In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Van stad naar land
Powercollege
Slide 1 - Tekstslide
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Slide 2 - Tekstslide
Geschiedenis
Leerdoelen
Ik weet:
hoe steden stadsrechten kregen.
hoe burgers hun stad bestuurden.
waardoor steden zelfstandiger werden en lage edelen macht verloren.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat valt je op? Waar ontstaan de eerste steden?
Slide 5 - Open vraag
Geschiedenis
Stadsrechten
In de middeleeuwen vormden Nederland, België en Luxemburg één land.
De Nederlanden
In dit gebied lagen gewesten (provincies)
Holland was een van de belangrijkste gewesten -> Den Haag
Slide 6 - Tekstslide
Geschiedenis
Stadsrechten
Graaf Floris V was een belangrijke man in het gewest (de provincie) Holland
Floris V gaf marktplaatsen de vrijheid (het privelege) om dingen zelf te gaan regelen;
Stadsbestuur-
met eigen stadswetten
Slide 7 - Tekstslide
Geschiedenis
Stadsrechten
Door deze vrijheden kregen marktplaatsen/dorpen stadsrechten
Deze krijg van vorsten of hoge edelen
Met deze rechten werd een dorp een stad
Steden mochten vanaf dat moment:
Zelf zorgen voor hun rechtspraak
Een stadsmuur bouwen
Eigen belasting heffen (laten betalen) - Tol
Eigen munt slaan
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Staatsvorming & Centralisatie
Slide 10 - Tekstslide
De Adel
In de middeleeuwen is de adel de baas. Veel edelmannen hebben hun eigen regels. Op het grondgebied van de adel ontstaan steden die ook hun eigen regels hebben.
De familie van de Bourgondiërs krijgt steeds meer land in handen door erfopvolging, ze proberen meer eenheid te maken. Filips de Goede richt de Staten Generaal op.
Maria van Bourgondië
Maria van Bourgondië erft de Bourgondische gebieden van haar vader Karel de Stoute. Ze trouwt met Maximiliaan van Habsburg (de koning van Oostenrijk. Vanaf dat moment spreken we van de Oostenrijkse Nederlanden. Ze is maar 25 jaar oud geworden.
Karel de Stoute
Karel de Stoute is de zoon van Filips de Goede. Vanaf 1471 kwamen er meer oorlogen tussen de gewesten onderling. Karel de Stoute overleed uiteindelijk bij de Slag bij Nancy. Hierdoor kwam een groot gedeelte van Bourgondië in handen van Frankrijk, behalve grote delen van de Bourgondische Nederlanden, die kreeg zijn dochter Maria.
Filips de Goede
Filips de Goede wilde een centraal bestuur op richten. Dit betekent dat het land vanuit één plek bestuurd werd. Hier tegen was veel verzet, maar uiteindelijk lukte dit Filips ook. Filips deed dit naar idee van Frankrijk, waar ze dit al hadden. In 1463 werden de Staten-Generaal opgericht.
Jacoba van Beieren
Jacoba van Beieren (1401-1436) was oud Gravin van Holland, Zeeland en Hertogin van Beieren (vandaar de naam, Jacoba van Beieren).
Door oorlogen heeft ze geldgebrek. In 1417 wordt Ter-Schelling door Jacoba van Beieren aan Gerrit van Heemskerk verkocht voor 2000 gouden schilden. Uiteindelijk gaf ze zich over aan Filips de Goede van Bourgondië en werd in Gent gevangengezet. Haar eigendommen gingen over naar Filips de Goede.
Slide 11 - Tekstslide
Frankrijk & Engeland
In de late middeleeuwen werden Franse koningen steeds rijker en machtiger door de verkoop van stadsrechten. Met dat geld namen ze ambtenaren in dienst om mee te helpen met het bestuur. Ook betaalde ze daar hun eigen leger mee, die ze nodig hadden tegen vijanden (zoals de koning van Engeland). Want vanaf 1337 veroverde Engelse legers grote delen van Frankrijk. Dit was de Honderjarige Oorlog, die pas in 1453 eindigde.
Zowel de Franse als de Engelse koningen gingen hun land steeds meer als één staat besturen. Deze ontwikkeling noem je staatsvorming. Met hun ambtenaren en legers werden de koningen minder afhankelijk van hun leenmannen. Er kwamen rechtbanken, wetten en regels voor het hele land. Dit hele land werd bestuurd vanuit 1 plek (vaak de hoofdstad). Deze ontwikkeling heet centralisatie.
De Franse koning Lodewijk IX omstreeks 1240
De Engelse koning Hendrik III
omstreeks 1240
Slide 12 - Tekstslide
Drie vorsten
Deze staatsvorming en centralisatie vonden ook plaats in de Nederlanden
(= Nederland, België en Luxemburg).
Vanaf 1419 werd de hertog van Bourgondië, Filips de Goede,
ook hertog of graaf van veel Nederlandse gewesten (een soort provincies).
Filips de Goede stelde één centrale rechtbank in voor alle gewesten.
Er kwam ook een belasting die betaald moest worden
aan de centrale regering en niet meer aan de lokale edelen.
Hij nam ambtenaren in dienst om mee te helpen met het bestuur en de rechtspraak.
Filips de Goede
hertog van Bourgondie
Slide 13 - Tekstslide
Centralisatie
centralisatie = het besturen van een land vanuit 1 punt (het centrum) Overal moeten dezelfde regels gelden.
Gevolg van staatsvorming en centralisatie:
Vergroten van de macht van de vorsten en wegnemen macht van de hoge edelen
Slide 14 - Tekstslide
Spaans
De Bourgondische Nederlanden vallen
door huwelijk in handen van de Habsburgers
(eerst de Oostenrijkers) en uiteindelijk
in 1555 in handen van de Spaanse koning Filips II.
Filips II wil ook meer centralisatie.
Slide 15 - Tekstslide
Nationale staat
Een staat waarin de mensen het gevoel hebben dat ze een eenheid vormen.
De bevolking heeft dezelfde taal, dezelfde cultuur, soms ook dezelfde godsdienst.
Slide 16 - Tekstslide
Opstand
In 1555 werd Filips II koning van het Spaanse Rijk. Daar hoorden ook De Nederlanden bij, het gebied dat ongeveer het huidige Nederland en België omvatte.
Steeds meer Nederlanders kwamen in opstand tegen de centralisatie en godsdienstpolitiek die Filips II voerde.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
De Spaanse Nederlanden
Tot 1581 stonden de Spaanse Nederlanden
ook bekend als de Zeventien Provinciën.
In dat jaar scheidden de noordelijke gewesten zich van de zuidelijke af en verklaarden zich onafhankelijk onder de naam DeRepubliek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Slide 19 - Tekstslide
Republiek
De Noordelijke Nederlanden eind zestiende eeuw alleen te staan. Ze hadden zich los gevochten van Filips II, maar nu hadden ze helemaal geen koning meer.
De Nederlanden werden een republiek. Dat was abnormaal in die tijd maar de Republiek zou erg succesvol worden.
Republiek = een land zonder koning maar met een president