Hoofdstuk 2/3 (les 4)

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Mens en zorg Les 4

Hoofdstuk 2 nakijken en starten hoofdstuk 3

Vandaag

2e uur = aftekenen H2, nakijken,  maken deelopdracht 2.03 en 2.04

3e en 4e uur = Afmaken 2.04, nabespreken deelopdrachten. Starten Theorie H3 t/m 3.3, theorieopdrachten t/m 3.05

Nakijken H2

maken deelopdracht 2.03 en 2.04

Deelopdracht 2.03 op blz 234
Deze opdracht begin je alleen. Klaar, steek je hand op.

Daarna nabespreken met twee andere leerlingen.

Deelopdracht 2.04 op blz 237
Deze opdracht doe je alleen!

Inleiding H3

Werken met mensen vraagt een juiste beroepshouding en sociale vaardigheden.

• Goed communiceren
• Respect
  
• Privacy
  
• Vertrouwen
  
• Inlevingsvermogen
  

Doelstellingen

Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:

•  welke vaardigheden horen bij goed communiceren.
  
  
• welke vaardigheden horen bij een goede beroepshouding.

Opdracht 3.01

individueel: Maken mindmap met 8 verschillende vaardigheden waar jij aan denkt bij een goede beroepshouding.

10 minuten de tijd

Waar kun je aan denken bij een goede beroepshouding:

• Leuk vinden om met mensen te werken.

• Goed communiceren.

• Goed luisteren.

• Empathisch zijn en je kunnen inleven in de zorgvraag.

• Flexibel zijn.

• Respect hebben voor de wensen van cliënten.

• Omgaan met werkdruk.

• Feedback geven en ontvangen.

• Praktisch en oplossingen bedenken.

• Opmerkzaam zijn.

• Samenwerken.

• Plannen en organiseren.

• Vriendelijk zijn.

• Geduldig zijn

Goed Communiceren

Verbale en non-verbale communicatie

Verbale communicatie = 

non-verbale communicatie = 

Verbale en non-verbale communicatie

Verbale communicatie = Met woorden

non-verbale communicatie = Zonder woorden

Actief luisteren

• Horen wat de ander zegt;
  
• Begrijpen wat de ander bedoelt;
  
• De ander laten uitpraten;
  
• Op non-verbale communicatie
  

       letten.

Video 'goed in gesprek: maak jij contact'

Hoort bij opdracht 3.03

Opdracht 3.03

a. Sandra maakt geen contact. Ze geeft de enveloppe af en de manier waarop ze zegt “toe maar, post uit Australië” klinkt niet vriendelijk. Sandra neemt zonder verder te kijken het serviesgoed mee en vertrekt.

b. Neen, Sandra let niet op hoe mevrouw Goedhart reageert op de post. Ook heeft ze niet in de gaten dat mevrouw Goedhart haar brillenkoker heeft laten vallen.

c. Mevrouw Goedhart reageert verschrikt. Het gaat haar allemaal te snel. Sandra die binnen komt en haar de post geeft, de brillenkoker die valt en Sandra die vervolgens weer even snel vertrekt als dat ze is binnen gekomen.

Video 'goed in gesprek: maak jij contact'

Hoort bij opdracht 3.04

Opdracht 3.04

a. Sandra heeft aandacht voor de non-verbale signalen van mevrouw Goedhart. Ze reageert op haar schrikreactie. Ze raapt direct de brillenkoker op die mevrouw Goedhart heeft laten vallen. Ze heeft aandacht voor mevrouw Goedhart.

b. Sandra neemt de tijd om te luisteren naar mevrouw Goedhart. Ze gaat er rustig bij zitten. Ze zegt niets, maar kijkt en luistert alleen naar wat mevrouw Goedhart zegt na het lezen van de brief. Als mevrouw Goedhart gerustgesteld is, staat ze op. Ze vraagt aan mevrouw Goedhart of ze de rest van het ontbijt nog wil opeten. Als dat niet het geval is ruimte ze de spullen bij elkaar en vraagt of ze kan gaan. Ze vertrekt pas na de reactie van mevrouw Goedhart.

LSD = Luisteren, samenvatten en doorvragen

Open en gesloten vragen

Open vragen:

Gesloten vragen

• Begint met een werkwoord;
  
• Beperkt aantal antwoorden op de vraag, zoals ja/nee,   wel/niet.

• Voorbeeld:
  Ga je met mij mee naar de stad?
  Moet je vandaag sporten?

Zelfstandig werken

Maken 3.02 en 3.05

Klaar? maak 2.01 blz 228