D1ATh4 B3 Je gewrichten

D1ATh4 Sporten
 B3: Je gewrichten
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D1ATh4 Sporten
 B3: Je gewrichten
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de functie van een gewricht?

Slide 2 - Open vraag

Wat is kraakbeen? Welke functie heeft het?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoel



1.  Je leert wat de kenmerken van kraakbeen zijn
2. Je leert op welke twee manieren botten met elkaar verbonden kunnen zijn
3. Je leert de delen van een gewricht benoemen
4. Je leert wat de functies van de onderdelen van een gewricht zijn
5. Je leert te onderscheiden: kogel- rol- en scharniergewricht




Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten (huiswerk)
Handboek:   Lezen blz. 106 t/m 108
                          Noteer de gekleurde woorden in je schrift.

Werkboek blz. 119 t/m 121

Maak opdracht: 15 t/m 20

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Bewegen
Eén van de functies van het skelet is dat je kunt bewegen. Botten zijn vaak verbonden met elkaar door een gewricht. Het gewricht zorgt ervoor dat die botten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. 
Er is dan veel beweging mogelijk.
Veel beweging ...in welke gewrichten?
Heup
Knie
Enkel

Slide 7 - Tekstslide

Kraakbeen
Botten kunnen ook met elkaar verbonden zijn door kraakbeen.

Kraakbeen zelf is weinig (matig) beweegbaar. 

Een tussenwervelschijf bestaat uit kraakbeen. Het zit tussen de wervels. Als je springt vangen de tussenwervelschijven een deel van de klap op. 

Ook tussen je ribben en het borstbeen zit kraakbeen. Dat is buigzaam en daardoor is er een beetje beweging mogelijk. Als  je ademhaalt zet je borstkas uit, er kan lucht in je longen worden gezogen.



Slide 8 - Tekstslide

De bouw van gewrichten

Een gewricht wordt meestal door twee botten gevormd.
Het ene bot heeft een gewrichtskogel, het andere een gewrichtskom (zie afbeelding).  

De gewrichtskogel kan in de gewrichtskom bewegen.

Op het bot bevindt zich een laagje kraakbeen. Daardoor kunnen de botten soepel bewegen en slijten ze minder snel.

Het gewrichtskapsel houdt de botten stevig bij elkaar.
Ook de spieren helpen daarbij.




6
gewrichtskogel
1
gewrichtskapsel
2
gewrichtskom
3
kraakbeen
4
gewrichtskapsel
5
gewrichtsvloeistof - gewrichtssmeer
Elleboog

Slide 9 - Tekstslide

Bouw van het heupgewricht


Heupgewricht

Slide 10 - Tekstslide

Vergroeiing

Botten die vergroeid zijn tot één geheel noem je vergroeid.

Je kunt ze niet afzonderlijk van elkaar bewegen.

Slide 11 - Tekstslide

Kogelgewricht
1
Scharniergewricht
2
Rolgewricht
3
Met je ledematen en wervelkolom kun je verschillende bewegingen maken. Verschillende soorten gewrichten zorgen daarvoor

Slide 12 - Tekstslide

Kogelgewricht
Het schoudergewricht is een kogelgewricht. Het is de verbinding tussen het opperarmbeen en het schouderblad. 

In een kogelgewricht zijn bewegingen mogelijk in verschillende richtingen en er is een draaiende beweging mogelijk.

In je schoudergewricht kan je arm naar voren en achteren en opzij. Je kunt ook een rondje draaien met je opperarmbeen. 

De kogel van je bovenarm draait in de kom van je 
schouderblad.

Ook je heupgewricht is een kogelgewricht.


Slide 13 - Tekstslide

Scharnier gewricht
Een scharniergewricht zit bijvoorbeeld tussen 2 vingerkootjes. 

Beweging is maar in 1 vlak mogelijk.
Bijvoorbeeld:
- omhoog en omlaag
- buigen en strekken (heen en terug)

Andere voorbeelden van scharniergewrichten zijn bijv. het kniegewricht en gewrichten tussen 2 teenkootjes.


In je ellebooggewricht kun je je arm buigen en strekken.

Slide 14 - Tekstslide

Rolgewricht
Twee botten draaien om elkaar heen. 
Spaakbeen en ellepijp kunnen om elkaar heen draaien. Dat is handig want daardoor kun je je hand draaien en kun je makkelijk wat pakken met je handen


Slide 15 - Tekstslide

Een vinger uit de kom wordt behandeld door een arts!

Slide 16 - Tekstslide


Nr. 1
A
gewrichtskogel
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtskom
D
kraakbeenlaagje

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een gewricht?

