Je kan benoemen welke verschillende leningen er zijn.
Je kan de rente over een lening berekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Vragen over het huiswerk?
Slide 3 - Tekstslide
3.3 Lenen
Rente:vergoeding die je betaalt voor het lenen van geld.
Aflossen: het terugbetalen van een lening.
Slide 4 - Tekstslide
Lenen --> soorten leningen
Hypothecaire lening: een lening met een huis als onderpand.
Zo heeft de bank zekerheid wanneer jij de lening niet kunt terugbetalen.
Persoonlijke lening: een lening waarbij het bedrag direct in zijn geheel op je rekening wordt gestort. Je betaalt iedere maand een vast bedrag voor rente en aflossing
Slide 5 - Tekstslide
Lenen --> soorten leningen
Kopen op afbetaling: Hierbij wordt de koopprijs in termijnen achteraf betaald
Slide 6 - Tekstslide
Lenen --> soorten leningen
Doorlopend krediet: flexibel een maximumbedrag lenen indien je dat nodig hebt. Dit wordt ook wel 'rood staan' genoemd.
Slide 7 - Tekstslide
Berekenen van de aflossing
Aflossing = deel van de lening dat je afbetaald (terugbetaald)
Lening = € 6.000
Looptijd is 3 jaar: over 3 jaar is de schuld afbetaald Per jaar los je € 6.000 : 3 = € 2.000 af
3.28 a en b als voorbeeld
Slide 8 - Tekstslide
Maken 3.28
Wat: maak opdrachten 3.28 op blz. 43.
Tijd: jullie krijgen hiervoor 10 minuten.
Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent.
Ben je klaar? maak opdracht 3.26, 3.27 en 3.29 op blz. 42 en 43.
timer
10:00
Slide 9 - Tekstslide
Bespreken 3.28 (c,d,e,f)
Slide 10 - Tekstslide
Opdrachten maken
Wat: afmaken opdrachten 3.26 t/m 3.29 op blz. 42 en 43.
Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent.
Ben je klaar? maak opdracht 3.34 en 3.35 op blz. 46 en 47.