Voedingsleer 1 VT - Les 2

AFP 1 - Les 1
Voedingsleer 1
Les 2
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingsleerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

AFP 1 - Les 1
Voedingsleer 1
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Herhaling les 1
  • Doornemen leerdoelen
  • Voedingstoffen
  • Functie van voedingsstoffen
  • Afronding en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Wk 1: Gezonde voeding
Wk 2: Voedingsstoffen
Wk 3: Vetten
Wk 4: Eiwitten
Wk 5: Koolhydraten
Wk 6: Vocht
Wk 7: Uitloop en herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning 
  • Herhaling les 1
  • Doornemen leerdoelen
  • Voedingstoffen
  • Functie van voedingsstoffen
  • Afronding en vooruitblik

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de taak van de gezondheidsraad op het gebied van voeding?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het hoofddoel van de Richtlijnen Goede voeding?
A
Gewichtstoename voorkomen
B
Gezonde voedingskeuzes stimuleren
C
De productie van voeding verbeteren
D
Het verminderen van voedselverspilling

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom raden de Richtlijnen Goede voeding aan om volkorenproducten te eten in plaats van witte varianten?
A
Volkorenproducten bevatten meer suiker
B
Volkorenproducten zijn goedkoper
C
Volkorenproducten bevatten meer vezels
D
Volkorenproducten bevatten minder vet

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende aanbevelingen hoort niet bij de Richtlijnen Goede voeding?
A
Eet dagelijks ten minste 250 gram groente
B
Beperk de consumptie van rood en bewerkt vlees
C
Gebruik zachte of vloeibare smeer- en bereidingsvetten
D
Drink dagelijks 3 glazen suikerhoudende frisdrank

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke vak van de Schijf van Vijf vallen peulvruchten?
A
Groente en fruit
B
Eiwitten
C
Graanproducten
D
Oliën en vetten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende producten hoort niet thuis in de schijf van vijf?
A
Frisdrank
B
Zonnebloemolie
C
Volkorenbrood
D
Zalm

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een belangrijk voordeel van het kiezen voor producten uit de Schijf van Vijf?
A
Het verhoogt de inname van suiker
B
Het zorgt voor een gebalanceerde voeding
C
Het stimuleert ongecontroleerde vetopslag
D
Het voorkomt dat je genoeg water drinkt

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning 
  • Herhaling les 1
  • Doornemen leerdoelen
  • Voedingstoffen
  • Functie van voedingsstoffen
  • Afronding en vooruitblik

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Jij kunt uitleggen wat voedingsstoffen zijn
- Jij kunt alle macro- en micronutriënten benoemen (vetten, koolhydraten, eiwitten, vezels, vocht, alcohol, vitaminen, mineralen, sporenelementen)
- Jij kunt uitleggen wat de functies zijn van de macro- en micronutriënten (brandstof, bouwstof, reservestof, beschermende stof)


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning 
  • Herhaling les 1
  • Doornemen leerdoelen
  • Voedingstoffen
  • Functie van voedingsstoffen
  • Afronding en vooruitblik

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingsstoffen
zijn er allemaal?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Er zijn zo’n 50 voedingsstoffen bekend die nodig zijn voor alle levensprocessen:
  • eiwitten (aminozuren), 
  • vetten, 
  • koolhydraten ( zetmeel en suikers)
  • een groot aantal vitamines en mineralen.
Deze voedingsstoffen spelen een belangrijke rol bij tal van fysiologische functies die nodig zijn voor de levensprocessen van de mens, zoals opbouw en reparatie van het lichaam, energievoorziening en het regelen van alle processen die in het lichaam plaatsvinden.
Ga op onderzoek uit!

Werk de volgende begrippen uit:

  • Macronutriënten
  • Micronutriënten
  • Essentiële en niet-essentiële voedingsstoffen
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Macronutriënten: Eiwitten, vetten en koolhydraten worden wel macrovoedingsstoffen of macronutriënten genoemd. Het lichaam heeft er vrij veel van nodig: de hoeveelheden eiwitten, vet en koolhydraten worden dan ook gemeten in grammen. Deze voedingsstoffen zijn de brandstof voor het lichaam dat zonder deze energie niet kan functioneren. Eiwitten zijn ook nodig voor de opbouw en onderhoud van de spieren, organen, zenuwstelsel, hormonen, enzymen en het bloed.

Micronutriënten: Vitamines, mineralen en spoorelementen. Ze leveren geen energie maar zijn nodig voor het vrijmaken van de energie uit de macrovoedingsstoffen en van de aminozuren uit eiwit. 

Bio-actieve stof: 
Alle stoffen, die een bepaalde biologische of fysiologische activiteit of functie hebben kunnen bioactieve stoffen worden genoemd. Het lichaam kan zonder deze stoffen. Bijv. cafeïne. 

Essentiële en niet-essentiële voedingsstoffen: 
Het lichaam kan deze stoffen niet, of in onvoldoende mate zelf maken en daarom worden ze wel essentiële (onmisbare) voedingsstoffen genoemd.

