3.7 taalverrijking

3.7 taalverrijking
Wat moet je kunnen en kennen voor de toets?
- Je leert wat schooltaalwoorden zijn
- Je leert moeilijke woorden die vaak in schoolboeken voorkomen
- Je leert moeilijke woorden uit de hoofdstuk
- Je leert verschillende spreekwoorden en uitdrukkingen
- Je leert wat een palindroom is
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.7 taalverrijking
Wat moet je kunnen en kennen voor de toets?
- Je leert wat schooltaalwoorden zijn
- Je leert moeilijke woorden die vaak in schoolboeken voorkomen
- Je leert moeilijke woorden uit de hoofdstuk
- Je leert verschillende spreekwoorden en uitdrukkingen
- Je leert wat een palindroom is

Slide 1 - Tekstslide

Schooltaal
Sommige woorden gebruik je zelf niet zo snel. In schoolboeken kom je ze wel vaak tegen. Ook gebruiken docenten ze weleens. Zulke woorden noem je schooltaal. Voorbeelden van schooltaalwoorden zijn ‘begrip’, ‘kortom’ en ‘samenvatting’.

Slide 2 - Tekstslide

Spreekwoorden en uitdrukkingen
Met spreekwoorden en vaste uitdrukkingen maak je een tekst afwisselender. Je zegt met andere woorden hetzelfde.

De betekenis van een spreekwoord of uitdrukking zoek je bij het belangrijkste woord, het kernwoord. Als er meerdere kernwoorden in een spreekwoord of uitdrukking staan, zoek je bij het eerste kernwoord.

Slide 3 - Tekstslide

Daar heb ik geen kaas van gegeten.
Ik ga even een dutje doen.
Wat ben je chagrijnig.
Je moet wel goed uitkijken!
Daar heb ik geen verstand van.
Ik ga even een uiltje knappen.
Jij bent zeker met je verkeerde been uit bed gestapt!
Je moet wel uit je doppen kijken!

Slide 4 - Sleepvraag

Palindroom
Wat is een palindroom? Een palindroom is een woord of tekst dat als je dat van voor naar en van achter naar voor leest precies hetzelfde is. Een simpel voorbeeld is het woord 'kok' of 'lepel.

Slide 5 - Tekstslide

Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?

b Morgen k... ik erwtensoep.

Slide 6 - Open vraag

Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?

a. Hij k... haar strak aan.

Slide 7 - Open vraag

Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?

g Hij is erg in zijn s... met zijn nieuwe scooter.

Slide 8 - Open vraag

Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?

c Weet je nog wat je d... op 8 februari?

Slide 9 - Open vraag

Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?

c Weet je nog wat je d... op 8 februari?

Slide 10 - Open vraag

Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?

c Weet je nog wat je d... op 8 februari?

Slide 11 - Open vraag

Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?

c Weet je nog wat je d... op 8 februari?

Slide 12 - Open vraag

Oefenen met de woordjes
Op de volgende pagina zie je een link naar een spel. 
Als je dit spel goed speelt, heb je al veel geoefend voor de toets.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link