2.4 - Blessures

Hoofdstuk 2 - Bewegen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 - Bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2 - Bewegen
2.1 - Botten
2.2 - Botten bewegen
2.3 - Spieren
2.4 - Blessures

Slide 2 - Tekstslide

2.3 - Spieren

Slide 3 - Tekstslide

Waar of niet? Pezen zijn elastisch
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noem je 2 tegengesteld werkende spieren?
A
Synergisten
B
Willekeurige spieren
C
Onwillekeurige spieren
D
Antagonisten

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet? Spiervezels bestaan uit een hoop spierbundels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

In je vingers zitten geen spieren maar pezen. Waarom zitten de spieren die de vingers laten bewegen niet in de vingers maar in de onderarm?

Slide 7 - Open vraag

Een voorbeeld van een willekeurige spier is:
A
hart
B
dunne darmspieren
C
kuitspier
D
bloedvaatspier

Slide 8 - Quizvraag

Hoofdstuk 2 - Bewegen
2.1 - Botten
2.2 - Botten bewegen
2.3 - Spieren
2.4 - Blessures

Slide 9 - Tekstslide

2.4 - Blessures

Slide 10 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
Je kan vertellen hoe je een blessure kan oplopen
Je wat een blessure is
Je kan uitleggen hoe een botblessure behandeld wordt
Je weet welke gewrichtsblessures er zijn
Je weet welke spierblessures er zijn
Je kan uitleggen hoe je een blessure voorkomt
Je kan uitleggen wat een goede lichaamshouding is

Slide 11 - Tekstslide

Hoe krijg je blessures
Beschadiging aan bot, gewricht of spier
Kan ook ontstaan door overbelasten
Dan lever je te veel of te zware inspanningen

Blessures vaak bij sporten
4.500.000 blessures per jaar


Slide 12 - Tekstslide

Botblessures
Operatie – bij zware botbreuken

Zetten – bij de meeste botbreuken
Botten worden tegen elkaar aan geduwd, en er gaat gips omheen
Bot groeit dan weer aan elkaar, doordat beencellen extra weefsel maken

Slide 13 - Tekstslide

Gewrichtsblessures
Ontwrichting
Verstuiking
Knieblessure

Slide 14 - Tekstslide

Ontwrichting
Gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom; gewrichtsbanden zijn opgerekt  herstelt wel weer


Slide 15 - Tekstslide

Verstuiking
Gewrichtsbanden en –kapsel rekken uit


Slide 16 - Tekstslide

Knieblessure (h/v)
Knieband/kruisband scheurt - minder stevig kniegewricht

Meniscus scheurt in (zie hiernaast)
Knie zit ‘op slot’
Vocht/bloed 'in de knie'
Meniscus slijpen of verwijderen na kijkoperatie


Slide 17 - Tekstslide

Spierblessures
Spierpijn – afvalstoffen ophoping
Spierkramp – Te veel afvalstoffen, spier voelt hard. Stoppen met bewegen
Spierscheur – Doorgaan met bewegen na kramp -> vlies rond de spierbundel scheurt
Kan plotseling komen. Ineens pijn -> zweepslag

Kneuzing – kapotte spiervezels of bloedvaatjes

Slide 18 - Tekstslide

Voorkomen - Intapen
gewricht omwikkelen met linnen plakband. 

Extra stevigheid

Slide 19 - Tekstslide

Voorkomen - Warming-up
Bloed door je spieren. Hierdoor worden ze warm. 
Warme spieren trekken makkelijker samen. 
Voorkomt ook gewrichtsblessures

Slide 20 - Tekstslide

Voorkomen - Cooling-down
Bloed door je spieren voor het afvoeren van afvalstoffen. Dit voorkomt spierpijn, -kramp of -scheuring

Slide 21 - Tekstslide

Houding
Hoe moet je nou iets tillen?
- Ga recht achter het voorwerp staan
- Buig je benen
- Houd je rug recht
- Houd het voorwerp dicht bij je lichaam
- Til het door je benen te strekken

Slide 22 - Tekstslide

Hernia
Kraakbeenschijf puilt uit
-> Zachte kern komt naar buiten
-> Zenuwen komen in de knel  hernia

Slide 23 - Tekstslide

Vragen
2.4 - Blessures

Slide 24 - Tekstslide

Een breuk moet altijd geopereerd worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Wat is er aan de hand bij een zweepslag
A
je hebt kramp
B
je spier trekt plotseling, krachtig samen
C
je spier scheurt
D
een pees scheurt af

Slide 26 - Quizvraag

Bij een ontwrichting
A
schiet de gewichtkogel uit de gewrichtskom
B
is er een kneuzing van het gewricht
C
is er een verzwikking van het gewricht

Slide 27 - Quizvraag

Wat kun je doen op spierpijn te voorkomen?
A
Een helm dragen
B
Je gewrichten intapen
C
Meteen rusten na het sporten
D
Cooling-down

Slide 28 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij een verstuiking:
A
gewrichtskapsel en gewrichtsbanden rekken te ver uit of scheuren in
B
Er komt een breuk in het gewricht
C
de spieren scheuren af
D
de huid gaat stuk

Slide 29 - Quizvraag

Spierpijn ontstaat door..
A
scheurtjes in de spiervezels
B
afvalstoffen in de spiercellen
C
breukjes in de botten
D
verrekkingen van de spieren

Slide 30 - Quizvraag

Een verstuiking is een blessure aan je........
A
botten
B
spieren
C
gewrichten

Slide 31 - Quizvraag

hoe herstel je van een ontwrichting
A
gips
B
operatie
C
amputatie
D
rust

Slide 32 - Quizvraag

Aan het werk 
Maken: Heel 2.4 (Toepassen (oranje) hoeft niet
TL/H - Opdrachten met blauwe ster MAG je overslaan.

Klaar? Nakijken. Daarna ook toepassen maken



Slide 33 - Tekstslide