reader opdr. 4 inleidingen/slot/titel

Inleiding 1
Een oude dame heeft moeite met het de tram instappen. Een jongeman van ongeveer twintig ziet dat en schiet toe om haar te helpen. Hij neemt haar bij de arm. Op dat moment echter begint het dametje hysterisch te gillen en met haar armen en wandelstok om zich heen te maaien. Ze raakt de jongeman gevoelig, stapt plotseling opmerkelijk vlot in en laat haar onbegrepen helper verbijsterd achter.
Dit is nu een voorbeeld van iemand die zich in Nederland erg onveilig voelt. De angst voor misdadigheid kan ertoe leiden dat je je omgeving heel vreemd gaat zien. Is Nederland nu echt zo onveilig dat dit soort gedrag begrijpelijk is? Of gaat er volkomen ten onrechte een angstgolf door ons land, die weinig te maken heeft met de werkelijke onveiligheid waar wij dagelijks aan blootgesteld zijn?

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inleiding 1
Een oude dame heeft moeite met het de tram instappen. Een jongeman van ongeveer twintig ziet dat en schiet toe om haar te helpen. Hij neemt haar bij de arm. Op dat moment echter begint het dametje hysterisch te gillen en met haar armen en wandelstok om zich heen te maaien. Ze raakt de jongeman gevoelig, stapt plotseling opmerkelijk vlot in en laat haar onbegrepen helper verbijsterd achter.
Dit is nu een voorbeeld van iemand die zich in Nederland erg onveilig voelt. De angst voor misdadigheid kan ertoe leiden dat je je omgeving heel vreemd gaat zien. Is Nederland nu echt zo onveilig dat dit soort gedrag begrijpelijk is? Of gaat er volkomen ten onrechte een angstgolf door ons land, die weinig te maken heeft met de werkelijke onveiligheid waar wij dagelijks aan blootgesteld zijn?

Slide 1 - Tekstslide

inleiding 1: hoe wordt de aandacht getrokken? Is het een inleiding voor een betoog of beschouwing?

Slide 2 - Open vraag

Inleiding 2
Wie durft er tegenwoordig nog ’s avonds laat over straat te lopen zonder zijn pitbullterriër?
Wie gaat er zondags nog zonder bomvrij vest en helm een wedstrijd in ons betaalde voetbal bekijken? Wie kent er nog een winkel zonder beveiligingsinstallatie? Als je op de uitlatingen van veel mensen afgaat, is het bar en boos gesteld met de veiligheid in Nederland; op elk moment van de dag, thuis of buiten de deur, kun je beroofd, gemolesteerd, aangerand of vermoord worden.
Toch puilen de Nederlandse ziekenhuizen niet uit van de gewonden en gaan verzekeringsmaatschappijen niet bij bosjes failliet. Dat komt omdat er in dit land sterk overdreven wordt als het om de veiligheid van de mensen gaat. Ik zal een aantal veel gehoorde opvattingen omtrent de onveiligheid van het leven in Nederland bespreken en laten zien dat de situatie niet zo alarmerend is als zij wel lijkt.

Slide 3 - Tekstslide

inleiding 2: hoe wordt de aandacht getrokken? Is het een inleiding voor een betoog of beschouwing?

Slide 4 - Open vraag

Inleiding 3
Tegenwoordig zit een gezellig avondje uit er niet meer in. Neem nu eens een avondje naar de film. Laatst ging ik, samen met een vriendin, naar de bioscoop in Hoog Catharijne. Onderweg zijn we vier keer aangesproken door allerlei enge types die ons maffe voorstellen deden en de vijfde leukerd liet het daar niet bij, maar legde zijn arm om mijn schouder. Onze avond was goed verpest. Naar die bioscoop gaan we niet meer.
Eigenlijk is het belachelijk: ik vind dat iedereen overal in Nederland op zijn gemak moet kunnen lopen. Dat is echter niet meer mogelijk, omdat Nederland in de laatste jaren een onveilig land is geworden.

