KGT 2 C4.2

Hoe ontstond de industrie?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe ontstond de industrie?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welkom 2ab
Ga rustig zitten
jas uit, tas op de grond
Boek op tafel, woordweb op tafel
Ipad op tafel maar omgekeerd.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vandaag
  • Introductie en nakijken
  • Uitleg 4.2 
  • Aan de slag 
  • Afsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 4.2
  • Je kunt de begrippen huisnijverheid, energiebronnen, stoommachine en concurrentie uitleggen. 
  • Je kunt het begrip industriële revolutie uitleggen.
  • Je kunt 3 gevolgen noemen waar de uitvindig van de stoommachine voor heeft gezorgd.
  • Je 3 oude energiebronnen noemen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Driehoekshandel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spinnen en weven 
  • De katoen werd in Groot-Britannië rond 1800 gekocht door koopmannen
  • Met een spinnewiel sponnen ze draden van de ruwe katoen
  • Hiervan maakten zij lappen stof (textiel) 
  • Werd geverfd en verkocht
     aan kleermakers 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spinnen en weven
  • Het weefgetouw en het spinnewiel stonden in huis
  • Het hele gezin hielp mee
  • Huisnijverheid: het thuis maken van goederen door ambachtslieden of boeren

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oude energiebronnen
Oude energiebronnen:
  1. spierkracht
  2. dierkracht
  3. waterkracht
  4. windkracht

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe energiebronnen
Rond 1780 nieuwe energiebron de stoommachine:
Apparaat dat aangedreven wordt door hete damp van kokend water.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe energiebronnen gevolgen
  • Zorgde voor meer productie
  • Mensen werden minder afhankelijk van de natuur 
  • Stoommachines waren te groot en pasten niet in huis
  • Bouw van fabrieken 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken in fabrieken
Veel veranderingen:
  • Hoge productie
  • Vervoer van producten ging sneller
  • Ondernemers bouwden fabrieken en werden werkgevers
  • Zij hadden mensen in dienst: werknemers
  • Goedkope productie + lage lonen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Industriële revolutie
  • Werkgevers maakten veel winst 
  • Zij bouwden nieuwe fabrieken, bruggen, spoorlijnen
  • Snelle groei industrie
  • Huisnijverheid hield op met bestaan: teveel concurrentie = strijd om zo veel mogelijk producten te verkopen en klanten te winnen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Industriële revolutie
  • Bedrijfjes moesten sluiten
  • Ambachtslieden verhuisden naar de stad om in fabrieken te gaan werken 
  • Grote verandering: industriele revolutie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de industriële revolutie
  • Machines doen het meeste werk i.p.v. mensen.
  • Mensen werken in fabrieken met machines.
  • Lage lonen, slechte arbeidsomstandigheden, kinderarbeid.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Spoorlijnen
  • Dankzij de industriële revolutie veel vraag naar producten en grondstoffen 
  • Afzetmarkten: plaats waar producten worden verkocht
  • Na 1800 werden spoorlijnen belangrijker
  • Vanaf 1821: stoomtreinen 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • C4.2 opdr. 1 t/m 6
  • Cursustoets 4.2 (iPad)
  • Klaar? C4.2 opdr. 7 t/m 12 (11 niet)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie Lesdoelen 4.2
  • Je kunt de begrippen huisnijverheid, energiebronnen, stoommachine en concurrentie uitleggen
  • Je kunt het begrip industriële revolutie uitleggen.
  • Je kunt 3 gevolgen noemen waar de uitvindig van de stoommachine voor heeft gezorgd.
  • Je 3 oude energiebronnen noemen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2
  • nakijken 4.2
  • Filmpje 
  • opdracht

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 4.2
  • Je kunt de begrippen huisnijverheid, energiebronnen, stoommachine en concurrentie uitleggen
  • Je kunt het begrip industriële revolutie uitleggen.
  • Je kunt 3 gevolgen noemen waar de uitvindig van de stoommachine voor heeft gezorgd.
  • Je 3 oude energiebronnen noemen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Industriële revolutie

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Histoclip Industriële revolutie
Kinderarbeid

Wat vind jij?  Opdracht

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Posteropdracht
Wat doe jij? 

Wat zou Shanti's
moeder doen? 

Slide 25 - Tekstslide

We zien een foto van Shanti in Bangladesh. Het meisje op de foto kijkt ons indringend aan. Bij de foto staat de tekst: Elke dag stenen kapot slaan tot je handen bloeden. Hieronder staat de vraag: Haalt u een kind van de bouwplaats? Je kunt antwoorden met: 'Ik help mee' of 'Ik doe niets'
Help jij Shanti wel of niet en waarom?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou Shanti's moeder doen?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf een poster maken
  • Doel van de poster (informeren, overtuigen, aanzetten tot denken?)
  • Leesbaarheid
  • Boodschap  (wat wil je vertellen, is het meteen duidelijk)?
  • Niet teveel tekst
  • De poster is overzichtelijk en mooi om naar te kijken

  • Op papier of op de Ipad (www.canva.com)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies