Psychische functies

Branche GGZ
Psychische functies
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Branche GGZ
Psychische functies

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na de les kan de student:
  • benoemen welke psychische functies er zijn
  • wat de gevolgen zijn van niet goed functioneren in psychische functies. 
  • observatie punten benoemen voor verpleegkundigen in de psychiatrie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychische functies

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Psychische Functies
Psychische functies zijn die processen die optimaal psychisch functioneren van mensen en dieren mogelijk maken.

Ze dragen zorg voor oriëntatie, kennis, leren, herinneren, fantasie, humor, gedrag, interesses, houding, mening, waarnemen, motivatie, liefde, affect, persoonlijkheid, karakter……


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychische Functies
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek                     Conatief   (Handelen)
  • bewustzijn                                                            Cognitief   (Denken)
  • zelfbeleving                                                         Cognitief
  • waarneming                                                        Cognitief
  • denken                                                                   Cognitief
  • gevoelsleven                                                       Affectief   (Voelen)
  • willen en verlangen                                          Conatief

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychische functies
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • willen en verlangen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Expressie en psychomotoriek
  • alle bewegingen die iemand laat zien zijn een uitdrukking van zijn psychische gesteldheid 
  • non-verbaal = lichaamshouding, beweging en mimiek
  • verbaal = manier van spreken

Slide 9 - Tekstslide

overactiviteit = 
  1. overdreven snelheid
  2. niet doelgericht handelen
  3. extreme vorm van opwinding (agitatie)
onderactiviteit =
  1. vertraagde, geringe of afwezige beweging
  2. bewegingsremming = iemand wil iets maar er is "tegenkracht" die hem hiervan weerhoudt
dysactiviteit = alle stoornissen in de motoriek
bepaalde houdingen en bewegingen met een repeterend karakter
  1. rituele handelingen
  2. bizarre houdingen 
  3. grimassen


Spraak
  1. versneld zijn(woordenvloed)
  2. vertraagd (langzaam of moeizaam)
  3. gedeeltelijk geremd (stotteren, hortend en stotend spreken)
  4. volledig geblokkeerd (mutisme)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • onnodig breedsprakig
  • overdreven gedetailleerd
  • overmatig gestileerd 
  • perseveratie = voortdurend herhalen van dezelfde zinnen of woorden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Psychische functies
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • willen en verlangen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewustzijn
Toestand waarin we besef hebben van onszelf en onze omgeving

  1. stoornissen in helderheid
  2. stoornissen in aandacht
  3. stoornissen in oriëntatie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoornissen in helderheid
  • beneveling  (suffig)
  • somnolentie (slaperig)
  • sopor (slaaptoestand)
  • subcoma (bewustzijnsverlies)
  • coma (hoogste graad bewustzijnsverlies)

Slide 15 - Tekstslide

beneveling = suf, wazig
somnolentie = slaperig, moeite doen om wakker te blijven
sopor = slaaptoestand reageert op sterke prikkel
subcoma = bewustzijnsverlies, reageert licht op pijnprikkel, niet wekbaar
coma  = hoogste graad van bewustzijnsverlies, geen reactie op pijnprikkel
Stoornissen in aandacht
  1. verhoogde aandacht = treed vooral op bij angst
  2. verminderde  aandacht = bij een toestand van verlaagd bewustzijn 
  3.  bij normaal bewustzijn bij dagdromen, verstrooidheid concentratieproblemen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stoornis in oriëntatie
  • tijd
  • plaats
  • persoon 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychische functies
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • willen en verlangen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfbeleving
De mens beseft dat hij bestaat, dat hij lijkt op andere mensen maar zich van hen onderscheid
Verstoring = depersonalisatie = zelfvervreemding

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Psychische functies
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • wilen en verlangen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarneming
wordt bepaald door:
  • het eigen denken
  • het gevoelsleven
  • het groepsoordeel

Slide 24 - Tekstslide

het eigen denken = referentiekader = gedachten, ervaringen en herinneringen

het gevoelsleven = emotioneel gekleurd, waarneming is subjectief, jou versie

het groepsoordeel = mensen laten zich bij een waarneming leiden door het groepsoordeel
Waarneming
2 stoornissen
  • illusies
  • hallucinaties