Hoeveelheid energie
1 gram koolhydraten levert 4 kcal op
1 gram eiwit = 4 kcal
1 gram vet = 9 kcal
1 gram alcohol = 7 kcal
1 gram voedingsvezel = 2 kcal

Functies 
Bouwstof: Bouwstoffen zijn nodig voor groei, ontwikkeling en herstel van je lichaam. 
Brandstof: leveren energie. Op peil houden van je lichaamstemperatuur en voor groei, ontwikkeling en herstel van je lichaam is
energie nodig
Beschermende stof: zorgen ervoor dat je niet ziek wordt. 
Reservestoffen: niet direct nodig als bouwstoffen of brandstoffen. Ze worden opgeslagen in bepaalde delen van je lichaam. 
http://www.biologiesite.nl/voedingsstoffen.htm
Ga op onderzoek uit!
Macronutriënten: Het lichaam heeft dit in "grote" hoeveelheden nodig

Micronutriënten: Het lichaam heeft dit in "kleine" hoeveelheden nodig

Essentiële voedingsstoffen: Het lichaam kan dit niet zelf aanmaken en moet dit binnenkrijgen via voeding

Niet-essentiële voedingsstoffen: Het lichaam kan dit zelf aanmaken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macronutriënten

Slide 19 - Tekstslide

Eiwitten, vetten en koolhydraten worden wel macrovoedingsstoffen of macronutriënten genoemd. Het lichaam heeft er vrij veel van nodig: de hoeveelheden eiwitten, vet en koolhydraten worden dan ook gemeten in grammen. Deze voedingsstoffen zijn de brandstof voor het lichaam dat zonder deze energie niet kan functioneren. Eiwitten zijn ook nodig voor de opbouw en onderhoud van de spieren, organen, zenuwstelsel, hormonen, enzymen en het bloed.
Micronutriënten
  • Vitamines
  • Mineralen
  • Spoorelementen

Slide 20 - Tekstslide

Vitamines, mineralen en spoorelementen. Ze leveren geen energie maar zijn nodig voor het vrijmaken van de energie uit de macrovoedingsstoffen en van de aminozuren uit eiwit. 
Lesplanning
  • Doornemen weekplanning 
  • Herhaling les 1
  • Doornemen leerdoelen
  • Voedingstoffen
  • Functie van voedingsstoffen
  • Afronding en vooruitblik

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstof

Zijn in je lichaam nodig voor: 
  • De groei; 
  • Ontwikkeling;
  • Herstel.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandstof
  • Leveren energie

Zorg in het lichaam voor: 
  • Het op peil houden van de lichaamstemperatuur 
  • Groei; 
  • Ontwikkeling
  • Herstel.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschermende stof


Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reservestof
  • Niet direct nodig als bouwstof of brandstof;
  • Worden opgeslagen in bepaalde delen van je lichaam.  

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de onderstaande tabel in:
Bouwstof
Brandstof
Beschermende stof
Reservestof
Energiewaarde
Koolhydraten
X
X
X
4 kcal per 1 gram
Eiwitten
Vetten
Vitamines
Mineralen
Vocht

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de onderstaande tabel in:
Bouwstof
Brandstof
Beschermende stof
Reservestof
Energiewaarde
Koolhydraten
X
X
X
4 kcal per 1 gram
Eiwitten
x
x
4 kcal per 1 gram
Vetten
x
x
x
9 kcal per 1 gram
Vitamines
x
x
Mineralen
x
x
Vocht 

x

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingsstof komt het meeste voor in vruchtenhagelslag?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vitamines
D
Mineralen

Slide 28 - Quizvraag

100 gram vruchtenhagel bevat 98,2 gram koolhydraten
Welke voedingsstof komt het meeste voor in halfvolle kwark?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Mineralen

Slide 29 - Quizvraag

100 gram vruchtenhagel bevat 98,2 gram koolhydraten
Welke voedingsstof komt het meeste voor in paprika?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Vitamines

Slide 30 - Quizvraag

100 gram vruchtenhagel bevat 98,2 gram koolhydraten

Welke voedingsstof komt het meeste voor in olijfolie?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Mineralen

Slide 31 - Quizvraag

100 gram vruchtenhagel bevat 98,2 gram koolhydraten
Laag suiker gehalte (0 suikerklontjes)
Matig suikergehalte (1 tot 3 suikerklontjes)
Hoog suikergehalte (4 tot 6 suikerklontjes)

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning 
  • Herhaling les 1
  • Doornemen leerdoelen
  • Voedingstoffen
  • Functie van voedingsstoffen
  • Afronding en vooruitblik

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Jij kunt uitleggen wat voedingsstoffen zijn
- Jij kunt alle macro- en micronutriënten benoemen (vetten, koolhydraten, eiwitten, vezels, vocht, alcohol, vitaminen, mineralen, sporenelementen)
- Jij kunt uitleggen wat de functies zijn van de macro- en micronutriënten (brandstof, bouwstof, reservestof, beschermende stof)


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les:
Vetten

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies