4H K3 week 5 les 1 briefje oefenen vz 3e naamval

Wiederholen Präpositionen mit 3. Fall (und einige mit 4. Fall)
Arbeitet zu zweit. 
> die eine Person schlägt (im Zweifelsfall) im Wörterbuch nach
> die andere tippt! 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wiederholen Präpositionen mit 3. Fall (und einige mit 4. Fall)
Arbeitet zu zweit. 
> die eine Person schlägt (im Zweifelsfall) im Wörterbuch nach
> die andere tippt! 

Slide 1 - Tekstslide

timer
0:30
Beste Katja!

Slide 2 - Woordweb

Anrede
Weiblich > Liebe Katja
Männlich > Lieber Jonas
(Sächlich > Liebes Kind)
Mehrzahl > Liebe Katja und Jonas

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
Leuk, dat je spoedig naar ons komt.
(Let op de vertaling van 'dat' en 'naar ons')

Slide 4 - Woordweb

Nett, dass du bald zu uns kommst.

Slide 5 - Tekstslide

timer
2:00
Zonder jou zou het feest maar half zo leuk zijn.
('zou zijn' is een zogeheten Konjunktiv II-vorm.
Schlage nach auf Seite 247!)

Slide 6 - Woordweb

Ohne dich wäre das Fest/die Party nur halb so schön.

Slide 7 - Tekstslide

timer
1:30
Voor mijn zus hoef je niets te kopen,
want ik heb al iets voor haar gekocht.

Slide 8 - Woordweb

Für meine Schwester brauchst du nichts zu kaufen, denn ich habe schon etwas für sie gekauft.

Slide 9 - Tekstslide

timer
2:00
Behalve jou en jouw ouders zijn natuurlijk ook
veel vrienden en bekenden uitgenodigd.

Slide 10 - Woordweb

Außer dir und deinen Eltern sind natürlich auch viele Freunde und Bekannte eingeladen.

Slide 11 - Tekstslide

timer
1:00
Van mijn vriendin Yasmin in Leipzig heb ik
nog niet gehoord, of ze komt.

Slide 12 - Woordweb

Von meiner Freundin in Leipzig habe ich noch nicht gehört, ob sie kommt.

Slide 13 - Tekstslide

timer
1:30
Op zondagavond om 8 uur haal ik je
met de auto van het station op.
(let op de vertaling van 'op' en 'om')

Slide 14 - Woordweb

Am Sonntagabend um 8 Uhr hole ich dich 
mit meinem Auto vom Bahnhof ab.

Slide 15 - Tekstslide

timer
1:30
Ik blijf echter in de auto, maar ik sta
precies tegenover het station.

Slide 16 - Woordweb

Ich bleibe aber im Wagen, aber ich stehe genau gegenüber dem Bahnhof.

Slide 17 - Tekstslide

timer
1:30
Ik verheug me erop, dat je bij het feest
aanwezig zult zijn.
(Let op de werkwoordsvolgorde in de bijzin (S. 259). Gebruik naast het
voorzetsel 'bij' het woord 'dabei' als vertaling van 'aanwezig')

Slide 18 - Woordweb

Ich freue mich darauf, dass du beim Fest / bei der Party dabei sein wirst.

Slide 19 - Tekstslide

timer
0:30
Tot komende zondag!

Slide 20 - Woordweb

Bis nächsten Sonntag!

Slide 21 - Tekstslide