Thema 1: De ontwikkeling van het kind centraal
Kindervangorganisaties moeten verantwoorde kinderopvang bieden. Dat betekent dat kinderen zich emotioneel veilig moeten voelen. En dat de organisatie hun ontwikkeling volgt en stimuleert. Maar ook bijstuurt als dat nodig is.
Concretisering Pedagogische doelen: Pedagogisch beleidsmedewerkers leggen het pedagogisch beleid vast. In het beleidsplan staat bijvoorbeeld hoe pedagogisch medewerkers kinderen uitdagen om nieuwe vaardigheden aan te leren. De pedagogische kwaliteit van de opvang wordt uitgebreide en nadrukkelijker omschreven. De vier pedagogische doelen van Riksen-Walrave – het bieden van emotionele veiligheid, het bevorderen van de persoonlijke competentie, het bevorderen van de sociale competentie en de socialisatie van kinderen door overdracht van algemeen aanvaarde normen en waarden – moeten zijn opgenomen in het pedagogisch beleid.
Structureel volgen van de ontwikkeling van het kind: Gaat een kind van de kinderopvang naar de basisschool en de buitenschoolse opvang (bso)? Dan deelt de organisatie informatie over de ontwikkeling van het kind met de school. Maar pas nadat de ouder daar schriftelijk toestemming voor heeft gegeven.
Elk kind een mentor; Elk kind in de dagopvang en buitenschoolse opvang krijgt een mentor. De mentor bespreekt de ontwikkeling van het kind met de ouder.