§2.1 A-B Industriële Revolutie - achtergrondinfo

§2.1 Nederland industrialiseert
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

§2.1 Nederland industrialiseert

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Industriële Revolutie in tijd en ruimte plaatsen.

De oorzaken van Industriële Revolutie kennen.

Kenmerken Industriële Revolutie NL kennen.

Slide 2 - Tekstslide

Weet je het nog?
In welk land startte de Industriële Revolutie?
A
Nederland
B
België
C
Verenigd Koninkrijk
D
Frankrijk

Slide 3 - Quizvraag

Waar en wanneer?
De Industriële Revolutie begon vanaf 1750 in het Verenigd Koninkrijk.

Nederland industrialiseerde pas vanaf 1870.

Slide 4 - Tekstslide

Landbouwrevolutie
Oorzaken
Er komen verbeterde landbouwmethodes.
- gebruik van machines (mechanisatie)
- schaalvergroting
- uitvinding kunstmest
- ...

Slide 5 - Tekstslide

Welk effect heeft een stijgende productie in de landbouw op de bevolkingsgroei?
A
Bevolkingsgroei neemt af.
B
Bevolkingsgroei blijft hetzelfde.
C
Bevolkingsgroei neemt toe.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een logisch gevolg van de bevolkingsgroei?
A
De vraag naar kleding daalt.
B
De vraag naar kleding blijft hetzelfde.
C
De vraag naar kleding stijgt.

Slide 7 - Quizvraag

Welk effect heeft de mechanisatie van de landbouw op de vraag naar landarbeiders?
A
De vraag naar landarbeiders daalt.
B
De vraag naar landarbeiders blijft hetzelfde.
C
De vraag naar landarbeiders stijgt.

Slide 8 - Quizvraag

Landbouwrevolutie
Gevolgen
De bevolking groeit.

Steeds minder werk op platteland.

De vraag naar textiel stijgt.

Slide 9 - Tekstslide

Industriële Revolutie
Oorzaken

De vraag naar textiel stijgt.

De bodem is rijk aan steenkool en ijzererts.

Slide 10 - Tekstslide

Industriële Revolutie
Oorzaken
De vraag naar textiel stijgt.

De bodem is rijk aan steenkool en ijzererts.

Moderne transportmiddelen voor vervoer grondstoffen:
- Kanalen worden gegraven.

Slide 11 - Tekstslide

Industriële Revolutie
Oorzaken
De vraag naar textiel stijgt.

De bodem is rijk aan steenkool en ijzererts.

Moderne transportmiddelen voor vervoer grondstoffen:
- Kanalen worden gegraven.
- Spoorwegen worden aangelegd.

Slide 12 - Tekstslide

Spinning Jenny
Cotton Gin

Slide 13 - Tekstslide

Industriële Revolutie
Oorzaken
De vraag naar textiel stijgt.

De bodem is rijk aan steenkool en ijzererts.

Moderne transportmiddelen voor vervoer grondstoffen:
- Kanalen worden gegraven.
- Spoorwegen worden aangelegd.

Door nieuwe uitvindingen werd de productie verbeterd.

Slide 14 - Tekstslide

Industriële Revolutie
Oorzaken
De vraag naar textiel stijgt.

De bodem is rijk aan steenkool en ijzererts.

Moderne transportmiddelen voor vervoer grondstoffen:
- Kanalen worden gegraven.
- Spoorwegen worden aangelegd.

Door nieuwe uitvindingen werd de productie verbeterd. 

Slide 15 - Tekstslide

Industriële Revolutie
Oorzaken
De vraag naar textiel stijgt.

De bodem is rijk aan steenkool en ijzererts.

Moderne transportmiddelen voor vervoer grondstoffen:
- Kanalen worden gegraven.
- Spoorwegen worden aangelegd.

Door nieuwe uitvindingen werd de productie verbeterd. 

Slide 16 - Tekstslide

Goed opgelet?
Wanneer industrialiseerde Nederland?
A
Rond 1750
B
Rond 1800
C
Rond 1850
D
Rond 1870

Slide 17 - Quizvraag

Onderzoeksvraag:
Waarom industrialiseert Nederland pas in 1870?
Maak paragraaf 1.1 Nederland industrialiseert
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Waarom industrialiseert Nederland pas in 1870?

Slide 19 - Open vraag

Industrialisatie Nederland
Pas vanaf 1870 omdat:
De handel in koloniale producten was erg winstgevend. (cultuurstelsel)

Er waren nauwelijks grondstoffen in de bodem.

Beleggers durfden niet in industrie te investeren.


Slide 20 - Tekstslide

Industrialisatie Nederland
Gevolgen
Bevolking van Nederland groeit.

Infrastructuur (spoorwegen en kanalen) groeit.

Dienstensector groeit.

De kloof tussen arm en rijk groeit.

De werk- en leefomstandigheden veranderen


Slide 21 - Tekstslide

De ontwikkeling in de bron is een gevolg van de industrialisatie tijdens de periode 1850-1920.

Welk gevolg wordt bedoeld?

Slide 22 - Open vraag

Vóór en na 1850 werden in Nederland producten gemaakt. Door de Industriële Revolutie veranderde er veel.

Welke twee kenmerken horen bij de periode vóór de periode van de Industriële Revolutie in Nederland?
A
Er is sprake van beperkte productie met een hoge kwaliteit.
B
Er is sprake van een vakman die het product van het begin tot het einde maakt.
C
Er is sprake van een werknemer die aan een klein deel van het eindproduct werkt.
D
Er is sprake van massaproductie in zo weinig mogelijk tijd.

Slide 23 - Quizvraag

Door de mechanisatie nam de werkgelegenheid in de landbouw af.

Wat was daarvan de oorzaak?

Slide 24 - Open vraag

Op de foto zie je de omgeving van Dordrecht.

Welke bewering over deze bron is juist?
A
Kenmerkend voor de tijd rond 1850: Toen waren er geen fabrieken die werk van molens overnamen.
B
Kenmerkend voor de tijd rond 1850: Toen werd de molen uitgevonden en rond de steden neergezet.
C
Kenmerkend voor de tijd rond 1900: Toen begon de industrialisatie van NL met het gebruik van de molen.
D
Kenmerkend voor de tijd rond 1900: Toen stapten fabrikanten over op goedkope aandrijfkracht.

Slide 25 - Quizvraag

Op de foto zie je hoe graan wordt gedorst met behulp van een dorsmachine op stoomkracht.

Voor welke periode in de Nederlandse
geschiedenis is deze foto kenmerkend?
A
1780 - 1820
B
1830 - 1870
C
1880 - 1920
D
1930 - 1970

Slide 26 - Quizvraag