Les 1 Zanddeeg Hoofd- en Hulpgrondstoffen

Boterdeeg
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Boterdeeg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten boterdeeg
bereidingen ken je?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Boterdeeg / Zanddeeg

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdgrondstoffen
Bloem

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boter
Margarine
Van de koe
Zaden en noten
onverzadigde vetten
verzadigde vetten
Zacht in de koelkast
Stevig in de koelkast

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdgrondstoffen
Vetstof

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Toevoeging karameloplossing
  • Hoe donkerder de basterdsuiker, hoe hoger het gehalte aan invertsuiker en vocht.
Hoofdgrondstoffen
Suiker

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Water: voor meer samenhang.
soms ook gebruikt om rijsmiddelen en suiker op te lossen, om het vervolgens aan het deeg toe te voegen.
  • Melk: samenhang en meer kleur aan eindproduct
  • Karnemelk: zuur in combinatie met rijsmiddelen.
  • Eieren: smaak, volume, kleur en structuur. Het zorgt voor een luchtiger en brosser resultaat.
Hulpgrondstoffen
Vocht 

Slide 8 - Tekstslide

Karnemelk: De zure eigenschap van karnemelk wordt in de banketbakkerij vaak gebruikt in combinatie met rijsmiddelen. Sommige rijsmiddelen kunnen namelijk een vieze, zeepachtige smaak achterlaten. Dit wordt verzepen of een sodarestsmaak genoemd. Het toevoegen van een zure grondstof, zoals karnemelk, kan de smaak neutraliseren.
Hulpgrondstoffen

  • Samengesteld Bakpoeder: brosser eindresultaat
  • Koolzuur: produceren van koolzuurgas geeft de werking van dit product.
  • Ammonium: meer en grotere gasbellen dan bij koolzuur, werking begint bij een lagere temperatuur dan bij koolzuur.
Hulpgrondstoffen
(chemische) Rijsmiddelen

Slide 9 - Tekstslide

Gemengd bakpoeder wordt ook wel samengesteld bakpoeder genoemd. Het bestaat vaak uit koolzuur, een chemisch zuur en zetmeel. Het is bij gemengd bakpoeder dus niet nodig om extra zuur toe te voegen aan je recept om verzepen te voorkomen.
Koolzuur heeft als eigenschap dat het soda achterlaat in het gebakken
Ammonium Er ontstaat bij de werking van dit product een sterk ruikend gas.
Ammonium laat geen rest achter in de bakproducten. Het vervluchtigt, dat wil zeggen het gaat zonder vloeistof te worden over van vast naar damp (gas). product.
Deze soda veroorzaakt een nare smaak vooral als het samen met vet, zeep vormt.
Hulpgrondstoffen
smaak/garnituur/decoratie

  • Zout
  • Citroenrasp
  • Specerijen
  • Cacaopoeder
  • Noten
  • Chocolade
  • Kokos
  • Caramel

Slide 10 - Tekstslide

Naast hulpstoffen die de structuur beïnvloeden, worden vaak ook smaakstoffen toegevoegd, zoals citroenrasp en zout. Meestal worden ze toegevoegd aan de boter- en suikermassa. Specerijen, cacaopoeder en andere poedervormige smaakstoffen moeten samen met de bloem gezeefd worden. Sommige smaakstoffen geven behalve smaak ook kleur af.
Wat bedoelen we met hoofdgrondstoffen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

- Smaak
- Verwerkbaarheid
- Zalvig of stevig
- Smaak
- Samenhang
- Verschillende teksturen 
- Samenhang
- Volume

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelen we met hulpgrondstoffen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten vocht geven het eindproduct meer kleur?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

........... bloem geeft een drijvende bakaard.
A
Patent bloem
B
Zeeuwse bloem

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Castormelissuiker geeft de meest drijvende bakaard
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Canvas
 Boterdeeg
Les 1 boterdeeg
Lees eerst het magazine boterdeeg en maak vervolgens de  theorieopdracht boterdeeg.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies