Spieren
1 / 20
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het kleinste deel waar de spier van de spier? Dit deel staat in contact met de uitlopers van zenuwcellen.
A
Spiergroep
B
Spierschede
C
Pees
D
Spiervezel
Slide 6 - Quizvraag
Een groep spiervezels noemen we een .....
A
Spierbundel
B
Spier
C
Pees
D
Spierschede
Slide 7 - Quizvraag
Hoe noemen we het deel wat de spier met je botten verbindt?
Slide 8 - Open vraag
Waardoor wordt zowel de hele spier als de spierbundels door omgeven.
A
Kraakbeen
B
Spiervezels
C
Bindweefsel
D
Spierschede
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Hiernaast zie je een plaatje waarop de gluteus
maximus (De grote bilspier) te zien is. Hoe het bot bij
het been waar hij aan vast zit.
maximus (De grote bilspier) te zien is. Hoe het bot bij
het been waar hij aan vast zit.
A
Kuitbeen
B
Scheenbeen
C
Opperbeen
D
dijbeen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de naam van de plek waar de spier vast zit aan het dijbeen?
A
Ontmoetingsplaats
B
Hechtenisplaats
C
Aanhechtingsplaats
D
Spierplaats
Slide 12 - Quizvraag
Wat gebeurt er met je spiervezels als je spier wilt aanspannen en wat gebeurt er als je je spier weer ontspant?
A
Aanspannen: Kort
Ontspannen: kort
B
Aanspannen: Kort
Ontspannen: Lang
C
Aanspannen: lang
Ontspannen: lang
D
Aanspannen: Lang
Ontspannen: kort
Slide 13 - Quizvraag
Welke 2 stoffen heb je nodig om je spier aan te kunnen spannen?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Deze vrouw is haar armen aan het trainen.
Voor deze oefening moet zij haar arm strekken.
Welke spier moet zij gebruiken om haar arm te
strekken?
Voor deze oefening moet zij haar arm strekken.
Welke spier moet zij gebruiken om haar arm te
strekken?
A
Bicep
B
Tricep
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn antagonisten?
Slide 17 - Open vraag
De ogen heeft spiertjes die de ogen groter maken en spiertjes die de ogen kleiner maken.
Zijn dit ook antagonisten?
Zijn dit ook antagonisten?
A
Ja
B
Nee
