les 3 organisatie kinderopvang

Wet en regelgeving kinderopvang
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wet en regelgeving kinderopvang

Slide 1 - Tekstslide

Programma 

  • Oriëntatie op de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (De Wet IKK). Per filmpje wordt het thema weergegeven en daarna kort uitgelegd. 
  • Naast uitleg worden er twee praktijkvoorbeelden gegeven per thema.
  • Een aantal voorbeelden van aanvullende wetgeving waaraan de kinderopvang moet voldoen. Denk hierbij aan de wetgeving rondom privacy (AVG wet), bouwbesluit, hygiëne, binnen- en buitenmilieu, wet OKE etc.
  • 2 tips met een verwijzing naar interessante websites of vakbladen met betrekking tot de wetgeving kinderopvang.


Slide 2 - Tekstslide

Stap 1: Wet IKK 

Slide 3 - Tekstslide

Thema 1: De ontwikkeling van het kind centraal 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Thema 1: De ontwikkeling van het kind centraal 
Kindervangorganisaties moeten verantwoorde kinderopvang bieden. Dat betekent dat kinderen zich emotioneel veilig moeten voelen. En dat de organisatie hun ontwikkeling volgt en stimuleert. Maar ook bijstuurt als dat nodig is.
Concretisering Pedagogische doelen: Pedagogisch beleidsmedewerkers leggen het pedagogisch beleid vast. In het beleidsplan staat bijvoorbeeld hoe pedagogisch medewerkers kinderen uitdagen om nieuwe vaardigheden aan te leren. De pedagogische kwaliteit van de opvang wordt uitgebreide en nadrukkelijker omschreven. De vier pedagogische doelen van Riksen-Walrave – het bieden van emotionele veiligheid, het bevorderen van de persoonlijke competentie, het bevorderen van de sociale competentie en de socialisatie van kinderen door overdracht van algemeen aanvaarde normen en waarden – moeten zijn opgenomen in het pedagogisch beleid.
Structureel volgen van de ontwikkeling van het kind: Gaat een kind van de kinderopvang naar de basisschool en de buitenschoolse opvang (bso)? Dan deelt de organisatie informatie over de ontwikkeling van het kind met de school. Maar pas nadat de ouder daar schriftelijk toestemming voor heeft gegeven.
Elk kind een mentor; Elk kind in de dagopvang en buitenschoolse opvang krijgt een mentor. De mentor bespreekt de ontwikkeling van het kind met de ouder. 





Slide 6 - Tekstslide

2 voorbeelden: hoe gaat mijn kinderdagverblijf hiermee mee om. 
Voorbeeld 1. Concretisering pedagogische doelen in pedagogisch beleid: De vier doelen van Riksen Walraven staan in ons pedagogisch beleid. De doelen zijn zo concreet dat we weten wat het kinderdagverblijf van ons verwacht en wat dit betekent voor onze manier van werken.
Voorbeeld 2. Elk kind een mentor: Ieder kind bij ons op de groep is toegewezen aan een mentor, dit leggen we schriftelijk vast en dit communiceren we aan ouders.

Slide 7 - Tekstslide

Thema 2: Veiligheid en gezondheid 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Thema 2 : Veiligheid en Gezondheid 
Ouders moeten hun kinderen met een gerust hart naar de kinderopvang kunnen laten gaan. Daarom geldt:
  • Er moet een actueel ‘Beleid veiligheid en gezondheid’ zijn. In het veiligheids- en gezondheidsbeleid dienen de voornaamste risico’s met grote gevolgen voor de veiligheid of de gezondheid van kinderen te worden omschreven. Daarbij moet gespecificeerd worden hoe ervoor wordt gezorgd dat de risico’s tot een minimum worden beperkt. Ook wordt beschreven hoe kinderen geleerd wordt om te gaan met kleine risico’s zoals struikelen, tegen elkaar aan botsen en vallen. 
  • Het beleid en het daarbij behorende plan van aanpak wordt ontwikkeld samen met de PM’ers. Ouders mogen dit beleid inzien.
  • Het beleid en plan van aanpak worden actueel gehouden door periodieke evaluatie en na gebeurtenissen die daartoe aanleiding geven (bijv. verbouwing, ongeval en nieuwe inzichten).