Slide 18 - Open vraag


Nr. 2
A
gewrichtskogel
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtskom
D
kraakbeenlaagje

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een scharniergewricht?

Slide 20 - Open vraag


Nr. 3
A
gewrichtskogel
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtskom
D
kraakbeenlaagje

Slide 21 - Quizvraag


Nr. 4
A
gewrichtskogel
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtsvloeistof
D
kraakbeenlaagje

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de functie van het gewrichtskapsel?

Slide 23 - Open vraag


Soort gewricht
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaikogelgewricht

Slide 24 - Quizvraag


In het ellebooggewricht is door deze spieren mogelijk:
A
een draaiende beweging
B
buigen en strekken
C
een rolbeweging
D
er is geen beweging mogelijk

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een kogelgewricht?

Slide 26 - Open vraag


Dit is een ..1.. gewricht.

Hierin is een .. 2 ..beweging mogelijk
A
1. kogel 2. draaiende
B
1. scharnier 2. heen en weer
C
1. rol 2. draaiende
D
1. draai-rol 2. heen en weer

Slide 27 - Quizvraag


Namen van de onderdelen
A
1 kraakbeenlaagje 2 gewrichtskom
B
1 kraakbeenlaagje 2 gewrichtskogel
C
1 kraakbeenlaagje 2 gewrichtsvloeistof
D
1 gewrichtskom 2 gewrichtskogel

Slide 28 - Quizvraag


Namen van de onderdelen
A
3 kraakbeenlaagje 4 gewrichtskogel
B
3 gewrichtskom 4 gewrichtskapsel
C
3 kraakbeenlaagje 4 gewrichtsvloeistof
D
3 gewrichtskogel 4 gewrichtskapsel

Slide 29 - Quizvraag

Bij een leerling uit MH1F gaat de arm uit de kom. Wat nu?
A
Die arm schiet vanzelf weer in de kom, niets doen.
B
De gymleraar zet de arm terug in de kom en stuurt de leerling naar de arts
C
Een medeleerling zet de arm terug in de kom en stuurt de leerling naar de gymleraar
D
De arts zet de arm weer terug in de kom, pijnstillers geven en rust voorschrijven

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een kraakbeenverbinding?

Slide 31 - Open vraag


Kraakbeen
A
maakt het mogelijk dat een gewricht veel kan bewegen
B
maakt dat een gewricht niet kan bewegen
C
maakt het mogelijk dat een gewricht een beetje kan bewegen
D
zit nooit in een gewricht

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de functie van kraakbeen?

Slide 33 - Open vraag


Een gewricht
A
maakt het altijd mogelijk dat een draaibeweging mogelijk is
B
is hetzelfde als een bot
C
is stevig door een kraakbeenlaagje
D
zorgt ervoor dat botten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen

Slide 34 - Quizvraag

1. Kraakbeen op de kogel en kom zorgt ervoor dat botten
soepel kunnen bewegen

2. Het gewrichtskapsel zorgt ervoor dat de botten veel kunnen
bewegen
A
1. waar 2. waar
B
1. nietwaar 2. nietwaar
C
1. nietwaar 2. waar
D
1. waar 2. nietwaar

Slide 35 - Quizvraag

1) Wat is een naadverbinding
2) Geef een voorbeeld

Slide 36 - Open vraag

1. De gewrichtskogel beweegt in de gewrichtskom

2. Als een arm uit de kom is, zijn het schouderblad en het
opperarmbeen niet meer goed met elkaar verbonden
A
1. waar 2. waar
B
1. nietwaar 2. nietwaar
C
1. nietwaar 2. waar
D
1. waar 2. nietwaar

Slide 37 - Quizvraag


Verbinding ribben - borstbeen

A
Kraakbeen verbinding een beetje beweging mogelijk
B
Gewricht een beetje beweging mogelijk
C
Kraakbeen verbinding veel beweging mogelijk
D
Gewricht veel beweging mogelijk

Slide 38 - Quizvraag

Leerdoel



1.  Je weet en kunt vertellen wat de kenmerken van kraakbeen zijn
2. Je weet en kunt vertellen op welke twee manieren botten met elkaar verbonden 
    kunnen zijn
3. Je kent de delen van een gewricht en je kunt ze benoemen
4. Je weet en kunt vertellen wat de functies van de onderdelen van een gewricht zijn
5. Je weet en kunt vertellen hoe de kogel- rol- en scharniergewrichten er uitzien en 
    hoe ze functioneren.




Slide 39 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 40 - Woordweb

Wat vind je nog lastig?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 41 - Woordweb

Slide 42 - Tekstslide