3T H10 Grafieken
1 / 17
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Fred gaat met een vriend bowlen. Het huren van de baan kost 20 euro voor de hele avond. Een drankje 2 euro per stuk.
Welke formule kun je gebruiken om te berekenen hoeveel Fred aan het eind van de avond moet afrekenen?
Welke formule kun je gebruiken om te berekenen hoeveel Fred aan het eind van de avond moet afrekenen?
A
y=20+2x
B
y=22x
C
y=2+20x
D
y=2x−20
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Fred gaat met een vriend bowlen. Het huren van de baan kost 20 euro voor de hele avond. Een drankje 2 euro per stuk.
Welke grafiek hoort hierbij?
Welke grafiek hoort hierbij?
A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3
D
Geen van deze grafieken
Slide 4 - Quizvraag
Wat past bij deze grafiek?
A
x-as : tijd (minuten)
y-as: liter water in het zwembad
B
x-as: aantal personen
y-as: aantal kano's
C
x-as: gewicht envelop (grammen)
y-as: prijs voor versturen
D
x-as: tijd (jaren)
y-as: lengte Fred (cm)
Slide 5 - Quizvraag
A
B
C
Slide 6 - Quizvraag
Welke getallen komen onderin de tabel?
Geef je antwoord zo: 1-2-3-4 (zonder spaties!)
Geef je antwoord zo: 1-2-3-4 (zonder spaties!)
Slide 7 - Open vraag
Geef de somformule zo kort mogelijk.
Slide 8 - Open vraag
SOM
VERSCHIL
y = -3x + 1
y = -x + 5
Slide 9 - Sleepvraag
Periodiek of niet?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de periode?
Geef alleen het getal.
Geef alleen het getal.
Slide 11 - Open vraag
Wat is de amplitude?
Slide 12 - Open vraag
Wat is de evenwichtsstand?
Slide 13 - Open vraag
Wat is de evenwichtsstand?
Slide 14 - Open vraag
Wat is de frequentie per week ?
Slide 15 - Open vraag
Teken een periodiek grafiek waarvoor geldt:
periode = 2 minuten
amplitude = 3 meter
evenwichtsstand = 4 meter
periode = 2 minuten
amplitude = 3 meter
evenwichtsstand = 4 meter
