Ordening les 2

Ordening les 2
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Ordening les 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

Voorkennis activeren
Doelen

-Aan het einde van de les kun je organismen ordenen op basis van hun kenmerken

Uitleg


Slide 2 - Tekstslide

Herhaling ordening op celniveau
Plantaardige cellen
dierlijke cellen
cellen van schimmels
bacteriën

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Schimmelcel

Slide 6 - Tekstslide

Bacterie altijd 1 cel


Bacterie heeft geen celkern
Bacterie heeft een celwand

Slide 7 - Tekstslide

Alle 4
1 =

2 =

3 =

4 =

Slide 8 - Tekstslide

Bacteriën hebben geen celkern maar wel een celwand en cytoplasma

Slide 9 - Tekstslide

Functie organellen in de cel
Celkern => erfelijk materiaal die zorgen dat alles geregeld wordt in de cel.
Celwand => een stevige laag om de cel heen. Zorgt voor stevigheid.
Vacuole => Zorgt voor extra stevigheid bij planten en schimmels
Bladgroenkorrels => Fotosynthese. Uit zonlicht met water een koolstofdioxide kan het organisme glucose en zuurstof maken.

Slide 10 - Tekstslide

Wie hoort waar?

Slide 11 - Tekstslide

Indeling organismen TL en KB

-Geordend op overeenkomstige kenmerken


Eerste deling: Domeinen
-Archaea (eencelligen: lijken op bacteriën maar is een aparte groep vanwege hun bijzondere eigenschappen)
-Eukaryoten (meercelligen: planten, dieren, schimmels en protisten)
- Prokaryoten


Slide 12 - Tekstslide

Indeling vmbo BB
Eerst de 4 RIJKEN die we op celniveau kunnen herkennen. Het dierenrijk, plantenrijk, schimmelrijk en de rijk van de bacteriën

De rijken worden verdeeld in groepen die we de STAM noemen

Sommige stammen verdelen we verder nog in KLASSEN

Slide 13 - Tekstslide

Verder verdelen TL en KB

Rijken

Stam

Klasse

Orde

Familie
geslacht

Soort

Slide 14 - Tekstslide

Plantenrijk
Het plantenrijk is verdeeld in drie stammen
1) wieren en algen
2 sporenplanten
3) zaadplanten

Slide 15 - Tekstslide

Dierenrijk
De stammen

Slide 16 - Tekstslide

Einde les 2
Ga aan de slag. Kijk in Peppels wat je moet doen.

Slide 17 - Tekstslide

Soorten en rassen

Dezelfde soort: kunnen onderling voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen

Ras: een groep binnen een soort met bepaalde overeenkomstige kenmerken
Soort: Hond
Ras: labrador, herder, chow chow enz. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

De evolutietheorie
De evolutietheorie is vanaf de 18e eeuw ontwikkeld door Charles Darwin. 
De theorie is niet te bewijzen. Er zijn wel veel feiten de de theorie ondersteunen. 
De feiten zijn de argumenten voor de evolutietheorie. 


De evolutietheorie gaat uit van:

- variatie in genotypen 
- natuurlijke selectie
- het ontstaan van nieuwe soorten

Slide 20 - Tekstslide

Argumenten voor evolutietheorie
  • Fossielen
  • Rudimentaire organen
  • Overeenkomsten

-DNA, eiwitten en fenotypen

-Embryonale ontwikkeling
-Bouw



Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Geologische tijdschaal
Wetenschappers
hebben onderzoek
gedaan naar de
geschiedenis van het
leven op aarde. 

De geschiedenis van het leven
op aarde is verdeeld in tijdperken.
 
Een tijdperk is een lange periode
waarin veel gebeurd is. 

Slide 24 - Tekstslide

Kenmerken bacterie en schimmel

Bacterie is eencellig, voortplanting door deling


Schimmel is een- of meercellig
(schimmeldraden en paddestoel)

voortplanting deling of sporen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Nuttig of schadelijk?

