Drainage: De kunstmatige afvoer van water uit de bodem.
Extensieve veeteelt: Veeteelt met weinig dieren op veel grond.
Intensieve landbouw: Landbouw waarbij veel kapitaal (geld) en kennis wordt gebruikt om een hoge opbrengst per hectare of per dier
te halen.
Intensieve veeteelt: Veeteelt met veel dieren op weinig grond.
Neerslagintensiteit: De hoeveelheid neerslag per tijdseenheid, bijvoorbeeld per uur of per dag.
Neerslag verdeling: De verdeling van neerslag in een gebied.
Nuttige neerslag: Het verschil tussen de hoeveelheid neerslag en de verdamping in een gebied.
Piekafvoer: Tijdelijke, extra grote waterafvoer in beken, rivieren en/of riolen.
Verdroging: Het droger worden van de bodem door het dalen van de grondwaterspiegel.
Verzilting: De toename van het zoutgehalte in de bodem.
Waterbalans: De nuttige neerslag in een jaar, berekend over een langjarig gemiddelde, voor een bepaald gebied (vergelijkbaar
met het klimaat).
Zeespiegelstijging: Het stijgen van de gemiddelde zeespiegel door het uitzetten van het oceaan- en zeewater en het versnelde
afsmelten van land- en gletsjerijs.