H4 20221003 2.4 Rekenen met eenheden
1 / 14
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Vertel in 1 korte zin wat je de vorige les (en het huiswerk) hebt geleerd.
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
4,3 g = ... kg
A
4,3⋅10−3
B
4,3⋅10−2
C
4,3⋅102
D
4,3⋅103
Slide 5 - Quizvraag
1,12 cm = ... mm
A
1,12⋅10−2
B
1,12⋅10−1
C
1,12⋅101
D
1,12⋅102
Slide 6 - Quizvraag
7,1⋅10−3L=....mL
A
7,1⋅10−6
B
7,1
C
7,1⋅103
D
7,1⋅106
Slide 7 - Quizvraag
4,5cm3=...mL
A
4,5⋅10−3
B
4,5⋅10−1
C
4,5
D
4,5⋅103
Slide 8 - Quizvraag
89g=...mg
A
8,9⋅10−2
B
8,9
C
8,9⋅102
D
8,9⋅104
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de eenheid van dichtheid?
Slide 11 - Open vraag
Wat is het volume van 1 kg chloorgas?
Slide 12 - Open vraag
Hoeveel weegt een diamant van
1 ?
1 ?
cm3