Slide 25 - Tekstslide

objectief waarnemen kan niet

illusie = verkeerde uitleg van zintuigelijke gegevens = corrigeerbaar
Hallucinaties
niet corrigeerbaar
  • akoestische hallucinatie
  • optische hallucinatie
  • olfactorische hallucinatie
  • gustatorische hallucinatie
  • haptische hallucinatie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychische functies
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • willen en verlangen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denken
  • vorm en beloop 
  • inhoud
  • intelligentieniveau
  • geheugen

Slide 28 - Tekstslide

vorm en beloop = de manier waarop iemand denkt

inhoud = wat iemand denkt

intelligentieniveau = verstandelijke beperking de manier waarop iemand tot zelfinzicht kan komen manier van contact maken en relaties met anderen

geheugen = inprenten, behouden en oproepen
geheugen
Vorm en beloop 
  • formele denkstoornis 
  • verwardheid 
  • neologismen  
  • concretisch denken

Slide 29 - Tekstslide

formele denkstoornis = te langzaam of te snel
verwardheid = de gedachten zijn niet meer te volgen
neologismen = eigengemaakte woorden
concretisch denken = figuurlijk bedoelde omschrijving letterlijk nemen
Verwardheid = waan
onjuiste opvatting
  • in strijd met de objectieve realiteit
  • wordt als absolute zekerheid beschouwd
  • niet door ervaring of eigen logica te beïnvloeden

Slide 30 - Tekstslide

formele denkstoornis = te langzaam of te snel
verwardheid = de gedachten zijn niet meer te volgen
neologismen = eigengemaakte woorden
concretisch denken = figuurlijk bedoelde omschrijving letterlijk nemen
Wanen
  • grootheidswaan                       
  • schuld- en zondewaan           
  • hypochondrische waan
  • paranoïde waan
  • jaloersheidswaan

  • betrekkingswaan
  • erotische betrekkingswaan
  • beïnvloedingswaan

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geheugen
  • Inprenten  (registratie)
  • behouden (retentie)
  • oproepen (reproductie)

Organische stoornis
Psychische stoornis

Slide 32 - Tekstslide

vorm en beloop = de manier waarop iemand denkt

inhoud = wat iemand denkt

intelligentieniveau = verstandelijke beperking de manier waarop iemand tot zelfinzicht kan komen manier van contact maken en relaties met anderen

geheugen = inprenten, behouden en oproepen
geheugen
Psychische functies
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • wilen en verlangen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevoelsleven = onze stemming


  • Stemmingsstoornis = abnormale neerslachtigheid of opgewektheid

  • Depressieve stemming = abnormale somberheid of lusteloosheid

  • Manische stemming = abnormale vrolijkheid, overenthousiasme en prikkelbaarheid

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Affectstoornissen= mate van gevoeligheid van emoties is gestoord
  • affectlabiliteit = sterke schommelingen
  • affectincontinentie = onbeheerst uiten van gevoelens

  • affectafvlakking = gevoelsarmoede
  • anhedonie = niet in staat zijn om plezier te ervaren

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functionele psychopathologie 
Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • expressie en psychomotoriek
  • bewustzijn
  • zelfbeleving
  • waarneming
  • denken
  • gevoelsleven
  • willen en verlangen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

             Willen en verlangen =            het doelbewust nastreven van een bepaalde handeling of situatie

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stoornissen in de wil
  • remming
  • ontremming of impulsiviteit
  • drang of dwang 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwangstoornis
Dwanggedachten (obsessie)
Dwanghandelingen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de volgende filmpjes, observeer en noteer

- welke psychische functies je hierin ziet.

- is er hier sprake van normale psychische functies of afwijkend?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

vanaf 5.00 min

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Problemen met het bewustzijn zie je vooral bij
A
Delier
B
Depressie
C
Angststoornis
D
Fobie

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Les Psychose, Schizofrenie
Deelopdracht 3

Voorbereiding: 
  • Deelopdracht 1 af 
  • Gestart met e-elearning Pschiatrische ziektebeelden

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies