meervouden (deel 1.1)

regel 3:een -'s komt na:
-a
-o
-u
-i
-y
papa's
auto's
paraplu's
ski's
baby's
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSchrijvenISK

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

regel 3:een -'s komt na:
-a
-o
-u
-i
-y
papa's
auto's
paraplu's
ski's
baby's

Slide 1 - Tekstslide

meervouden (deel 1.1)

Slide 2 - Tekstslide

doel:
Ik leer het meervoud en de belangrijkste 3 regels van het meervoud.

Slide 3 - Tekstslide

Pas op! Lange klank & korte klank:


 boom - bomen
bos - bossen
roos - rozen
 golf - golven

Slide 4 - Tekstslide

de regel(1):

Meestal komt er: - en achter het woord als je meervoud maakt.

Slide 5 - Tekstslide

de regel (2):

Na  - je/ - el / -en / -er/ - ie
zet je een S achter het woord om meervoud te maken

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het meervoud van lesboek?
A
lesboeken
B
lesboeks
C
lesboek's
D
lesboekeren

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meervoud van tekentafel?
A
tekentafelen
B
tekentafel's
C
tekentafels
D
tekentafeltje

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud van zaklamp?
A
zaklamps
B
zaklampje
C
zaklamp's
D
zaklampen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van soeplepel?
A
soeplepels
B
soeplepelen
C
soeplepeltje
D
soeplepel

Slide 10 - Quizvraag

meervoud 
op -s
meervoud 
op -en
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
gang
kamer
bed
zaal
kleed
brief
jongen

Slide 11 - Sleepvraag

meervoud 
op -s
meervoud 
op -en
meervoud
 op 's
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
pyama
oma
paraplu
hobby
auto
gang

Slide 12 - Sleepvraag

een koek en twee .......
A
koeks
B
koekje
C
koeken

Slide 13 - Quizvraag

een pen en twee ......
A
pens
B
pennetje
C
pennen
D
penen

Slide 14 - Quizvraag

een trui en twee .......
A
truis
B
trui's
C
truien
D
truitje

Slide 15 - Quizvraag

een radio en twee .......
A
radioen
B
radiootje
C
radioos
D
radio's

Slide 16 - Quizvraag

Verder oefenen...

Slide 17 - Tekstslide