Commercieel 1 2.6 en 2.7.

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
commercieel 1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat vond je het leukst om deze vakantie te doen?

Slide 2 - Woordweb

Lifechanger - pannekoek met chocopasta en stroop

Slide 3 - Woordweb

Lifechanger - pannekoek met chocopasta en stroop

Slide 4 - Woordweb

Lifechanger - pannekoek met chocopasta en stroop

Slide 5 - Woordweb

2.6 Lokale/regionale samenwerking
Voorbeeld1: winkeliersvereniging.
Doen bijv: overleg met gemeente, collectieve beveiliging, organiseren van braderieën. 
Doel: omzet/winst verhogen.
Voorbeeld 2: centrummanager
Vaak in dienst van de gemeente.
Doel: leefbaarheid, kwaliteit en economische functie winkelcentrum verbeteren.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

Maak nu:

32 en 33

Slide 9 - Tekstslide

32. Welke taken heeft een centrummanager?

Slide 10 - Open vraag

33a Noem een voorbeeld van lokale samenwerking

Slide 11 - Open vraag

33b 2 voordelen van lokale samenwerking winkeliers in winkelcentrum

Slide 12 - Open vraag

2.7 Netwerken
= leggen en onderhouden van contacten met mensen die iets voor jou kunnen betekenen.
= geven en nemen. Voor de ander ben jij ook iets waard. 

Slide 13 - Tekstslide

Welke netwerken heb jij?

Slide 14 - Woordweb

Netwerken als retailer
- andere lokale ondernemers.
- als sponsor.
- lokale overheden.
- politie
- consumenten.
- klanten.
- branche- organisatie

Slide 15 - Tekstslide

Online netwerken
- kracht: eenvoudig mensen op de hoogte brengen.
- belangrijk: welk medium gebruikt je doelgroep?
- denk als ondernemer goed na over het gebruik van social media (lees tips op blz 65 hiervoor door!)

Slide 16 - Tekstslide

34. Waarom is het voor een retailer belangrijk om te netwerken?

Slide 17 - Open vraag

35. Ook jij hebt een netwerk. Bedenk wie je uit je netwerk in zou kunnen
schakelen voor:
a het zoeken naar een geschikte vervolgopleiding.
b het vinden van een baan.
c het maken van een afstudeerwerkstuk.

Slide 18 - Open vraag

Einde les
Fijne dag nog vandaag en tot vrijdag!

Slide 19 - Tekstslide