Gezondheidsproblemen in de geriatrie ROC

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheidsproblemen in de geriatrie
Geriatrie is het specialisme voor de kwetsbare oudere. De geriatrie legt zich toe op ouderen met meerdere aandoeningen tegelijkertijd. Vaak gaat het om een combinatie van lichamelijke, psychische en sociale problemen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het hebben van meerdere aandoeningen tegelijkertijd?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is multi-morbiditeit?
A
Meerdere problemen tegelijk
B
Meerdere ziektes tegelijk
C
Hebben meerdere medicijnen tegelijk

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van Multi morbiditeit?
A
autisme met ADHA
B
reuma met ziekte van Chrohn
C
Ziekte van Parkinson met dementie
D
angststoornis met depressie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke groep komt multi morbiditeit het meest voor
A
jonger dan 40 jaar
B
40 jaar- 70 jaar
C
75 plus

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie veelvoorkomende gezondheidsproblemen in de VVT

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vijf categorieen in de geriatrie
1. verstoorde mobiliteit
2. verstoorde stabiliteit
3. incontinentie
4.cognitieve gebreken
5. verstoorde communicatie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mobiliteit kan verstoord zijn door:
A
stijfheid
B
pijn, ongemak
C
verminderde spierkracht
D
osteoporose

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verstoorde stabiliteit wil zeggen dat een zorgvrager zijn evenwicht niet kan bewaren
eens
oneens

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal twee oorzaken van een verstoorde communicatie bij een geriatrische zorgvrager

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve gebreken

vermogen om informatie te verwerken omdat het denken langzamer gaat, achteruitgang geheugen, vermogen tot oplossen van problemen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dementie
depressie
delier

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

welke risicofactoren zijn er om een delier te ontwikkelen bij ouderen?
A
Hoge leeftijd, dementie, eerder doorgemaakt delier
B
Hoge leeftijd, dementie
C
eerder doorgemaakt delier, ernstige (multi)morbiditeit

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Algemene kenmerken bij ouder worden:

- spierkracht wordt minder
- conditie wordt minder
-prikkels worden langzamer verwerkt
- weerstand tegen ziektes wordt minder

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep ze bij elkaar!
Hart en bloedvaten
Urinewegstelsel
Luchtwegen
Bewegingsapparaat
Zintuigen
Osteoporose
Retentie
Glaucoom
COPD
Decompensatio Cordis

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Stop 0:40
1. Wat zie je aan mevrouw Geerts?
Oudere dame met snelle ademfrequentie (tachypneu), gebruik van hulpademhalingsspieren, bed beetje omhoog, wat bleek.
2. Welke parameters wil je meten en weten? Wat verwacht je hiervan?
Bloeddruk, zuurstofsaturatie (verlaagd), hartfrequentie (verhoogd), ademfrequentie (verhoogd), temperatuur (normaal).

Stop 1:10
3. Mevrouw Geerts heeft hartfalen zoals in de titel van het filmpje staat. Hoe zou ze hieraan gekomen zijn?
(Hartinfarct, hypertensie, ritmestoornissen, hartspieraandoeningen, hartklepaandoeningen, aangeboren hartafwijking)

Stop 1:45
4. Wat krijgt mevrouw Geerts toegediend? Wat is de werking hiervan?
5. De cardioloog heeft het over ‘vocht achter de longen’, wat is dit en hoe komt mevrouw hieraan?
6. Hoe kom je erachter of iemand ‘vocht achter de longen’ heeft?
Auscultatie van de longen waarbij je pulmonale crepitaties hoort, verlaagde zuurstofsaturatie vaststellen, X-Thorax maken.
7. Wat is de reden dat mevrouw Geerts zo rechtop in bed zit?
Rechtop zitten geeft minder benauwdheidsklachten, want vocht zakt dan naar beneden en maakt dat er meer alveoli beschikbaar zijn voor goede uitwisseling van zuurstof. 
8. De cardioloog zegt dat mevrouw ‘allerlei medicatie moet krijgen om haar situatie te verbeteren’. Welke medicatie zou de cardioloog bedoelen?
Bij systolisch hartfalen starten met een ACE-remmer en bij vochtretentie met een diureticum, daarna, als de patiënt klinisch stabiel is, een selectieve β-blokker toevoegen. Een combinatie van deze middelen verlicht de klachten en kan een vroegtijdige mortaliteit en de kans op ziekenhuisopname voor hartfalen verminderen. De patiënt op de medicatie instellen op basis van een zorgvuldige titratie van de doseringen en regelmatige controle van serumelektrolyten en de nierfunctie. Bron: FK.

