In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Fysiologische verandering
Kracht
Slide 1 - Tekstslide
Maar eerst
POK's
Stage
Vragen
Slide 2 - Tekstslide
Lessen bij de Posten, Enschede
Slide 3 - Tekstslide
Wat ga je doen?
4 beweegactiviteiten
In tweetallen
Je maakt een VLOG per tweetal waarin je verteld en laat zien wat je doet en waarom.
Doel: Bewegen en plezier
TIP: Gebruik social media/YouTube/etc. voor inspiratie
Slide 4 - Tekstslide
Wat ga je doen?
Groep 1 start volgende week woensdag 27 september
9.00 uur bij de hoofdingang van de Posten
ROC kleding aan.
De Posten 135, 7544 LR Enschede
Slide 5 - Tekstslide
Groepsindeling
Groep 1 Groep 2
Milos
Bas
Lynn
Kestra
Joep
Liam
Lucas
Sven
Thijmen
Arthur
Nathalie
Sven
Chris
Daan
Bo
Joris
Tygo
Jasper
Senne
Jelmer
Jaimey
Timo
Boyd
Sem
Slide 6 - Tekstslide
De fysieke aspecten van het ouder worden
Kracht
Lenigheid
Uithoudingsvermogen
Snelheid
Coördinatie
Slide 7 - Tekstslide
Kracht
Het vermogen van spieren om een belasting/weerstand te overwinnen, te verplaatsen of onder controle te houden.
Slide 8 - Tekstslide
Functies van spieren
Beweging
Stabilisatie en handhaving houding
Helpen mee om lichaamstemperatuur in stand te houden
Maximale spierkracht tussen 25-35 jaar Hierna neemt dit af
Slide 9 - Tekstslide
Bouw en werking van spieren
Slide 10 - Tekstslide
Trainbaarheid van kracht
Duurtraining -> toename rode spiervezels
Krachttraining -> toename witte spiervezels (zwaarte van de weerstand/aantal herhalingen/snelheid van de uitvoering/lengte van de pauzes tussen de series)
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Senioren en kracht
Zijn ouderen/bejaarden nog trainbaar op het gebied van spierfunctie?
Slide 13 - Tekstslide
Senioren en kracht
Sarcopenie: afname van spierkracht en spiermassa
Snelheid van de eiwitsynthese (opbouw) neemt af
Verlies spiermassa: afname aantal spiervezels en verkleining spiercellen -> vooral type-2 spiercellen
Grotere kans om te vallen
Slide 14 - Tekstslide
Senioren en kracht
Vooral afname FT-vezels in bovenbenen (quadriceps en hamstrings) en rug -> mobiliteitsproblemen in de onderste extremiteit
Slide 15 - Tekstslide
Krachttraining bij senioren
Intensieve krachttraining meest efficiënt om sarcopenie te bestrijden
Ideale trainingsprikkel: 3 reeksen van 10 herhalingen, 70-80 % van max. 2 tot 3 keer per week
Vooral gericht op onderste extremiteit
Slide 16 - Tekstslide
Consequenties
Trainingsprikkel onvoldoende -> geen vooruitgang
Denk aan risico's (hart- en vaatziekten, medicijngebruik, diabetes, etc.)
Preventieve werking tegen vallen
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
01:34
De linker persoon heeft meer..
A
slow-twitch spiervezels
B
fast-twitch spiervezels
C
spiermassa
D
spiervolume
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Video
Aan de slag!
Maak een training voor jouw doelgroep van 45 minuten waarin de focus ligt op verbeteren van de bewegingseigenschap KRACHT
timer
10:00
Slide 21 - Tekstslide
BPV opdracht: Observatie vaardigheden
Breng de beginsituatie van jou groep in kaart! (zie Bpv-gids voor toelichting)
Je weet wat observeren is en kent de eisen aan een goede observatie
Je weet wat waarnemen is en kent de veel voorkomende waarnemingsfouten
Je kunt geschikte observatiemethoden inzetten
Slide 22 - Tekstslide
Observeren
Observeren:
bewust en doelgericht waarnemen met als doel informatie verzamelen
Waarnemen:
is het ontvangen van signalen uit je omgeving
Interpreteren:
is het betekenis geven aan waargenomen verbale en non-verbale signalen
Slide 23 - Tekstslide
Wat zie je?
Slide 24 - Open vraag
Wat zie je?
Slide 25 - Open vraag
Eisen aan een observatie
Betrouwbaar
Valide
Objectief
Nauwkeurig
Onafhankelijk
Slide 26 - Tekstslide
Waarnemingsfouten
Selectief waarnemen
Subjectief waarnemen
Begin en eind
Contrast
Halo- en horn-effect
Projectie
Slide 27 - Tekstslide
Observatiemethoden
Participerende/niet participerende observatie
Kwalitatief (beschrijvend, event sampling, beoordelingsschalen en checklist)
Kwantitatief (time sampling)
De methode moet je noemen en uitleggen waarom je voor een bepaalde methode kiest.
Slide 28 - Tekstslide
Aan welke 5 eisen moet een goede observatie aan voldoen?
Slide 29 - Open vraag
Welke uitleg hoort bij welke waarnemingsfout?
Wat je aan het begin en eind ziet blijft het beste hangen.
De één ziet andere dingen met observeren dan een ander.
Iedereen kijkt met zijn eigen persoonlijke manier en vervormt min of meer de werkelijkheid.
Selectief waarnemen
Subjectief waarnemen
Begin en eind
Slide 30 - Sleepvraag
Methodisch observeren
Bepalen van het doel
Bepalen van het te observeren gedrag
Kiezen van een passende observatiemethode
Kiezen van hulpmiddelen
Bepalen van de observatiesituatie
Bepalen van de manier van registreren
Slide 31 - Tekstslide
Van welke observatiemethode is de afbeelding een voorbeeld?
A
Beschrijvende observatie
B
Time sampling
C
Event sampling
D
Beoordelingsschaal/ checklist
Slide 32 - Quizvraag
Van welke observatiemethode is de afbeelding een voorbeeld?
A
Beschrijvende observatie
B
Time sampling
C
Event sampling
D
Beoordelingsschaal/ checklist
Slide 33 - Quizvraag
Van welke observatiemethode is de afbeelding een voorbeeld?
A
Beschrijvende observatie
B
Time sampling
C
Event sampling
D
Beoordelingsschaal/ checklist
Slide 34 - Quizvraag
Leerdoelen behaald?
Je weet wat observeren is en kent de eisen aan een goede observatie
Je weet wat waarnemen is en kent de veel voorkomende waarnemingsfouten