laatste voorbereiding les TW2

VOORBEREIDINGSLES TOETS KUA1
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

VOORBEREIDINGSLES TOETS KUA1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoelen:
- je hebt extra geoefend met antwoord geven via de kop-romp-staart methode.
- je weet wat er van je verwacht wordt op je toets.
- je hebt een aantal accenten herhaald. 

Lesplan:
- Mededelingen voor proefwerk
- vragen stellen, wat is er nog onduidelijk?
- Oefenen met antwoorden kop-romp-staart (a.d.h.v. hardop denken)
- Herhaling aantal accenten, wat weet je nog?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mededelingen...
  1. Neem zelf een chromebook mee + oortje
  2. Je mag een Nederlands woordenboek meenemen, om moeilijke begrippen in op te zoeken.
  3. Maak  met typen je antwoorden overzichtelijk (dus geen lappen tekst aan elkaar) maar werk met opsommingstekens en/of nummer je antwoorden.
  4. Waarschijnlijk overbodig, maar je mag geen andere programma's openen dan het toets programma op de computer. (zorg ook dat er geen andere tabbladen open staan)
  5. Als aan het einde van de toets de tijd om is, lever je toets dan in! Doe je dit niet en de docent sluit hem af kan het zijn dat je laatste antwoord niet bewaard blijft.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets voorbereiding
De twee belangrijkste dingen voor je toets voorbereiding
LEER:
- De accenten (haal uit de doelstellingen en PowerPoints)
- De analyse begrippen 
OEFENEN:
- Met antwoord geven via kop-romp-staart  (PowerPoints)
- Met de analyse begrippen toepassen (PowerPoints)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen/ onduidelijkheden/ dingen die je graag wilt behandelen?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

(Bekijk - 1:00 tot 2:00 min)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stukje herhaling....
Wat weet je nog van de ACCENTEN?


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kleeft er een Negatief imago aan de Jazz? (dans en/of muziek)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat het verschil is tussen 'lage' en 'hoge' kunst. EN leg uit waarom het verschil steeds meer vervaagd in de Massacultuur.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de massacultuur vervaagt het verschil tussen ‘lage’ en ‘hoge’ kunsten 

  • HOGE kunst wordt gezien als kunst voor de Elite. 
  • LAGE kunst wordt gezien als kunst voor de ‘gewone’ mens. 
  • Kunst- en cultuurvormen die voorheen slechts voor de elite waren bestemd (‘hoge’ kunst) worden onderdeel van de massacultuur.  
  • Ook komt de (‘lage’ kunst) via kunstenaars als Keith Haring en Andy Warhol in het museum terecht waardoor het ook wordt geaccepteerd door de elite.  

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg aan de hand van twee aspecten uit waarom het gebouw op de afbeelding postmodern genoemd kan worden.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee aspecten van het gebouw die postmodern genoemd kunnen worden zijn: 
Vermenging van stijlen; verschillende architecten werken samen aan een gebouw waarin verschillende stijlen zijn verenigd.
Stijl citaten; gebruik van (historische) citaten zoals een toren, poort of vestingwerk en deze in een andere context plaatsen.
Decoratieve vormgeving; gebouw is erg kleurrijk, ook al omdat het voor een deel bedekt is met goudkleurige platen en veel geglazuurd tegenwerk.
Contrast vormgeving met de omgeving; de opvallende ligging van het museum in een sterk contrasterende omgeving (in het water en in een negen­tiende -eeuwse wijk).

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MODERNISME

"less is more"
POSTMODERNISME

"less is a bore"

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het MODERNISME en het POSTMODERNISME op het gebied van VORMGEVING

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

               MODERNISME

  • Geometrische vormen.
  • Functioneel
  • “de vorm volgt de functie”

  • Sobere en elementaire kleuren.
  • Origineel

           POSTMODERNISME

  • Organische vormen
  • Versierend
  • De vorm is belangrijker dan de functie
  • Bonte kleuren en patronen

  • “kitscherig”

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de ideeën/ idealen van Brecht met zijn Episch theater?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De ideeën/ idealen van Brecht met zijn Episch theater zijn:

Het theater stuk gaat in op sociale en politieke vraagstukken.
   -> hij wilde de de wereld verbeteren door de mensen maatschappelijk en politiek meer bewust te maken (maatschappelijke structuur zichtbaar te maken), mensen laten nadenken en/of mensen een spiegel voor te houden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe deed hij dat?
De toeschouwer mocht zich niet te veel inleven en objectief een mening gaan vormen.
1. De acteurs stellen zich afstandelijk op en analyseren hun rol of de situatie tijdens de voorstelling zo nu en dan;
2. De spelers houden bewust afstand van hun rol, ze mogen zich niet te zeer inleven
3. De acteurs spreken het publiek direct aan;
4. De regisseur maakt regelmatig gebruik van een verteller;
5. Er wordt gebruik gemaakt van "vervreemdingseffecten".




Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies