Nederlands les 4 2A schrijven -dinsdag 14 september 10:25 - 11:15

Welkom bij Nederlands!
- ga rustig zitten
- leg je Nederlandse boek, schrift en etui klaar  
- pak je leesboek 
5 minuten lezen in je leesboek
timer
0:50
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
- ga rustig zitten
- leg je Nederlandse boek, schrift en etui klaar  
- pak je leesboek 
5 minuten lezen in je leesboek
timer
0:50

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
- je leert stap voor stap schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik 

- Wat hebben wij gedaan?
- Kader: theorie onderwerp en deelonderwerpen herhaald
- TL: hoofdgedachte
- leesboek uitgekozen om iedere les te lezen


Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

- Huiswerk nakijken opdracht  4 + 5
- woordspel
- theorie stap voor stap schrijven
- werken aan opdrachten




Slide 4 - Tekstslide

Startopdracht doen we samen
woordenstroom in groepjes van drie

verzin zo veel mogelijk woorden bij het volgende onderwerp wat door je docent gegeven wordt:

Slide 5 - Tekstslide

Startopdracht
het woord is
FAMILIE
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Startopdracht voorbeelden
oomzegger, overgrootvader, overgrootmoeder, beppe, pake, mem, familieleden – oma, opa, tante, zus, broer, stiefmoeder, stiefvader, stiefbroer, stiefzus, halfbroer, halfzus, schoondochter, zwager, schoonzoon, neef, nicht, tantezegger heit

Slide 7 - Tekstslide

theorie stap voor stap schrijven
kijk naar het filmpje 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

TL Zelfstandig werken
Wat: Lees tekst 1 en maak opdracht 1,  vraag 1 t/m 5 blz. 19, 
Hoe: rustig en zelfstandig
Hulp: na de instructie aan kader
Tijd: 15 minuten
Klaar? ga verder met opdracht 2, vraag 1 (woordweb 
maken) en vraag 2, de woorden verdelen over 3/4 
deelonderwerpen
We bespreken deze vragen klassikaal





timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk controleren kader

Slide 11 - Tekstslide

opdracht 4
1 twee meisjes die hard lachen
2 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Vanochtend heb ik nog gelachen om een gekke reclame.
3 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Ik lachte samen met een klasgenoot.
4 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Wij moesten grinniken, want het was niet hilarisch.
5 ja (het onderwerp is ‘lachen’)

Slide 12 - Tekstslide

opdracht 4
6
a verslappen 5 niet meer gespannen staan
b blaas 7 zakje in het lichaam waar je urine (‘plas’) in zit
c ervaren 4 meegemaakt
d waarschijnlijk 6 vermoedelijk
e verklaren 1 duidelijk maken
f de productie 3 het maken
g geforceerd 2 gedwongen

Slide 13 - Tekstslide

opdracht 4
7 hormonen
8 bijvoorbeeld: Tip tegen de slappe lach of: Zo kom je van de slappe lach af
9 bij alinea 2
10 B bij alinea 3 en 4
11 Hormonen zijn stofjes die in je hersenen aangemaakt worden.

Slide 14 - Tekstslide

opdracht 4
12 De oorzaak van slappe lach ligt in onze spiegelneuronen. Deze hersencellen zorgen ervoor zorgen dat we het gedrag van anderen nadoen, (al. 3)  Bij pubers is de reactie op gezichtsuitdrukkingen (zoals blijdschap) veel sterker dan bij volwassenen. (al. 4)
13 A De schrijver wil informatie geven.
14 a waar
b waar
c waar

Slide 15 - Tekstslide

opdracht 5
Opdracht 5*
1 a – al. 2
b – al. 5
c – al. 3
d – al. 5
e – al. 2

Slide 16 - Tekstslide

vragen over het huiswerk?

Slide 17 - Tekstslide

Kader Samen oefenen
Wat: maak opdracht 1, blz. 18 + 19
Hoe: rustig en zelfstandig
Hulp: je maakt de opdracht eerst zelf, daarna kijken we deze klassikaal na
Tijd: 5 minuten
Klaar? wacht even rustig





timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Kader: Zelfstandig werken
Wat: Maak opdracht 2, blz. 19, vraag 1 en 2 zelfstandig
volg stap 3 en 4 van de opdracht en doe dit samen met je buurman/vrouw
Hoe: rustig en zelfstandig
Hulp: je mag docent vragen stellen
Tijd: 15 minuten
Klaar? Pak je leesboek!




timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk controleren kader

Slide 20 - Tekstslide

TL Opdracht 4
1 Eigen antwoord.
2 C met een zin die de hoofdgedachte van de tekst is
3 B Waarom heeft de gemeente Zwolle een fietsstratenplan gemaakt?
4 De schrijver legt uit wat een fietsstraat is
5 voordelen van fietsstraten
 

Slide 21 - Tekstslide

TL Opdracht 4
6 Fietsstraten hebben nog meer voordelen (al. 4) alinea ervoor (al. 3) ook al voordeel; ‘En ten slotte is er nog een belangrijk economisch voordeel.’(al. 5)
7 de fietser is de belangrijkste weggebruiker (met wie andere weggebruikers rekening moeten houden) en die heeft voorrang op andere weggebruikers.

Slide 22 - Tekstslide

TL Opdracht 4
8 Doordat geen aparte fietspaden hoeven te worden aangelegd, bespaart de gemeente ruimte én geld. Die ruimte en dat geld kan de gemeente gebruiken om groen of andere voorzieningen in de wijk te maken.
9 de manier waarop de weg is vormgeven en de speciale regels die gelden in de straat
10 onjuist, er zijn geen officiële borden, ze zijn er op initiatief van de Fietsersbond.
11 De gemeente is al enkele keren genomineerd voor de titel 'Fietsstad van het jaar'

Slide 23 - Tekstslide

TL bespreken opdracht 1
Wat: antwoorden bespreken  opdracht 1,  vraag 1 t/m 5 blz. 19, 
Wat: antwoorden bespreken opdracht 2, vraag 1 en 2, blz. 19

We bespreken deze vragen klassikaal
daarna verbeter je je tekst. (vraag 4, blz. 19)





timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Vooruitblik

- volgende les: start je direct met lezen in je leesboek na binnenkomst
- kijken we het huiswerk na
- gaan we verder met de opdracht

- zijn er nog vragen?


Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
Voor woensdag 15 september a.s:
Kader: Maken opdracht 2
TL: Maken opdracht  2, vraag 4.
Lees de theorie van bladzijde 18 door
         


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link