+ bacteriën en schimmels zijn reducenten dus ruimen op

+bacteriën zorgen voor een goede balans in je darmen
+bacterien en schimmels worden gebruikt in de biotechnologie, ze maken 
   yoghurt, alcohol (gist) en rijzen je brood
+sommige schimmels zijn eetbaar


-laten voedsel bederven
- kunnen een schimmelinfectie of bacteriele infectie veroorzaken (medicijn)


Slide 27 - Tekstslide

Bacteriën
  • Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën.
  • Bacteriën gebruiken de energierijke stoffen uit de melk
                        Voorbeeld melksuiker.
                        Melkzuur komt vrij als afvalstof
Conserveren
Manieren van  
Koel bewaren
Pasteuriseren
Het product wordt verhit tot 72 graden Celcius
- veel bacteriën en schimmels gaan dood, maar niet allemaal
- je vindt deze melk in de koeling van de supermarkt
Steriliseren
Het product wordt tussen de 130 en 140 graden celcius verhit
- Alle bacteriën en schimmels gaan dood
- De smaak verandert 
- Deze melk vind je in de supermarkt buiten de koeling
Drogen
Water wordt uit de producten gehaald. Bacteriën en schimmels hebben dit nodig om in leven te blijven. 
- gedroogd fruit
- soep (cup a soup)
- melkpoeder / chocopoeder
- gedroogde groenten 
Vacuum verpakken
Ook wel het luchtdicht verpakken. Alle lucht wordt uit de verpakking gezogen. Zo voorkomen ze de verdere groei van bacterien en schimmels

Slide 28 - Tekstslide

Planten bestaan uit 3 afdelingen.
- De wieren (algen)



- Sporenplanten



-Zaadplanten


Slide 29 - Tekstslide

Indeling planten
De vaatplanten zijn de paardenstaarten, varens en zaadplanten.

Slide 30 - Tekstslide

Zaadplanten
  • Wortels, stengels, bladeren
  • Wel bloemen
  • Voortplanting door zaden


Slide 31 - Tekstslide

Zaadplanten
  • Naaktzadigen

        - Zaden tussen de schubben (kegels)

        - Bladeren meestal naaldvormig

  • Bedektzadigen

        - Zaden in vruchten

        - Bladeren niet naaldvormig

Slide 32 - Tekstslide

Sporenplanten
  • Wortels
  • stengels 
  • Bladeren 
  • voortplanting door sporen

Onderverdeeld in: 
 Mossen en Varens

Slide 33 - Tekstslide

symetrie en skelet

- symetrisch, veelzijdig symetrisch of niet symetrisch


-inwendig, uitwendig of geen skelet

Slide 34 - Tekstslide

Gewervelden

Kenmerken:

- tweezijdig symetrisch

- inwendig skelet



1:   vissen 

2:  reptielen

3:  amfibiën

4:  vogels

5:  zoogdieren

Slide 35 - Tekstslide

holtedieren

Kenmerken:

- veelzijdig symetrisch

- meestal geen skelet

- leven in water

vangen hun prooi met 

   tentakels

Slide 36 - Tekstslide

Weekdieren

Kenmerken:


- Tweezijdig symetrisch

- Meestal een schelp of huisje

   als skelet

Inktvis
Naaktslak
Mossel

Slide 37 - Tekstslide

Geleedpotigen

Kenmerken:

- tweezijdig symetrisch

- het skelet is een pantser

1   insecten 

2  spinachtigen

3  kreeftachtigen (10 poten)

4  veelpotigen

Insect
6 poten
1
Spinachtigen
8 poten
2
Kreeftachtigen
10  poten
3
Veel potigen
veel poten (meer dan 10)
4

Slide 38 - Tekstslide

Sponzen

Kenmerken:


- niet symetrisch

skelet van stevige hoornstof

   tussen de cellen

zitten meestal vast op de 

   bodem van de zee

Slide 39 - Tekstslide

Stekelhuidigen

Kenmerken:

- veelzijdig symetrisch

inwendig skelet (kalk)

- de huid is bedekt met stekels 

   of knobbels

- leeft op debodem van de zee

Zee-egel
Zeester
Zeekomkommer

Slide 40 - Tekstslide

Wormen
  • tweezijdig symmetrisch
  • geen skelet
  • lichaam is lang en dun

Slide 41 - Tekstslide

Bacteriën en schimmels
Planten
Dieren

Slide 42 - Woordweb

Determineren

Blz 187 TB

'wie ben ik'

Determineren:
Organismen die je niet kent, kun je in een domein, rijk, stam of klasse plaatsen door op de kenmerken te letten. Determineren is achter de naam van een organisme komen met behulp van een determineertabel of een zoekkaart.

Slide 43 - Tekstslide

Een voorbeeld

Kijk op blz 189 van je TB




Determineren met behulp van een determineertabel

Slide 44 - Tekstslide

Een voorbeeld met zoekkaart

Slide 45 - Tekstslide

Blz 189
Welke determineerstappen zijn juist?
A
1a-2a-3b
B
1b-2a-3a

Slide 46 - Quizvraag

Blz 189
Welke determineerstappen zijn juist?
A
1a-4a
B
1a-4b-5b
C
1a-4b-5a

Slide 47 - Quizvraag