H3, les 5 (11)

Hoe zitten we vandaag?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe zitten we vandaag?

Slide 1 - Tekstslide

Economie H3
Hoofdstuk 3: sparen en lenen


Toets H3 is in week 3

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud van de les
Woordspin!
Uitleg paragraaf 3.3: lenen
Opdrachten maken
Opdracht nakijken
Wat heb je geleerd vandaag!


Doel:
Je kan benoemen wat lenen is en welke verschillende leningen er zijn. 
Je kan de rente over een lening berekenen - je kunt hiervoor een tijdlijn maken.

Slide 3 - Tekstslide

Lenen!

Slide 4 - Tekstslide

vraagje....
"Stel, je wilt een nieuwe telefoon kopen van €1.859, maar je hebt niet genoeg geld. Wat kun je doen?"

Slide 5 - Tekstslide

3.3 Lenen
Rente: vergoeding die je betaalt voor het lenen van geld. 
Aflossen: het terugbetalen van een lening.

Slide 6 - Tekstslide

vraagje....
"Stel, je wilt een nieuwe telefoon kopen van €1.859, maar je hebt niet genoeg geld. Wat kun je doen?"
Maak een woordspin LENEN;

denk aan:
- Waar denk jij aan bij LENEN
- Waar kun je lenen?
- Welke redenen kun je 
       bedenken om te lenen?
- Noem voordelen & nadelen
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Bank vs lenen -Kernbegrippen
Rente:       vergoeding die je betaalt voor het lenen van geld. 
Aflossen: het terugbetalen van een lening.
Looptijd:  de periode waarover de lening wordt afgelost.

wat betekenen deze kernbegrippen?

Slide 8 - Tekstslide

Kernbegrippen
Rente:       vergoeding die je betaalt voor het lenen van geld
                     vergoeding die je ontvangt voor het uitlenen van geld 
Aflossen: het terugbetalen van een lening
Looptijd:  de periode waarover de lening wordt afgelost

Slide 9 - Tekstslide

soorten leningen - lees mee pagina 43/44
Hypothecaire lening  een lening met een huis als onderpand. 
                                             Zo heeft de bank zekerheid wanneer jij de lening niet kunt terugbetalen. 

Persoonlijke lening     een lening waarbij het bedrag direct in zijn geheel op je rekening wordt
 bij bank                            gestort. Je betaalt iedere maand een vast bedrag voor rente en aflossing.

Kopen op afbetaling   Hierbij wordt de koopprijs
bij winkel                          in termijnen achteraf
                                               betaald.

Slide 10 - Tekstslide

Lenen --> soorten leningen
Doorlopend krediet: flexibel een maximumbedrag lenen indien je dat nodig hebt. Dit wordt ook wel 'rood staan' genoemd. 

Slide 11 - Tekstslide

Berekenen van de aflossing
Aflossing = deel van de lening dat je afbetaalt (terugbetaalt)
  • Lening =  € 6.000 
  • Looptijd is 3 jaar: over 3 jaar is de schuld afbetaald
  • dus elk jaar los je 6000 / 3 = 2000 af


Slide 12 - Tekstslide

samen berekenen van rente en aflossing
  • Fred wil een nieuwe fatbike voor zijn zoon Ryan kopen, deze kost € 2000 euro
  • rentepercentage is 5%
  • na 1 jaar lost hij € 1200  af en het 2e jaar de rest af
  • hij betaalt alleen rente over de schuld die nog staat  
                                                                                      TIP: gebruik een tijdlijn en omcirkel kerninformatie

1.  Hoeveel rente betaalt Fred na 1 jaar?
2. Wat betaalt Fred aan de bank na 1 jaar (rente + aflossing)?
3. Hoeveel rente betaalt Fred na 2 jaar?
4. Wat betaalt Fred aan de bank na 2 jaar (rente + aflossing)?


Slide 13 - Tekstslide



1.  Hoeveel rente betaalt Fred na 1 jaar?
2. Wat betaalt Fred aan de bank na 1 jaar (rente + aflossing)?
3. Hoeveel rente betaalt Fred na 2 jaar?
4. Wat betaalt Fred aan de bank na 2 jaar (rente + aflossing)?


Slide 14 - Tekstslide

Maken 3.28

Wat: maak opdrachten 3.28 op blz. 43.
Tijd: jullie krijgen hiervoor 10 minuten. 
Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent.
Ben je klaar? maak opdracht 3.26, 3.27 en 3.29 op blz. 42 en 43.
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Bespreken 3.28 (a, b, c, d, e, f)

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten maken = huiswerk

Wat: afmaken opdrachten 3.26 t/m 3.29 op blz. 42 en 43.
Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent.
Ben je klaar? maak opdracht 3.30 en 3.31 op blz. 44 en 45.

De laatste 5-10 minuten doen we een exitticket!

Slide 17 - Tekstslide