Kinder-EHBO:Er is altijd iemand met een gecertificeerd kinder-EHBO op de locatie aanwezig.

Slide 10 - Tekstslide

2 voorbeelden: hoe gaat mijn kinderdagverblijf hiermee mee om. 
Voorbeeld 1. Er moet een actueel ‘Beleid veiligheid en gezondheid’ zijn;
In ons Beleid Veiligheid en ons Beleid Gezondheid van ......staan alle verplichte onderwerpen beschreven. Inclusief een stukje over hoe we kinderen leren om te gaan met risico’s. Het actueel houden van het beleid betekent dat we alert moeten blijven op de omgeving waarin we kinderen opvangen. Dat doen we o.a. door een halfjaarlijkse observatie van onze opvangruimte en door in gesprek te blijven over hoe we kinderen verantwoord leren omgaan met kleine risico’s.

Voorbeeld 2: Kinder EHBO 
Onze organisatie organiseert jaarlijkse meerdere basis- en herhalingscursussen. Het certificaat is twee jaar geldig en het is onze eigen verantwoordelijkheid om ons tijdig aan te melden voor een cursus om het certificaat te verlengen. Aanmelden kan via de clustermanager. 

Slide 11 - Tekstslide

Thema 3: Stabiliteit en pedagogisch maatwerk 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Thema 3 – Stabiliteit en pedagogisch maatwerk 
  1. Maximaal twee vaste gezichten voor nul-jarigen. Het aantal vaste gezichten voor nuljarigen is aangescherpt. Hierdoor is er bij baby’s van 0 jaar is minder wisseling van de aanwezige vaste gezichten. 
  2. Beroepskracht-kind ratio nuljarigen naar 1 op 3.Het maximaal aantal baby’s van 0 jaar per pedagogisch medewerker is 1 pedagogisch medewerker op 3 nuljarigen. Hierdoor is er meer tijd en aandacht voor kinderen in het eerste levensjaar. Voor kinderen van 7 jaar en ouder is 1 pedagogisch medewerker op 12 kinderen. 
  3. Maximaal 3 uur per dag afwijken van beroepskracht-kind-ratio. Er zijn vanuit de wet geen vastgestelde tijdsvakken meer waarbinnen afwijken van het maximaal aantal kinderen per pedagogisch medewerker wel of niet is toegestaan. De kinderopvangondernemer bepaalt die tijdsvakken zelf en legt deze vast in het pedagogisch beleidsplan. De tijdsvakken bedragen in totaal niet meer dan drie uur per dag. Ouders worden proactief op de hoogte gebracht op welke tijden dat het geval is. 

Slide 14 - Tekstslide

2 voorbeelden: hoe gaat mijn kinderdagverblijf hiermee mee om. 
Voorbeeld 1.  Maximaal twee vaste gezichten voor nul-jarigen. Al onze basisroosters voldoen aan deze eis. Op het groepsoverzicht aan de binnenkant van onze kast is per baby  vastgelegd wie de twee vaste gezichten zijn. Een van die gezichten is tevens de mentor van het kindje. We informeren ouders van baby’s over deze nieuwe regel. Nieuwe ouders informeren we tijdens het intakegesprek.

Beroepskracht-kind ratio nuljarigen naar 1 op 3. Wij werken niet  met een extra PM’er op de groep. Het kinderdagverblijf is van mening dat het te druk wordt als er structureel 4 (of in sommige gevallen 3) volwassenen in een groepsruimte zijn en dat komt de kwaliteit van de opvang niet ten goede. Dit betekent dat we minder baby’s aannemen. Daarom heeft de volgorde van plaatsing van een kindje meer met de leeftijd te maken dan met de datum van inschrijven. Het kan dan voorkomen dat de peuter van je buren (die net is ingeschreven) wel terecht kan, maar een baby’tje (die al 6 maanden op de wachtlijst staat) niet.

