Trede 6.3: kloktijden en de dagen van de week

Aujourd'hui c'est jeudi, le 16 février

1 / 36

Slide 1: Tekstslide

FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui c'est jeudi, le 16 février

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de plannen voor het weekend?

😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Leerdoelen week 7

Ik kan in het Frans klokkijken; hele uren, halve uren kwartieren

Slide 3 - Tekstslide

Quelle heure est-il?

Wie heeft er zo'n klok?
Wie weet hoe laat het is?
Hoe vraag je: hoe laat is het?

Welke wijzer de uren?
Welke wijzer de minuten?

Slide 4 - Tekstslide

het hoogste aantal uren bij de analoge klok is ....

Slide 5 - Quizvraag

Het hoogste aantal minuten bij de analoge klok is ....

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Hoe vraag je in het Frans:
Hoe laat is het?

Quelle heure est-elle?

Quel heure est-il?

Quelle heure est-il?

Slide 8 - Quizvraag

Quelle heure est-il?

Kloktijden beginnen met: Il est...
hele uren: Il est ... heure(s)
kwart over: uur wat is geweest + et quart
half: uur wat is geweest + et demi(e)
kwart voor: uur wat komt + moins le quart

Slide 9 - Tekstslide

Hele uren: Il est ...

... une heure
... deux heures
... cinq heures
... neuf heures
... onze heures

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Let op:

Het is 12 uur 's middags. Il est midi.

Het is 12 uur 's nachts. Il est minuit.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Het is kwart over: Il est ... et quart

... une heure et quart
... deux heures et quart
... cinq heures et quart
... neuf heures et quart
... onze heures et quart
Il est midi et quart.
Il est minuit et quart

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Het is half ... : Il est ... et demi(e)

... une heure et demie
... deux heures et demie
... cinq heures et demie
... neuf heures et demie
... onze heures et demie
Il est midi et demi.
Il est minuit et demi.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Het is kwart voor: Il est ... moins le quart

... une heure moins le quart
... deux heures moins le quart
... cinq heures moins le quart
... neuf heures moins le quart
... onze heures moins le quart
Il est midi moins le quart.
Il est minuit moins le quart.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Quelle heure est-il?

Il est midi.

Il est minuit.

Il est douze heures.

Il est douze heure.

Slide 27 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
Begin met: Il est

Slide 28 - Open vraag

Quelle heure est-il?
Begin met: Il est...

Slide 29 - Open vraag

Ik begrijp het klokkijken in het Frans:

😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Tu connais les 7 jours de la semaine en français?

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Video

Vertaal:
les jours de la semaine

Slide 33 - Open vraag

C'est quel jour aujourd'hui?

Slide 34 - Open vraag

Quel est le bon ordre pour les jours de la semaine ?

lundi, mercredi, dimanche, jeudi, samedi, mardi, vendredi

dimanche, lundi, jeudi, vendredi, samedi, mardi, mercredi

jeudi, vendredi, samedi, dimanche, lundi, mardi, mercredi

mercredi, jeudi, dimanche, samedi, vendredi, lundi, mardi

Slide 35 - Quizvraag

Werkdoelen week 7

Ma semaine d'école
La journée d’un collégien
Verbuga pro: Werkwoorden eindigend op -er

Slide 36 - Tekstslide