GGZ blok 2 (mint) week 1

Wat weet je nog van de vorige les?
1 / 22
volgende
Slide 1: Woordweb
verpleegkunde ghzMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Niet alle gedrag dat afwijkt, is een symptoom van een psychiatrische stoornis...
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke criteria voor het vaststellen van gestoord gedrag ken je? (meerdere antwoorden mogelijk..)
A
Gedrag wijkt af van de sociale norm
B
De persoon kan zich niet anders gedragen dan hij doet.
C
Gedrag heeft ongemak, lijden of bezorgdheid tot gevolg bij de persoon zelf en/of bij de omgeving
D
Gedragskenmerken zijn te herkennen en te ordenen binnen DSM-5

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanuit welke invalshoek?..
'Gedrag is het eindproduct van de hersenen'...


A
Psychologisch
B
Biologisch
C
Magisch/ Religieus
D
Sociologisch

Slide 4 - Quizvraag

De biologische benadering is de klassieke medische invalshoek. De behandelaar gaat ervan uit dat gedrag het eindproduct is van de hersenen. Dit betekent dat afwijkend gedrag het resultaat kan zijn van niet goed functionerende hersenen en dat dit mogelijk het gevolg is van erfelijke factoren, afwijkingen in de hersenen, niet goed functioneren van de neurotransmitters of problemen met de hormoonproducerende cellen in de hersenen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychische Functies
Welke psychische functies kennen we ?
....en hoe zien die eruit als ze disfunctioneren?

Een psychiater kan er veel uit opmaken, omdat hij onderzoek doet naar Psychische functies..
Veelal door observaties, maar ook door bijvoorbeeld testen af te nemen..
 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Expressie en Psychomotoriek
Je kunt  vooral uit de Psychomotoriek veel opmaken;
Lichaamshouding, beweging, mimiek..., maar ook observeren in spraak....

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Stupor is een geestelijke hersentoestand waarbij sprake is van een sterke vermindering of totale opheffing van het bewustzijn en de cognitieve functies. Dit gaat gepaard met onbeweeglijkheid van het lichaam. Meestal is de persoon volledig bewegingsloos en reageert niet meer op de buitenwereld.

Persevereren houdt in dat je niet meer kan stoppen met een bepaalde handeling of dat je continu hetzelfde woord of opmerking blijft herhalen en/of dat je in een gesprek blijft hangen of zelfs in een bepaald gevoel
Bewustzijn
Onderscheid tussen..
Psychologisch bewustzijn: door er over na te denken, je van ' iets' bewust bent..
Biologisch bewustzijn: gaat het er letterlijk om dat je 'bij kennis bent'..

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Zelfbeleving is het vermogen om jezelf te onderscheiden van anderen...

Depersonalisatie kan omschreven worden als het gevoel 'los' te staan van de omgeving, in een droom te leven, achter glas te staan of het eigen lichaam als vreemd te ervaren. De patiënt houdt wel contact met de werkelijkheid, maar kan door het gevoel van vervreemding, erg onrustig of gespannen worden. 'Herkent zichzelf niet meer'

Oorzaken van depersonalisatie en derealisatie
Veel mensen hebben wel eens te maken gehad met een (lichte) vorm van depersonalisatie en/of derealisatie. Factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van depersonalisatie en derealisatie zijn:

Alcohol en/of drugsgebruik
Extreme spanning of stress
Slaaptekort
Langdurige vermoeidheid
(Ernstige) lichamelijke ziekten zoals kanker
Depersonalisatie en derealisatie treden ook vaak op als een van de symptomen van psychische stoornissen zoals PTSS
.

Slide 13 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Door waarneming ben je in staat om contact te hebben met de wereld om je  heen. Je ogen, oren, neus etc. gebruik je en maken verbintenis met denken, gedachtes, ervaringen en herinneringen. Ook verbonden met je gevoel...

Een illusie is een schijnbare werkelijkheid of een onjuist idee van de werkelijkheid/ kortdurend.
Verkeerde uitleg van zintuigelijke gegevens... te hoge verwachtingen, angsten of wensen...wel corrigeerbaar

Bij een hallucinatie hoort, proeft, ziet, voelt of ruikt men zaken die niet in de buitenwereld voorkomen

Slide 15 - Tekstslide

Waan= waarvan de patiënt niet af te brengen is met logisch redeneren (bijv. achtervolgingswaan..) …. in strijd met de werkelijkheid. Wordt door Zorgvrager als absolute zekerheid beschouwd

 Confabulatie (of confabuleren) is een stoornis in het geheugen, waarbij iemand overdreven, gefantaseerde of onware verhalen vertelt. De gedragingen lijken op pseudologia phantastica of pathologisch liegen, maar er is geen sprake van opzettelijk liegen

Slide 16 - Tekstslide

Je gevoelsleven bestaat uit gevoelens, stemmingen ( en emoties waarmee je jezelf beleeft). 
Affectlabiliteit is een sterke schommeling in de uiting van gevoelens. Affect betekent: het gedrag waarmee mensen laten zien hoe ze zich voelen. Iemand met affectlabiliteit zal emoties als verdriet of vreugde sneller en nadrukkelijker uiten door te huilen of te lachen. De tranen – of lachspieren – zitten los, zou je kunnen zeggen. Voor affectlabiliteit zijn nog allerlei andere namen in omloop: emotionele ontremming, emotionele incontinentie, emotionalisme, dwanglachen en dwanghuilen.
"Jantje lacht, Jantje huilt'.... In extreme vorm

Slide 17 - Tekstslide

HEt houd in dat je overleg hebt met jezelf en voor en nadelen overweegt..

Kleptomanie is ingedeeld bij de stoornissen in de impulsbeheersing. Wie aan kleptomanie lijdt, kan geen weerstand bieden aan de drang om dingen te stelen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk...in leerteams
In je LWP zoek je de casus "In Psychische Nood.." 
Zie week 1 blok 2 
Maken de vragen die daarbij horen (5 t/m 8)
Klaar: bespreken leerteam 1-2 / 3-4

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies