H1. B

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Le cours de français

Programme d'aujourd'hui

Groupe 1. B: Lire (les exercices 9, 10 ,11, 12)

Groupe 2. SO 

- Quiz vocabulaire A + B

- Terminer

BUT DU COURS: een kort stripverhaal over vakantiebelevenissen begrijpen

SO / Bron B: lire

On fais exercice 9 avec la classe (page 27)

Groupe 1: Après, fais les exercices 10, 11, 12 en silence!

Als je opdracht 10c niet begrijpt is dat niet erg, dan sla je hem over. 

Groupe 2: De inhalers werken een halfuur aan het SO. Daarom is het belangrijk dat iedereen een half uur in complete stilte werkt!

Finis? Apprends vocabulaire B

la piscine

1. de vakantie
2. het zwembad
3. goed
4. groot

salut

1. jij spreekt
2. klein
3. hoi
4. pas op

d'accord

1. oké
2. maar
3. voor
4. en

il y a

1. ook
2. hier
3. er is/ er zjin
4. waarom

j'aime

1. ik vind het stom
2. ik vind het leuk
3. ik woon
4. ik ben

le copain

1. het meisje
2. de jongen
3. de vis
4. de vriend

ik ben

1. je parle
2. j'habite
3. j'ai
4. je suis

pas op

1. attentie
2. pour
3. attention
4. bien

en

1. pour
2. mais
3. petit
4. et

Ik heet ...

1. J' m'appelle
2. Je m'appel
3. Je m'appelle
4. Je m'apelle

de zus

1. le frère
2. le soeur
3. la soeur
4. la famille

het is

1. c'est
2. ce est
3. et toi?
4. cest

Het gaat goed, en met jou?

1. ça va bien, et tu?
2. ça va bien, et toi?
3. ca va bien, et toi?
4. ça va mal, et toi?

Terminer

Merci pour votre attention ! 

Volgende week: nakijken bron B + D

Hoe moeilijk vond je le texte ?  

Difficile, ça va, facile ?