Stop 2:53 Verder vanaf 4:33
9. Hoe heet het wat mevrouw Geerts heeft meegemaakt?
Astma cardiale

Stoppen bij 5:30 Verder vanaf 9:09
10.Wie durft uit te leggen wat de hartfalenverpleegkundige aan mevrouw Geerts uit wil gaan leggen?

Stoppen bij 10:33
11.Wat zijn de leefregels die de verpleegkundige aan mevrouw Geerts meegeeft?
Verpleegkundige noemt: 
1) Elke dag wegen  waarom? Toename van vocht goed monitoren  eventueel snel aanpassen van medicatie. 
2) Zoutbeperking; waarom? 
3) Vochtbeperking

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij rouw en verlies bij ouderen?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Rouw en verlies
- Verlies van een dierbare
- Verlies van de gezondheid
- Verpleegkundige rol bij rouwverwerking

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen rouw Kubler - Ross

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld bij van een fase van Kubler-Ross uit de praktijk

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat somatiek bij ouderen voor?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke afdelingen zijn er?
Somatische afdeling
PG,  Psychogeriatrie
GP, gerontopsychiatrie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Somatiek:
Welke chronische
lichamelijke aandoeningen
praten we over?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

welke stoornissen,
zie je op een GP afdeling?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Psychogeriatrie
Psychogeriatrie is een onderdeel van de geneeskunde dat zich bezighoudt met aandoeningen die gepaard gaan met beperkingen van de geestelijke vermogens (psycho) van de ouder wordende mens (geriatrie)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benaderingswijzen in de psychogeriatrie
ROB (realiteits oriëntatie benadering) 
Reminiscentie 
Validation  (ls(d)
PDL (passiviteit van dagelijks leven) 
Warme zorg
Snoezelen 
Geïntegreerde belevingsgerichte zorg (positieve beleving)


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GP, Gerontopsychiatrie,
Gerontologie
Gerontologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het ouder worden. Ze onderzoeken welke invloed ouder worden heeft op de volgende aspecten:
  • Biologische aspect; het lichamelijke verouderingsproces
  • Psychische aspecten; gedragsverandering vanaf de 40e levensjaar. Hoe beleef je het ouder worden, wat doet het met jou als je lichamelijk of geestelijk achteruitgaat e.d.
  • Sociale aspecten; hoe functioneert de oudere in de samenleving. Daarbij kun je denken aan wonen, werken, hobby's, welzijn
  • Geriatrie; de geriatrie richt zich op ouderen met meerdere aandoeningen tegelijk. De aandoeningen zijn veelal een combinatie tussen lichamelijke, geestelijke en sociale problemen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5K model van Korsakoff
Kort: Informatie moet kort en bondig worden overgebracht. Hierbij wordt slechts één onderwerp tegelijk behandeld.
(K)Concreet: zo concreet mogelijk bij het hier en nu van de cliënten aan te sluiten. Door de situatie zichtbaar te maken,
(K)Consequent: Opdrachten moeten eenduidig worden gegeven en verschillende begeleiders moeten in vergelijkbare situaties zo identiek mogelijk handelen.
(K)Continu: Regelmaat is belangrijk.
(K)Creatief: De begeleiders benaderen de cliënt op een creatieve manier. Dit geldt ook voor het oplossen van problemen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies