opdracht 7

dance = dansen

play basketball/football/tennis = basketbal/voetbal/tennis spelen

play the drums/clarinet = de drums/klarinet spelen

ride a bike/a horse = fietsen of paardrijden

sing = zingen

ski = skiën

speak Chinese/French/Spanish = Chinees/Frans/Spaans spreken

swim = zwemmen

skate = skaten

skateboard = skateboarden

Work alone

Maken: oefening 1 blz. 6 WB (nakijken na 6 minuten)

Huiswerk: opdracht 2 (alleen de vragen maken) blz. 5  + opdracht C van bijlage

Leren: Argentina - keyboard blz. 122 WB (Woordenlijst met NL erbij staat in Itslearning planner!)

Tijd voor Blooket?

Homework

Maken: oefening 1 blz. 6 WB  + opdracht 2 (alleen de vragen maken) blz. 5 + opdracht C van bijlage

Leren: Argentina - keyboard blz. 122 WB (Woordenlijst met NL erbij staat in Itslearning planner!)