Slide 5 - Tekstslide

inleiding 3: hoe wordt de aandacht getrokken? Is het een inleiding voor een betoog of beschouwing?

Slide 6 - Open vraag

Inleiding 4
Verleden week stonden de kranten er nog vol van. Bij een overval op een supermarkt in Beesd werden medewerkers van deze zaak gedwongen een kluis voor de overvallers te openen, maar ze wisten niet hoe dat moest. Als beloning schoten de misdadigers toen even hun wapens leeg op het aanwezige personeel. Triest resultaat: twee doden en vier zeer zwaar gewonden. Van de daders ontbreekt ieder spoor.
Niet alleen zie je in Nederland de misdaad steeds toenemen, ook worden de misdadigers steeds agressiever en immoreler. Naar mijn mening is er in ons land een sterke behoefte aan meer politie, meer rechters en meer gevangenissen.

Slide 7 - Tekstslide

inleiding 4: hoe wordt de aandacht getrokken? Is het een inleiding voor een betoog of beschouwing?

Slide 8 - Open vraag

Inleiding 5
‘Agent, ik ben beroofd!’
‘Zo zo, waarvan dan wel?’
‘Van al m’n geld.’
‘En hoeveel was dat?’
‘Zevenendertig euro.’
‘Zevendertig? En moet ik daarvoor een heel formulier invullen?’
‘Ja, natuurlijk; ik kom aangifte doen!’
‘Vooruit dan maar, zin heeft het niet, maar iets belangrijkers heb ik toch niet te doen, zullen we maar denken, hè?’
Het is iedereen bekend. De misdaad neemt steeds meer toe, terwijl het de politie totaal boven het hoofd groeit. Ons land is onveilig geworden; mensen durven de straat niet meer op en de politiek doet niets anders dan bezuinigen op politie en justitie.

Slide 9 - Tekstslide

inleiding 5: hoe wordt de aandacht getrokken? Is het een inleiding voor een betoog of beschouwing?

Slide 10 - Open vraag

Inleiding 6
Jeroen van Puffelen heeft zijn stiletto in zijn zak gestoken en zijn geld in zijn stalen safetybelt gedaan. Hij gaat stappen. Buiten tegen de pui staat zijn fiets. Als hij erop wil springen, ziet hij dat de banden zijn doorgesneden. ‘Dat wordt doortrappen!’ denkt Jeroen.
Rammelend gaat hij op weg; in de bosjes langs de Dennenlaan zit een dozijn meisjes te huilen. Allemaal aangerand. Hij wil ze wel helpen, maar hij heeft maar één zakdoek bij zich, helaas. Als hij voor de discotheek is aangekomen, drukt een vervaarlijke junk een mes op zijn keel; diens vriendin rolt zijn portemonnee. ‘Ga maar vim spuiten, leipstra,’ denkt onze held, ‘want er zit mooi niks in!’
In de disco bestelt hij met geld uit zijn belt een cola. Hij neemt een slok, maar daarbij geldt er een ijsblokje in zijn verkeerde keelgat. Jeroen overlijdt.
De volgende ochtend schreeuwen de krantenkoppen: OPNIEUW GEHEIMZINNIGE DISCOMOORD.
Als je veel mensen mag geloven is er geen plek in Nederland waar je nog veilig bent voor junks, verkrachters en moordenaars. Maar dat beeld is sterk overdreven. Nederland is zo veilig of onveilig als jij wilt. Al die angstaanjagende verhalen zeggen net zoveel over de vertellers ervan als over de werkelijkheid. En ook de pers speelt in deze kwestie een belangrijke rol.

Slide 11 - Tekstslide

inleiding 6: hoe wordt de aandacht getrokken? Is het een inleiding voor een betoog of beschouwing?

