Niet verwarren met hydratatie/gehydrateerd (ion omringd door watermoleculen).
Slide 8 - Tekstslide
Hydraat vormen
Bij de vorming van een hydraat neemt het zout water op in zijn kristalstructuur.
Pas wanneer er nog meer water wordt toegevoegd (overmaat) zal het kopersulfaat oplossen en splitsen in ionen.
Slide 9 - Tekstslide
Koper(II)sulfaat
Koper(II)sulfaat, CuSO4, heeft een witte kleur (Binas 65B).
Het kan maximaal 5 watermoleculen opnemen in de kristalstructuur per deeltje CuSO4.
Er ontstaat dan blauw gehydrateerd koper(II)sulfaat.
Dit noemen we koper(II)sulfaatpentahydraat, notatie:
Slide 10 - Tekstslide
Zouthydraten naamgeving
Een zouthydraat wordt weergegeven als zout en de hydraten erachter met een punt
CaSO4. 2H2O
calciumfosfaatdihydraat
Naam van het zout + hoeveel hydraten
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de juiste notatie van soda?
Natriumcarbonaatdecahydraat
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 12 - Quizvraag
Uitleg laatste quizvraag
Soda is de triviale naam van natriumcarbonaatdecahydraat (BINAS 66A).
Natriumcarbonaat bestaat uit Na+ en CO32- ionen, verhoudingsformule wordt Na2CO3.
Decahydraat betekent 10 watermoleculen opgenomen.
Slide 13 - Tekstslide
Geef de reactievergelijking voor het indampen van calciumsulfaatdihydraat.
Slide 14 - Open vraag
Opnemen - afstaan kristalwater
Opnemen van kristalwater is een exotherme reactie (er komt dus energie vrij).
Afstaan van kristalwater is een endotherme reactie (je moet er energie instoppen).
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Aan de slag
H: 38
B: 35, 36, 39 t/m 42.
V: 37
36: rekenvraag!!
Checkvraagjes einde les!
Slide 17 - Tekstslide
wat is een zouthydraat ?
A
een zout in kristalwater
B
een zout zonder kristalwater
C
een zout met daarin kristalwater
D
een droog zout dat ingedampt is.
Slide 18 - Quizvraag
Jeroen maalt een gipsen beeldje tot poeder. Hij wil het gemalen gips gebruiken om een nieuw figuurtje te maken. Wat moet hij dan achtereenvolgens doen?
A
gips is watervrij, dus water erbij doen en gebruiken
B
gips is een zouthydraat, dus eerst verhitten om water kwijt te raken
C
gips is een zouthydraat, dus verhitten en daarna water toevoegen om mee te werken
D
gips is een zouthydraat, dus eerst water toevoegen om het op te lossen
Slide 19 - Quizvraag
uitgevoerd: Na2CO3·x H2O (s) --> Na2CO3 + x H2O (g)
(= zouthydraat verwarmen levert --> watervrij zout en water)
vraag: waar staat x voor?
A
gram water
B
mol water
C
mol water ten opzichte
van mol Na2CO3
D
aantal waterdruppels
Slide 20 - Quizvraag
Noem een toepassing van een zouthydraat in het dagelijks leven.
A
Droog- en koelmiddelen
B
Bouwmaterialen zoals gips, cement en beton
C
Reagentia zoals kopersulfaat
D
Alle drie de keuzen zijn goed
Slide 21 - Quizvraag
Hoeveel watermoleculen zitten er in 1 molecuul glauberzout (zie BINAS 66A)