Van een stof of mengsel kan je de hoeveelheid uitdrukken met volume (de afmetingen, hoe veel ruimte neemt het in)
en met massa (hoe zwaar is het?)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoeveelheid stof
Van een stof of mengsel kan je de hoeveelheid uitdrukken met volume (de afmetingen, hoe veel ruimte neemt het in)
en met massa (hoe zwaar is het?)
Slide 1 - Tekstslide
Volume omrekenen naar massa
Welke eigenschap is hiervoor nodig?
Slide 2 - Tekstslide
Dichtheid
De hoeveelheid massa per één volume-eenheid (bv. gram per mL of gram per L of gram per m3 of kilogram per .... enz.)
g/mL of kg/L of g/cm3 of kg/dm3
Slide 3 - Tekstslide
Dichtheid
g/mL = g/cm3 = kg/L = kg/dm3
1,50 g/mL = 1,50 kg/L
Slide 4 - Tekstslide
natrium + chloor --> natriumchloride
Slide 5 - Tekstslide
Bob voegt 10,0 gram natrium toe aan 4,50 liter chloorgas. De dichtheid van chloorgas is 3,21 g/L. Wat is de massa van het chloorgas?
A
4,50 gram
B
0,71 gram
C
1,40 gram
D
14,4 gram
Slide 6 - Quizvraag
Uitwerking
m = ρ x V = 3,21 x 4,50 = 14,4 g
Slide 7 - Tekstslide
Bob voegt dus 10,0 gram natrium toe aan 14,4 gram chloorgas. Bereken hoeveel gram natriumchloride er bij de reactie ontstaat. Maak gebruik van je boek. (de tabel)
A
10,0 gram
B
24,0 gram
C
24,4 gram
D
25,0 gram
Slide 8 - Quizvraag
Welke stof is in ondermaat?
reactie: natrium + chloor --> natriumchloride
M.V. 2,0 : 3,0 : 5,0
G.G. 10,0g X
X = 10,0 x 3,0 / 2,0 = 15,0 g. Dit kan niet (er is maar 14,4 g chloor)
Slide 9 - Tekstslide
Welke stof is in ondermaat?
reactie: natrium + chloor --> natriumchloride
M.V. 2,0 : 3,0 : 5,0
G.G. 10,0g X
G.G. 14,4g Y
X = 10,0 x 3,0 / 2,0 = 15,0 g. Dit kan niet (er is maar 14,4 g chloor)