In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Internationale samenwerking
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom en hoe gingen landen in de tweede helft van de twintigste eeuw gingen samenwerken.
Slide 3 - Tekstslide
Verenigde Naties
Europese Unie
Slide 4 - Tekstslide
De Verenigde Naties (1)
Om een nieuwe oorlog te voorkomen zouden landen meer moeten samenwerken.
De Verenigde Naties (1945) werd de organisatie die ervoor zou moeten zorgen dat landen conflicten zouden uitpraten en niet meteen gingen vechten.
Slide 5 - Tekstslide
De Verenigde Naties (2)
De belangrijkste instelling van de VN is de Veiligheidsraad, een vergadering van vijftien lidstaten: vijf landen zijn vaste leden , tien landen wisselen elke twee jaar.
Alleen de vaste leden China, Rusland, de Verenigde Staten, Frankrijk en Engeland hebben vetorecht: zij mogen elke beslissing tegenhouden, ook al zijn alle andere landen vóór.
Slide 6 - Tekstslide
Macht van de VN
De VN neemt een resolutie (besluit) aan waarmee de daden van die regering worden afgekeurd.
De VN legt sancties op. Er mag bijvoorbeeld niet meer met het land worden gehandeld of de regering van dat land is in geen enkel ander land meer welkom.
De VN stuurt militairen naar het land. De VN heeft een eigen leger van soldaten uit de lidstaten.
Slide 7 - Tekstslide
Onderdelen VN
Behalve het voorkomen van oorlogen wil de VN ook het leven van mensen verbeteren:
Vrede en veiligheid.
Internationaal recht.
Behoud van de mensenrechten.
Economische en sociale ontwikkeling.
Uitwisseling van cultuur en wetenschap
Om dit te bereiken heeft de VN organisaties opgericht: de bekendste is de organisatie voor het welzijn van kinderen: UNICEF.
Slide 8 - Tekstslide
Het begin van samenwerking in Europa
Frankrijk en Duitland waren grote vijanden geweest tot 1945. Nu moest er meer vertrouwen komen..
1. Nieuwe oorlog voorkomen
2. Snelle opbouw van de economie
3. VS wilden een sterk Europa tegenover het communisme
Slide 9 - Tekstslide
Kolen en staal
Na Tweede Wereldoorlog wederopbouw nodig
Brandstoffen en grondstoffen nodig
Zes Europese landen werken samen om steenkool en staal te produceren (1952)
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) wordt opgericht:
Italië, West-Duitsland, Frankrijk, Nederland, België en Luxemburg
Slide 10 - Tekstslide
Samenwerking
EGKS is groot succes, behoefte aan meer handelgemeenschappen
Steeds meer samenwerking op gebieden als handel en kernenergie.
Vanaf 1967 alle Europese organisaties samengevoegd: Europese Gemeenschappen (EG)
Aan het einde van de Koude Oorlog waren twaalf landen lid van de EG.
Slide 11 - Tekstslide
Europese Unie
Steeds meer landen bij de EG
1992: Verdrag van Maastricht: lidstaten werken samen op alle gebieden die meer dan één land aangaan
Samenwerking heet voortaan: Europese Unie
Slide 12 - Tekstslide
0
Slide 13 - Video
Het bestuur van Europa
De Europese Commissie
Het Europese Parlement
De Raad van Ministers
Slide 14 - Tekstslide
Europese Commissie
De Europese Commissie bestaat uit 28 commissarissen.
Deze commissarissen kun je het beste vergelijken met onze ministers.
De Commissie stelt nieuwe wetten voor en zorgt dat wetten worden uitgevoerd.
Slide 15 - Tekstslide
Europese Parlement
Het Europees Parlement bestaat uit 751 leden. Ze worden iedere vijf jaar door de burgers van de lidstaten gekozen. Hoe meer inwoners een lidstaat heeft, hoe meer zetels dat land heeft in het Europees Parlement.
Het Parlement beslist over de wetsvoorstellen van de Europese Commissie, maar heeft géén recht van amendement.
Slide 16 - Tekstslide
Raad van Ministers
De Raad van Ministers bestaat uit alle ministers van alle lidstaten. Eigenlijk is de samenstelling elke keer anders, want als het over het milieu gaat dan komen alleen de ministers van Milieu.
De Raad van Ministers moet, net als het Europees Parlement, elk nieuw wetsvoorstel goedkeuren of afkeuren.
Slide 17 - Tekstslide
Welke wet geldt?
Wetten van de EU gaan alleen over onderwerpen die meerdere lidstaten aangaat, bijv. het milieu. Hoe snel je in Nederland op de snelweg mag rijden, bepaalt ons parlement: dat gaat écht alleen over Nederland.
Een Nederlandse wet mag niet in strijd zijn met een EU-wet.
Andersom kan dat wel: dan moet Nederland de wet aanpassen.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.