54 Drinkwater maken

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Klas Binnenkomen

• Ga rustig naar je plaats
• Je bent startklaar voor de les
• Aandacht voor de docent

Tijdens de les

• Doe actief mee
• Stoor niet
• Bij vragen eerst  je vinger opsteken
• Houd het lokaal netjes

Klas verlaten

• Je hebt het huiswerk genoteerd
• Je laat je werkplek netjes achter
• De docent bepaalt wanneer je kunt gaan
• Je vertrekt rustig

wat ga je leren

• zuivere stof of mengsel.
• manieren om water schoon te maken
• Hoe maak je drinkwater?
• Wat is hard water?

wat ga je doen

*aantekeningen maken in je schrift 5.4

*HB: Lezen blz. 111 t/m 112

  WB: maken opdracht 1 t/m 11; blz. 32 t/m 34

*nakijken/verbeteren 5.1 t/m 5.3

*Quiz

schoon drinkwater

Wordt gemaakt van:

• Grondwater (= zoet water uit de bodem)
• Oppervlaktewater (= zoet water uit rivieren en meren)

Zuivere stof vs mengsel

zuiver water?

• zuivere stof (= '1 stof)
• mengsel (= verschillende stoffen door elkaar)
• oplossing (= water met vaste stoffen die zijn opgelost)
• opgeloste stof (= de stof die in het water is opgelost)
• oplosmiddel (= het water waar de opgeloste stof in zit)

Manieren om water schoon te maken

1. Bezinken en afgieten
2. filtreren
3. extraheren
4. adsorberen
   

Zelfstandig werken (20 min):

• les1: Maak opdracht 1 t/m 10 van paragraaf 5.4
• les2: Maak opdracht 11 t/m 20 van paragraaf 5.4
• Klaar?  

Nakijken en verbeteren 5.1 t/m 5.3 & 5.4

{docent je werk laten aftekenen in je werkboek!!}

            Hard water

 *Water met veel opgeloste    

   calciumzouten (kalk)

*geeft kalkaanslag op     verwarmingselementen                                

Eenheid:

-Duitse Hardheid (DH)

-1 DH = 7,1 mg opgeloste calcium per liter water

            Zacht water

   *zit weinig kalk.

drinkwater wordt gemaakt van:

1. zeewater
2. oppervlaktewater
3. afvalwater
4. grondwater

Waar of niet waar?
Drinkwater is een zuivere stof

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?
Een zuivere stof bestaat ALTIJD uit 1 soort moleculen

1. Waar
2. Niet waar

Noem een voorbeeld van een mengsel dat je kunt drinken

DH betekent

1. Deense Hardheid
2. Duitse Hardheid

Welke zinnen zijn waar?

1. De hardheid van water wordt bepaald door de hoeveelheid opgeloste kalk
2. Hoe harder het water, hoe meer kalk erin zit
3. Zacht water bevat veel kalk
4. Zacht water bevat weinig kalk