Slide 12 - Open vraag

Inleiding 7
Is Nederland onveilig? De bedreiging van het alledaagse leven door een steeds toenemende misdaad is het onderwerp van veel gesprekken in de media en in de huiskamers. Iedereen heeft wel een onplezierige ervaring te melden of kent mensen in de directe omgeving, die de onveiligheid aan den lijve ondervonden hebben.
We spreken hier over een onderwerp dat ons allemaal raakt en waarover mensen ook een uitgesproken mening hebben. Maar hoe zit het eigenlijk precies met die Nederlandse onveiligheid? Hoe erg wordt ons leven door onveiligheid bedreigd, of valt het eigenlijk toch wel mee?

Slide 13 - Tekstslide

inleiding 7: hoe wordt de aandacht getrokken? Is het een inleiding voor een betoog of beschouwing?

Slide 14 - Open vraag

Inleiding 8
De bestrijding van de criminaliteit in Nederland is een demotiverende aangelegenheid, tenminste als men op de geluiden uit de hoek van politie en recherche afgaat. Daar kan men maar niet wennen aan de ervaring dat de misdaadbestrijding dweilen is met de kraan open. Als een politieman een crimineel heeft ingerekend, is de kans groot dat hij deze de volgende dag, breed lachend, op straat weer tegenkomt. Oorzaak? Justitie heeft maanden achterstand met het behandelen van zaken of er is een tekort aan cellen.
Als je, in de media, merkt dat politie en justitie de misdaad in Nederland niet meer aankunnen, is de vraag op zijn plaats of je je in ons land nog wel veilig kunt voelen.

Slide 15 - Tekstslide

inleiding 8: hoe wordt de aandacht getrokken? Is het een inleiding voor een betoog of beschouwing?

Slide 16 - Open vraag

Het slot
Een tekst wordt afgerond met een slot. 
Het slot bevat meestal de hoofdgedachte (de conclusie) van de tekst (meestal in één zin geformuleerd).
Vaak begint het slot met een signaal, zoals kortom, al met al, we hebben dus gezien dat ..., ik rond nu af met...

Slide 17 - Tekstslide

Slot - 2
Naast de hoofdgedachte bevat het slot soms (een combinatie van):
een samenvatting in enkele zinnen (niet bij korte teksten);
  • een conclusie;
  • een aansporing of aanbeveling;
  • een afweging;
  • een oproep;
  • een uitsmijter.

Slide 18 - Tekstslide

Slot - 3
De manier waarop een tekst wordt afgerond, wordt onder meer bepaald door het doel van de tekst en door de inleiding. Een tekst kan bijvoorbeeld eindigen met een aansporing.

Slide 19 - Tekstslide

Manieren om aantrekkelijk te eindigen
• een aansluiting bij het begin (de cirkel rondmaken): in het slot wordt teruggekomen op (de aandachttrekker uit) de inleiding;
• een uitsmijter (pakkende slotzin), bijvoorbeeld een retorische vraag of een citaat.

geen clichés als De tijd zal het leren of De meningen hierover zijn verdeeld en dat zal nog wel lang zo blijven.

Slide 20 - Tekstslide

De titel
  • belangrijk, want daarmee trek je als eerste de aandacht van de lezer
  • twee functies: 
  •  informeert maakt duidelijk waar de tekst over gaat
  •  motiveert om verder te lezen. Zoek dus een originele invalshoek voor je titel
  • Beschouwing:
  • > titel kan beide kanten van de zaak belichten
  • > titel mag een vraag zijn

Slide 21 - Tekstslide

Beschouwing
  • onderwerp beschouwing > probleem of een kwestie
  • maak duidelijk welk probleem of welke kwestie
  • belicht  van verschillende kanten
  • opiniërende tekst: je wilt de lezer over iets laten nadenken
  • slot beschouwing > aanbeveling: hoe tot een keuze, een oplossing van het probleem te komen

Slide 22 - Tekstslide

Tekststructuur beschouwing
Je kunt voor een beschouwing de volgende tekststructuren gebruiken:

  • voor- en nadelenstructuur
  • probleem-oplossingsstructuur
  • verschijnsel- en verklaringsstructuur

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk donderdag
maken opdr. 5A (slot)  + 6 (titel) uit reader schrijfvaardigheid

Slide 24 - Tekstslide