Slide 15 - Tekstslide

Thema 4: Kinderopvang is een vak 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Thema 4: Kinderopvang is een vak 
Kwalitatief goede kinderopvang valt of staat met goede medewerkers met de juiste kennis en vaardigheden. Daarom geldt:

  • Pedagogische beleidsmedewerkers coachen pedagogisch medewerkers bij de dagelijkse werkzaamheden.
  • Vanaf 1 januari 2025 geldt een minimum taalniveau (3F) voor de pedagogisch medewerker.
  • Maximaal een derde van de medewerkers is stagiaire of beroepskracht in opleiding.
  • De kinderopvangorganisatie heeft een opleidingsplan voor de opleiding en ontwikkeling van pedagogisch medewerkers.

Slide 18 - Tekstslide

2 voorbeelden: hoe gaat mijn kinderdagverblijf hiermee mee om. 
Voorbeeld 1. Niveau 3F/B2 voor mondelinge taalvaardigheid. Beschik een leidster niet aantoonbaar over taalniveau 3F/B2, dan worden ze hiervoor opgeleid. Dan ontvangen ze  hiervoor een oproep.

Beroepskracht-kind ratio nuljarigen naar 1 op 3. Er is een opleidingsplan waarin jaarlijks een aantal verplichte trainingen en vrijwillige workshops wordt aangeboden. Sinds 2018 is kinder-EHBO hierin een verplicht onderdeel voor ieder die nog geen certificaat heeft of van wie het certificaat moet worden verlengd.

Slide 19 - Tekstslide

Stap 3:  Verdiep je in de aanvullende wetgeving waaraan de kinderopvang moet voldoen. 
De kinderopvang heeft, los van de Wet IKK en Wet Harmonisatie, te maken met meer wetten en vormen van regelgeving. Denk aan het Bouwbesluit, hygiënemaatregelen, regelgeving rond privacy en dergelijke.

Slide 20 - Tekstslide

2 Weetjes: Hygiënerichtlijn Basisonderwijs 
 In de hygiënecode zijn richtlijnen opgenomen over infectieziekten, persoonlijke hygiëne, schoonmaken en desinfecteren, bouw en inrichting, voedselveiligheid, geneesmiddelenverstrekking en medisch handelen, hygiëne en speel- en zwemgelegenheden en dieren, ongewenste dieren en agrarische verblijf. Onlangs heeft het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid een aantal kleine wijzigingen doorgevoerd in de hygiënerichtlijn voor kindercentra en basisscholen.
  • In de aangepaste hygiënerichtlijn opgenomen dat er geen sieraden gedragen mogen worden tijdens risicovolle handelingen (zoals tijdens verschonen). 
  • Ook nieuw is dat flesvoeding aangemaakt mag worden met gewoon kraanwater. Het is wel belangrijk dat dit water uit een andere kraan komt dan waar handen worden gewassen en voor het verschonen van kinderen.


Slide 21 - Tekstslide

2 tips om verder te lezen via websites/vakbladen m.b.t. de wetgeving 
.  
  • https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kinderopvang/kwaliteitseisen-kinderopvang-en-peuterspeelzalen
  • ................................

Slide 22 - Tekstslide

https://www.lessonup.com/nl/lesson/oy8ckwYmQJekTvxDN/bmC63mfBmAmnHv7ht

https://www.lessonup.com/nl/lesson/9ciXkEYaE7LJNuHck/evbMEFQvBCLyaoSBB
https://www.lessonup.com/nl/lesson/xTEyEzKy3dZfpmSsZ/3psAB2ZerCH4iar4o
https://www.lessonup.com/nl/lesson/Y7iuTkXKM28mgoFtG/WietxmoDJBuXR5QTf



Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link