schooltaal en palindroom

Schooltaal
Sommige woorden gebruik je zelf niet zo snel. In schoolboeken kom je ze wel vaak tegen. Ook gebruiken docenten ze weleens. Zulke woorden noem je schooltaal. Voorbeelden van schooltaalwoorden zijn ‘begrip’, ‘kortom’ en ‘samenvatting’.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Schooltaal
Sommige woorden gebruik je zelf niet zo snel. In schoolboeken kom je ze wel vaak tegen. Ook gebruiken docenten ze weleens. Zulke woorden noem je schooltaal. Voorbeelden van schooltaalwoorden zijn ‘begrip’, ‘kortom’ en ‘samenvatting’.

Slide 1 - Tekstslide

Bevatten
A
begrijpen
B
geloven
C
vasthouden
D
inhouden

Slide 2 - Quizvraag

globaal
A
precies
B
de grootte
C
ruw geschat
D
uitwerking

Slide 3 - Quizvraag

noteren
A
opschrijven
B
noten lezen
C
voeren
D
bevatten

Slide 4 - Quizvraag

constateren
A
herkennen
B
conclusie trekken
C
contact opnemen
D
vaststellen

Slide 5 - Quizvraag

interpreteren
A
op een bepaalde manier opvatten
B
innemen
C
omgaan met
D
handeling met een bepaald doel

Slide 6 - Quizvraag

Variëren
A
optreden
B
concluderen
C
verenigen
D
verschillen

Slide 7 - Quizvraag

Bekijk deze woorden eens. Wat is er bijzonder aan deze woorden? Roep niet door de klas, maar neem 2 minuten de tijd en schrijf voor jezelf op!




racecar
legovogel
negen




Slide 8 - Tekstslide

Palindroom
Een palindroom is een woord of tekst dat als je dat van voor naar en van achter naar voor leest precies hetzelfde is. 

Palindroom gaat terug op het klassiek Griekse παλινδρομος (palindromos), dat ‘teruglopend, in tegengestelde richting lopend’ betekent.

Slide 9 - Tekstslide

OMDRAAIEN DIE LETTERS


Je kunt de zin ook van achteren naar voren lezen. Er staat dan precies hetzelfde. Dat noemen we een palindroom.

Woorden als lepel, racecar en meetsysteem 
zijn ook palindromen.
Lezen is in, ezel!

Slide 10 - Tekstslide

OMDRAAIEN DIE LETTERS

Bedenk zelf nog een of twee palindromen. Overleg met je buurman of buurvrouw. Maak het niet te moeilijk (kok :-))

Onthoud ze goed, want je kunt ze op de volgende pagina intypen.


Slide 11 - Tekstslide

palindromen

Slide 12 - Woordweb

Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?

b Morgen k... ik erwtensoep.

Slide 13 - Open vraag

Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?

a. Hij k... haar strak aan.

Slide 14 - Open vraag

Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?

g Hij is erg in zijn s... met zijn nieuwe scooter.

Slide 15 - Open vraag

Palindroom-lied
https://www.youtube.com/watch?v=OrKB7xwQ0ak

voor de liefhebbers

Slide 16 - Tekstslide