9.2 Bloeddruk (zelfstandig)

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

9.2 bloeddruk

Leerdoelen 9.2

1. Je kunt het ontstaan en de functie van de systolische- en diastolische bloeddruk uitleggen.
   
   
2. Je kunt de oorzaken en risico’s zijn van een te hoge- en te lage bloeddruk verklaren. 
   
   
3. Je kunt uitleggen hoe een bloeddrukmeting plaatsvindt. 

Deelconcepten

diastole, 

systole, 

hartslagfrequentie

slagader, ader, haarvat, bloeddruk, 

bovendruk, onderdruk

De druk in de manchet is nu hoger dan die in de slagader

De druk in de manchet is nu ietsje lager dan de systolische druk waardoor deze zich er doorheen kan persen

Opdracht

Maak 9.2 opdr. 1 t/m 5

Welke bloedvaten hebben de laagste bloeddruk?

Neemt de bloeddruk van het bloed toe of af naarmate het bloed van het hart afstroomt?

Bloeddruk is de druk op de vaatwanden en ontstaat door samentrekken van hartkamers

De hartsystole zorgt voor de verhoging

van de bloeddruk in de vaten.

Beantwoord de vraag

op de volgende dia.

1

2

3

4

Bekijk de afbeelding op de vorige slide. Noteer de nummers en zet erachter of de bloeddruk hoog of laag is

De weerstand van de wanden van de bloedvaten zorgen voor een daling van de bloeddruk.

In welk deel van het bloedvatenstelsel is de weerstand van de bloedvatwanden het grootst?

1. slagaders
2. aders
3. kleine slagadertjes
4. haarvaten

De verdeling van het bloed over de organen

Gevolgen van een hoge bloedruk

- Bovendruk 140 mmHg of hoger is.

- Onderdruk 90 mmHg of hoger is.

Langdurige hoge bloeddruk kan leiden tot  beschadigingen aan de wanden van de bloedvaten. O.a. cholesterol kan ophopen (artherosclerose) en de kans op een hartinfarct of beroerte neemt toe. 

Opdracht

Maak 9.2 opdr. 6

Terugblik: Welke vraag heb je nog voor de uitleg in de volgende les?