□ 16. Je kunt uitleggen wat hydraten zijn en hoe het kristalwater ontbonden kan worden uit een hydraat; o a. Je weet hoe een zout er op microniveau uit ziet,
o b. Je weet wat kristalwater is,
o c. Je weet hoe kristalwater uit het kristalrooster (ionrooster) vrij worden gemaakt,
o d. Je kan berekenen hoeveel mol kristalwater gebonden is in een hydraat.
□ 17. Je kunt op microniveau tekenen en uitleggen hoe de watermoleculen zich rond ionen rangschikken;
o a. Je weet dat water een polaire stof is,
o b. Je weet dat ionen geladen deeltjes zijn,
o c. Je weet dat tegengestelde polen (+ en -) elkaar aantrekken.